May (2002)
Regie: Lucky McKee | 94 minuten | drama, komedie, horror, thriller | Acteurs: Angela Bettis, James Duval, Anna Faris, Kevin Gage, Chandler Hecht, Nichole Hiltz, Merle Kennedy, Jeremy Sisto, Rachel David, Nora Zehetner, Will Estes, Roxanne Day, Samantha Adams, Brittney Lee Harvey, Connor Matheus, Mike McKee, Ken Davitian
Als je een tragikomische horrorfilm met diepgang kunt maken dan doe je iets goeds. In ieder geval iets origineels. De nieuwbakken regisseur Lucky McKee debuteerde ijzersterk met ‘May’, een film over een eenzaam meisje dat vriendschap en liefde op de verkeerde plaatsen zoekt. Haar zoektocht levert veel bloed en betraande zakdoekjes op.
‘May’ draait om de sores van de gelijknamige titelheldin. Het meiske (Bettis) is in een isolement geraakt, omdat ze maar geen aansluiting kan vinden. Een beetje liefde en genegenheid is alles wat ze wil, maar het zit er niet in. Mensen zien haar niet staan. Als de jonge vrouw na veel geluk een vriendje (Sisto) vindt, staat haar onvermogen tot communiceren haar in de weg. May is weer alleen. Als onze tragische vriendin ook nog eens wordt voorgelogen door een leeghoofdige collega (Farris) slaan alle stoppen door.
McKee heeft met ‘May’ een grappige horrorfilm met puik acteerwerk en diepgang ingeblikt. Dat klinkt als een contradictie, maar het is toch echt zo. ‘May’ is een mooie film over een ogenschijnlijk doodnormale vrouw die maar geen binding met onze wereld kan krijgen. Bettis zet haar personage met glans neer. Je zou zomaar een May op straat tegen kunnen komen. Al snel kun je niets anders dan medelijden met haar krijgen. Als uiteindelijk de gewelddadige uitbarsting komt, is het bijna een bevrijding. Het hangt in de lucht dat er iets moet gebeuren.
De geweldseruptie op het einde van de film valt eigenlijk enorm mee. Hoewel ‘May’ als horrorfilm in de markt is gezet, kun je de film net zo goed als een drama of inktzwarte komedie bestempelen. De sfeer wordt nooit loodzwaar of melig, omdat McKee behendig de genremix in elkaar heeft gezet. De vreemde gitaarmuziek past goed bij de film, maar komt in eerste instantie behoorlijk raar over. Hetzelfde geldt voor de acteurs. Bettis wordt bijgestaan door een bijna cartooneske Farris en een erg sober spelende Sisto. Toch passen de verschillende acteerstijlen goed bij de toon van de film. Het geeft aan hoe goed McKee de regie in handen had tijdens de opnames.
De kracht van ‘May’ ligt zonder meer in het sublieme spel van Bettis. De actrice is (letterlijk en figuurlijk) het kloppend hart van de film. In korte tijd leef je mee met de contactgestoorde May die wel een normaal leven wil leiden, maar het gewoon niet kan. De onmacht tot communiceren en de vrees voor een leven in eenzaamheid, worden op een indrukwekkende manier in beeld gebracht. De problemen van May zijn echt, het is de realiteit. Ook de onbeholpen manier van communicatie is de bittere werkelijkheid. McKee heeft een tijdloos sprookje gemaakt over een meisje dat hetzelfde wilde zijn als de rest. Helaas heeft deze gitzwarte fabel geen happy end. Waar is de jager als je hem nodig hebt?
Frank v.d. Ven