The Wizard of Oz (1925)
Regie: Larry Semon | 81 minuten | avontuur, komedie, fantasie, familie | Acteurs: Dorothy Dwan, Mary Carr, Virginia Pearson, Bryant Washburn, Josef Swickard, Charles Murray, Oliver Hardy, Frank Alexander, Otto Lederer, Frederick Ko Vert, Larry Semon
Geen verhaal is zo vaak verfilmd als ‘The Wonderful Wizard of Oz’, het kinderboek dat L. Frank Baum in 1900 schreef. De vogelverschrikker, de blikken man en de bange leeuw zijn al een dikke eeuw lang figuren die tot de verbeelding spreken en het meisje Dorothy staat dankzij de verbluffende vertolking van Judy Garland en de memorabele liedjes als ‘Somewhere over the Rainbow’ uit de klassieke boekverfilming uit 1939 voor eeuwig in ons geheugen gegrift. Dit was echter niet de eerste verfilming van het alom bekende verhaal. In 1910 was de eerste ‘stomme’ filmversie al een feit en in 1925 werd dat nog eens dunnetjes overgedaan. Alhoewel, het verhaal van díe versie verschilt nogal van de oorspronkelijke vertelling. Nieuwe karakters worden ten tonele gebracht en de plot is drastisch omgegooid. Zelfs de setting doet – voor iedereen die de prachtige Technicolor-versie uit 1939 gezien heeft of het boek las tenminste – in niets aan het land van Oz denken.
Centraal in de film staat niet Dorothy, maar een door Larry Semon gespeelde boerenknecht die zich verkleed als vogelverschrikker. Ook de blikken man (Oliver Hardy) en de leeuw alias Snowball (Spencer Bell) zijn in feite boerenknechten die zich vermomd hebben. Waar men wel trouw is gebleven aan het origineel, is dat deze drie na een heftige tornado in Oz belanden. Dorothy wordt geportretteerd door Semons echtgenote Dorothy Dwan. Het onschuldige meisje dat we kennen van Judy Garland is echter in geen velden of wegen te bekennen, want deze Dorothy is een amper achttienjarige verleidster die zowel de ‘vogelverschrikker’ als de ‘blikken man’ om haar vinger weet te winden. De jaloerse Hardy ontwikkelt zich echter naarmate de film duurt steeds meer als de slechterik, zeker wanneer hij voor de kwaadaardige dictator Kruel (Josef Swickard) gaat werken. En dan duikt met de introductie van Prince Kynd (what’s in a name…), die zijn oog eveneens heeft laten vallen op Dorothy, nog een derde kaper op de kust op.
Naar verluidt is dit de film geweest die de carrière van Larry Semon de das om heeft gedaan. Semon, die niet alleen de hoofdrol speelde, maar ook de regie voerde, wilde iets ‘groots’ doen en bedacht dat een verfilming van L. Frank Baums legendarische kinderboek hem goed op de kaart zou zetten. Maar de productie was gedoemd te mislukken. Zo ging productiehuis Chadwick Pictures over de kop, nog vóór de film goed en wel uitgebracht was. Opmerkelijk genoeg was Frank Joslyn Baum, de oudste van vier zoons van de auteur, betrokken bij de totstandkoming van de film (hij zou hebben meegeschreven aan het script). Deze zelfde Frank Jr. probeerde een slaatje te slaan uit zijn bekende familienaam, nadat zijn vader in 1919 was overleden, en dat werd hem door de rest van de familie niet in dank afgenomen.
Waarom deze versie niet werkt? In eerste instantie omdat er weinig over is van het oorspronkelijke verhaal. Natuurlijk mag er best iets gewijzigd worden (dat gebeurde voor de versie uit 1939 per slot van rekening ook), maar hier is wel bitter weinig over van het origineel. Semon mengde slechts een handvol elementen uit Baums verhaal met een overdosis van zijn eigen handelsmerk, de slapstick. Het eindresultaat is een rommelig allegaartje waar niemand blij van wordt, want grappig is het ook maar zelden. Wat rest is een curieuze versie van een klassiek verhaal, dat eigenlijk alleen interessant is voor filmhistorici en absolute diehard fans van Oliver Hardy, die hem een misstap willen vergeven. Al is het best knap te noemen dat Semon een evergreen als ‘The Wizard of Oz’ heeft weten te maken, met zo weinig entertainmentwaarde…
Patricia Smagge
‘The Wizard of Oz’ verschijnt in mei 2013 op DVD (6 DVD-box ‘Laurel & Hardy: De Collectie’).