Wrong Time Wrong Place (2012)

Regie: John Appel | 80 minuten | documentaire

Gekleed in een soort vleermuispak springt een man van een hoge berg af, de diepte in. Hij zweeft door een berglandschap, waarbij hij de boomtoppen bijna kan aanraken. Deze thrillseeker laat zich meevoeren door de elementen. Hij springt het risico letterlijk tegemoet. Meestal gaat het goed, soms niet. Yngve kan zijn passie voor basejumpen niet meer met anderen delen: hij sprong zichzelf te pletter terwijl hij deed wat hij het liefste deed. Maar dat is een schrale troost voor zijn vader Harald, die sinds het overlijden van zijn zoon risico’s het liefst uit de weg gaat. Dat je het lot niet altijd te slim af kunt zijn, blijkt wel uit het feit dat diezelfde Harald op 22 juli 2011 naar zijn werk bij het ministerie van justitie in Oslo gaat, de dag dat Anders Breivik daar een aanslag pleegt. Harald kan het nog navertellen, maar is wel bijna blind geworden door het rondvliegend puin en verloor na zijn zoon ook enkele collega’s. Toch is hij er sterker uitgekomen, meent de vitale zestiger.

Harald is een van de mensen die aan het woord komen in ‘Wrong Time Wrong Place’ (2012), de openingsfilm van het IDFA 2012 waarin John Appel het (nood-) lot, en dan met name de rol die toeval daarin speelt, aankaart. Appel, bekend van documentaires als ‘Zij gelooft in mij’ (1999) en ‘The Player’ (2009), liep al jaren rond met het idee om een film te maken over de rol van toeval in het leven. Hij zocht eigenlijk alleen nog naar een ramp of gebeurtenis om alles aan op te hangen. Het klinkt misschien heel cru, maar voor de filmmaker kwamen de aanslagen in Noorwegen als een geschenk uit de hemel. In ‘Wrong Time Wrong Place’ laat hij overlevenden en nabestaanden aan het woord. Daarbij is het niet zozeer een ooggetuigenverslag, al krijg je dankzij de verhalen van de slachtoffers genoeg mee van hoe zij zich gevoeld moeten hebben en spreken ook de videobeelden die de mensen aan de overzijde van het eilandje Utoya maakten boekdelen. Appel richt zich echter vooral op de vraag in hoeverre het toeval hier een handje heeft gehad. Wat als de Oegandese politiek activiste Ritah, die tijdens de aanslagen twee maanden zwanger was, niet op de uitnodiging van de Noorse socialistische jongerenbeweging was ingegaan? Wat als zij, de Noorse Hakon en de Koerdische Hajin niet in de toiletten hadden geschuild? Wat als de Georgische Tamta beter naar haar moeder had geluisterd, die al aanvoelde dat er iets zou gaan gebeuren met haar dochter? Of als ze twee minuten langer had gewacht op haar vriendin Natia en samen met haar een veilige schuilplaats had kunnen vinden?

De speling van het lot is iets ongrijpbaars. Iedereen gaat er anders mee om en dat is ook wat Appel in zijn film probeert te laten zien. De moeder van Tamta verwerkt de dood van haar dochter door op zoek te gaan naar een verklaring en haalt daarbij zelfs eeuwenoude profetische geschriften uit de kast, tot onvrede van haar echtgenoot. Tamta’s vader staat heel wat nuchterder in het leven: hij gelooft niet in lotsbestemmingen. Zijn dochter is vermoord en de dader zal daarvoor moeten boeten, oog om oog, tand om tand. Geen wonder dat we hem later zien in de rechtszaal waar Breivik verhoord wordt: hij zal pas rusten als de dader een straf krijgt die past bij de misdaden die hij op zijn geweten heeft. Ritah verklaart het feit dat zij de gebeurtenissen nog kan navertellen aan de hand van haar zwangerschap. Ze heeft het jongetje nog voor het geboren is al de naam Michael gegeven, naar de aartsengel – haar reddende engel. Na de aanslagen in Noorwegen keerde ze terug naar Oeganda, waar haar leven opnieuw in gevaar kwam (Appel vraagt hier bewust niet over door omdat het Ritahs familie in gevaar kan brengen). De dag nadat de regisseur haar had opgespoord interviewde hij de hoogzwangere Afrikaanse in een asielzoekerscentrum, nota bene in het Zeeuwse Goes. Weer een dag later beviel ze van Michael. Over toeval gesproken.

‘Wrong Time Wrong Place’ is een pleidooi voor de levenshouding dat je risico’s vooral niet uit de weg moet gaan, omdat de factor toeval altijd een rol speelt. Appel onderstreept dat nog maar eens door ook Halvard voor zijn camera te halen. Ook hij werkt op het ministerie van justitie, net als Harald. Maar hij nam de 22e juli net een dag vrij om te gaan… basejumpen. Utoya ligt er een jaar na de aanslagen even vredig bij als het er daarvoor altijd heeft bijgelegen. Het is niet voor te stellen dat op dit idyllische stukje Noorwegen ooit een ramp van zulke proporties zou afspelen, en toch is het gebeurd. Het leven laat zich niet voorspellen. Door kleine verhalen over toeval en lotsbestemming te brengen, maakt Appel een van de grootste drama’s uit de recente Europese geschiedenis tastbaar. Hij geeft er door zijn unieke invalshoek bovendien extra diepgang aan. Zijn sobere en integere benadering en de ruimte die hij geeft aan de mensen die hij interviewt, getuigen van respect voor een onderwerp dat eigenlijk niet te bevatten is. Met ‘Wrong Time Wrong Place’ bewijst John Appel nog maar weer eens dat hij tot de beste documentairemakers van Nederland gerekend mag worden.

Patricia Smagge