The Dead Next Door (1988)

Regie: J.R. Bookwalter | 84 minuten | horror | Acteurs: Pete Ferry, Bogdan Pecic, Michael Grossi, Jolie Jackunas, Robert Kokai, Floyd Ewing Jr, Roger Graham, Maria Markovic, Jon Killough, Scott Spiegel, Jeff Welch, Michael Todd, J.R. Bookwalter, Jennifer Mullen, Joe Wedlake, Lester Clark, Michael Tolochko, Barbara Gay, Bill Morrison, Jerry Porter, Emilio Cornachione, Kelly Helmick, Matt Patrick, Jeffrey W. Scaduto, John Dearing, Anthony Regic, Tina Gill, James L. Edwards, Robert W. Armstrong, Robert Hudson, Ken Ingersoll, Cameron Armstrong, Louise Leininger, Chris Breiding, Melanie Todd, Scott P. Plummer, Bruce Campbell, David P. Barton, Thomas Tennant

‘The Dead Next Door’. Misschien niet helemaal een titel die doet vermoeden dat het om een zombiefilm gaat. Dat blijkt het echter wel te zijn wanneer in de eerste scènes van deze film diverse beelden van massaal rondlopende en slachtoffers makende zombies op de kijker worden losgelaten. Daarbij wordt snel duidelijk dat de zombies binnen de kortste keren de aarde grotendeels hebben overspoeld, net zoals dat in verschillende andere films binnen het zombiegenre het geval is. Net zo snel zal echter ook duidelijk worden dat deze film in andere opzichten bepaald niet vergelijkbaar is met de meeste andere zombiefilms.

In kwalitatief opzicht dan wel te verstaan, want wat in deze film uit 1988 vooral opvalt is het gedurende de gehele speelduur allesoverheersend aanwezige amateurisme. Allereerst de beeld- en geluidskwaliteit die, in combinatie met het nogal wat te wensen overlatende camerawerk, nog het meeste overeenkomen met die van een homevideo. Ook de acteerprestaties zijn niet om over naar huis te schrijven want veel meer dan halfslachtig overkomend amateurtoneel is het niet te noemen. Hoofdzakelijk houterig acteerwerk en onnatuurlijk gedrag, onnatuurlijke spreektonen in twijfelachtige dialogen… De acteurs zelf laten zich daarbij, hoewel de twijfelachtige kwaliteit van het hele gebeuren ook hen niet kan zijn ontgaan, echter onvervaard door niets uit het veld slaan, waarschijnlijk in de wetenschap dat ze toch geen betere prestatie kunnen leveren. Ook lijken de makers van de film geen moeite te hebben hun eigen daarmee overeenkomend besef te uiten, gezien de in beeld gebrachte en sarcastisch overkomende opmerking ‘you have just witnessed the incredible talents of:’ die net aan de aftiteling voorafgaat. De vragen die dan ook wellicht rijzen is waarom men überhaupt tot het maken van deze film is overgegaan en hoe deze productie ooit van de grond is gekomen.

Het antwoord op deze vragen wordt duidelijk wanneer we allereerst de verschillende signalen in deze film op hun juiste en veelzeggende waarde weten te schatten. De in de plaatselijke videotheek getoonde filmtitels van ‘Dawn of the Dead’, ‘The Texas Chain Saw Massacre’, ‘Creepshow’ en ‘The Evil Dead’ doen al de nodige vermoedens ontstaan, evenals de in beeld gebrachte horrorfilmscènes die bij de horrorkenners een belletje zullen doen rinkelen. Wanneer daarna de namen van diverse personages overeen blijken te komen met die van horrorfilmregisseurs als Savini, Raimi, Carpenter en Romero kan de conclusie niet anders luiden dan dat deze film is gemaakt als een eerbetoon aan het horrorgenre. In de tweede plaats spreekt de staat van dienst van de verschillende acteurs boekdelen. Zich niet geremd voelend door het ontbreken van welke noemenswaardige acteerervaring dan ook hebben ze, net als overigens veel van de andere betrokkenen bij deze film, hun medewerking aan deze productie verleend. Daarbij zijn ze blijkbaar grotendeels geleid door de (horror)liefde voor het vak want velen van hen zijn niet betaald voor hun inspanningen ondanks de financiële bijdrage die ‘Evil Dead’ regisseur Sam Raimi aan dit product heeft geleverd. Waar deze bijdrage dan wel aan besteed is? Blijkbaar aan de speciale effecten die, ondanks de allesoverheersende low budget indruk die deze film maakt, in combinatie met de nodige bloederige taferelen nog het meest tot de verbeelding spreken, ook al is aan het nepheidsgehalte daarin veelvuldig niet te ontkomen.

En de zombies zelf? Ook nep? Ja en nee. De dreiging van de al dan niet massaal aanstrompelende en eng uitziende zombies komt regelmatig geslaagd naar voren in scènes die doen denken aan taferelen uit George Romero’s zombiefilms. Ook doordat de zombies onverdroten onder burgers en zombiesquadleden slachtoffers blijven maken en daarnaast toeslaan op verschillende onverwachte momenten blijft de dreiging die er van hen uitgaat gedurende het hele verhaal gewaarborgd. Aan de andere kant doen meerdere close-ups van verschillende herkauwende zombiehoofden het rubbergehalte ervan duidelijk naar voren komen. Ook de manier waarop ze daarbij in beeld worden gebracht doet ze herhaaldelijk niet zozeer schrikwekkend als wel amusant overkomen. Daarnaast zal hun handelen regelmatig duidelijk maken dat er aan het horrorgehalte in deze film nu ook weer niet al te zwaar getild moet worden. Zombies die in de plaatselijke videotheek horrorfilms uit de schappen zoeken? Een onthoofde zombie die maaiend met zijn armen in de lucht toch zichzelf probeert te voeden? Zombies die door middel van geïmplementeerde chips gewoon kunnen praten en over intelligentie blijken te beschikken? De nodige humor is her en der duidelijk te bespeuren. Niet genoeg om het geheel als een horrorkomedie te bestempelen, maar eens te meer ontstaat er het vermoeden door dat de makers de tekortkomingen van deze film als serieus horrorproduct beseft hebben en als gevolg daarvan de nodige originele en humoristische vondsten in het verhaal hebben verwerkt om de kijker wat dat betreft de nodige compensatie te kunnen bieden.

Ook andere ontwikkelingen in het verhaal wijzen daarop. Een religieuze sekte die met spandoeken demonstreert voor het voortbestaan van de zombies? En hen daarnaast doelbewust met lijken voedt? En die voor de zombies zelfs gewapend tegen de zombiesquads ten strijde trekken? Wanneer de zombies daarbij dan ook nog uit de kelder ontsnappen waarin ze door de sekteleden gevangen worden gehouden is het onnodig te vermelden dat deze ontwikkelingen, naast de veelvuldige confrontaties die er al eerder met zombies plaatsvinden, garant zouden moeten staan voor de nodige onderhoudende taferelen. En dit is tot op zekere hoogte inderdaad het geval. Spanning en dreiging met de daarbij relatief geslaagde overkomende speciale effecten en de nodige humor maken dat deze film voor de horrorfan ondanks het zo goed als op alle fronten hoogtij vierend amateurisme toch de moeite waard is. Afgezien daarvan kan het kijken naar een dergelijke trashfilm voor de liefhebber ook al als een amusante en onderhoudende bezigheid gelden. Bij deze film zal dan daarbij wel gelden dat de liefde voor horror bij de kijker aanwezig moet zijn. Op de overige kijkers zal deze film vooral overkomen als een hopeloos amateuristisch wanproduct. De rechtgeaarde zombieliefhebber zal echter de liefde voor de horror waarmee deze film is gemaakt aanvoelen en voor het eindresultaat op dienovereenkomstige wijze de nodige waardering weten op te brengen.

Frans Buitendijk