The Good, the Bad and the Ugly – Il buono, il Brutto, il Cattivo (1966)

Regie: Sergio Leone | 171 minuten | actie, western, avontuur | Acteurs: Clint Eastwood, Lee Van Cleef, Eli Wallach, Aldo Giuffrè, Luigi Pistilli, Rada Rassimov, Enzo Petito, Claudio Scarchilli, John Bartha, Livio Lorenzon, Antonio Casale, Sandro Scarchilli, Benito Stefanelli, Angelo Novi, Antonio Casas

‘The Good, The Bad and The Ugly’ is Sergio Leone’s laatste deel uit zijn onvolprezen Dollartrilogie nadat hij eerder faam had gemaakt met ‘For A Fistful of Dollars’ en ‘For A Few Dollars More’. Clint Eastwood speelt wederom “The Man With No Name”, de stoïcijnse premiejager met de priemende blik die in dit verhaal samenwerkt met Tuco die op magistrale wijze geportretteerd wordt door Eli Wallach. Lee van Cleef, die eerder met Eastwood in ‘For A Few Dollars More’ zat, speelt in dit deel de gewetenloze schurk Angel Eyes, een andere rol dan in ‘For A Few Dollars More’, zijn personage in die film, Kolonel Mortimer, had nog een bepaald gevoel van rechtschapenheid, maar Angel Eyes is werkelijk een doortrapt figuur.

De film begint prachtig met de introductie van de drie karakters. We zien een paar mannen in een klein dorpje met lange jassen, geweren en pistolen een saloon ingaan, de camera richt zich op de grote gevelruit, een aantal schoten klinkt en door de ruit springt een man, met in zijn ene hand een pistool en in zijn andere hand een grote schapenbout. We zien twee doden en een gewonde man in de saloon, de intense muziek van Ennio Morricone is te horen, het beeld staat even stil bij een close-up van de man en de letters “The Ugly” verschijnen in beeld; maak kennis met Tuco. Angel Eyes wordt geïntroduceerd bij de woning van een man die daar met zijn gezin woont. Hij komt het huis van de man binnen en gaat zitten, hij zegt niks, maar dat hoeft ook niet, zijn aanwezigheid en blik zijn meer dan genoeg om de man grote angst in te boezemen. Hij wil informatie van de man, een naam, die naam krijgt hij ook, maar dat weerhoudt hem er niet van de man alsnog te vermoorden. Het slachtoffer biedt vlak voor zijn dood nog duizend dollar aan Angel Eyes om hem te laten leven en om degene die opdracht heeft gegeven tot zijn dood te vermoorden. Angel Eyes neemt het geld aan, schiet hem dus toch neer en omdat hij altijd z’n opdrachten uitvoert schiet hij de opdrachtgever ook nog neer terwijl deze in bed ligt. Het beeld staat stil, een coyote huilt, hier is “The Bad”.

Clint Eastwood, door Tuco Blondie genoemd, heeft samen met Tuco een slimme manier om aan geld te komen. Tuco wordt gezocht voor verschillende misdrijven, Blondie levert hem uit aan de sheriff en incasseert de beloning. Als Tuco op het punt staat opgehangen te worden bevrijdt Blondie hem, waarop ze de buit delen en naar een volgend stadje trekken om daar dezelfde truc uit te halen. Als hij Tuco bevrijdt wanneer dit voor de eerste keer zichtbaar is verschijnen de letters “The Good” in beeld. Op zich valt hierover te discussiëren want Eastwoods personage is in deze film wat duisterder en geheimzinniger dan in de voorgaande twee delen. Op een gegeven moment laat hij Tuco ook zomaar stikken nadat ze weer hun truc uitgehaald hebben. Hij laat Tuco, zonder aanwijsbare redenen achter in de hete woestijn en verdwijnt  met al het geld. De moraal van Blondie is wat dubieuzer dan in ‘For A Few Dollars More’, daar had hij een groter gevoel van rechtschapenheid en was hij minder hebzuchtig dan in dit deel.

Spaghettiwesterns waren een Europese traditie, voornamelijk speelden er acteurs in die hun beste tijd hadden gehad of die net aan het opkomen waren zoals Clint Eastwood. Er zijn dozijnen spaghettiwesterns uitgekomen, maar Sergio Leone was de eerste die indruk maakte in Amerika. Leone had namelijk een andere, afwijkende stijl van westerns maken die zo bijzonder was dat de films, decennia na dato, nog steeds een grote impact maken. Leone gaf de voorkeur aan lange films, met lange scènes, waarin het liefst zo weinig mogelijk gesproken werd. Minder dialoog was volgens hem beter, dat gaf meer impact. Leone hield van weidse open vlaktes, hij had een uitstekend gevoel voor panorama. Vaak is een shot te zien van veraf, met een personage slechts als een stipje in beeld. Dit vormt een mooi contrast met de close-ups van de personages, nog een handelsmerk van Leone. Zijn films zijn net schilderijen met landschappen van gezichten, begeleid door de indringende muziek van Ennio Morricone.

‘The Good, The Bad and The Ugly’ hoort zonder twijfel bij de beste films aller tijden. Dit pompeuze verhaal over hebzucht en vriendschap is pure kunst, gefilmd in Techniscope, een techniek waardoor producenten, regisseurs en cameramannen een anamorf beeld filmen zonder omslachtige CinemaScope-lenzen. Door het gebruik van deze techniek wordt het breedbeeld versterkt en komen de shots van de weidse landschappen en de close-ups nog intenser over. Het acteerwerk is fantastisch, niet alleen van Clint Eastwood, die op schitterende wijze de rol van de zwijgzame Blondie speelt, maar vooral van Eli Wallach. Zijn Tuco is extravert, gemeen en inhalig, hij vloekt en drinkt en is een schurk van het zuiverste water, maar toch is hij op een bepaalde humoristische manier erg innemend. De muziek van Ennio Morricone is schitterend, vooral in de fenomenale apotheose; de eindconfrontatie tussen de drie hoofdpersonen, daarnaast is de melodie van het hoofdthema wereldberoemd geworden. Superlatieven schieten eigenlijk te kort om deze epische film te beschrijven, die moet je gewoon gezien hebben.

Hendrik Dijkhuis

Waardering: 5

Bioscooprelease: 8 februari 1968