Baytong – OK Baytong (2003)

Regie: Nonzee Nimibutr | 102 minuten | drama, komedie, romantiek | Acteurs: Poowarit Poompuang, Jeeranan Manoojam, Saranya Kruengsai

‘Baytong’ is in ieder geval in één opzicht een echt hedendaagse film: moslimfundamentalisten plegen aan het begin van de film een aanslag en daarmee zit je als kijker meteen midden in de godsdienstspanningen die blijkbaar ook in Thailand hun stempel op de samenleving drukken. Ondanks dit dramatische begin is ‘Baytong’ geen zware film. De dood van de alleenstaande moeder Jane, door de aanslag, is de aanleiding voor de boeddhistische priester Tum om uit het afgezonderde kloosterleven te komen, en zich weer in de hectische samenleving van Thailand te begeven.

In eerste instantie is deze stap bedoeld als een tijdelijke. Jane laat een zaak, en nog belangrijker, een jong dochtertje na, en er moet een en ander geregeld worden. Maar al snel kan en wil Tum de zorg voor Maria, zijn nichtje niet meer loslaten. Bovendien maakt hij kennis met enkele vriendinnen van Jane, met als twee uitersten de losbandige Fern en de verantwoordelijke en lieve Lynn. Dit leidt natuurlijk tot de nodige verwarring bij Tum, over zowel kleine als grote zaken des levens. Dat een gulp bij verkeerd gebruik in een martelwerktuig kan veranderen, hadden we al eens eerder in de bios kunnen zien, en het blijkt dus een wereldwijd fenomeen te zijn. Groter worden Tums zorgen als hij door Fern geconfronteerd wordt met ‘wereldse en vleselijke’ zaken die hij eigenlijk niet wil weten, en nog meer als hij merkt dat hij zich wel erg aangetrokken voelt tot Lynn.

‘Baytong’ lijkt de hele tijd te willen laveren tussen een romantisch-komische toon en een sociaal-maatschappelijk dramatische toon. Dat lukt jammer genoeg niet echt. De twee genres worden nooit echt vermengd met elkaar, maar blijven te gescheiden van elkaar. Daardoor is de film eigenlijk vooral een romantische komedie, die begint en eindigt als een wat clichématig maatschappelijk-sociaal drama.

Dat de maatschappelijk-sociale achtergrond het grootste gedeelte van de film niet echt uit de verf komt, ligt onder andere aan het nogal stereotype en oppervlakkige beeld dat er geschetst wordt van de diverse religieuze en sociale groeperingen. Lynn bestudeert plichtsgetrouw alle religies en kiest uiteindelijk voor de islam van haar vriend, die meer lijkt te weten van de aanslag. Fren is een typisch dom blondje, maar dan Aziatisch. Maria is vooral een schattig meisje, maar van enige diepgravende gevolgen van haar moeders dood of haar vaders desinteresse lijkt ze geen last te hebben. Tum zelf ten slotte is vooral een brave en natuurlijk nogal naïeve jongeman.

Dat het einde uiteindelijk voor iedereen goed is, mag dan ook niet echt verrassend heten, maar dat past ook in de romantische toon die in deze film overheerst. Wat dan wel weer pleit voor ‘Baytong’ is dat dit goede einde weer niet zó voorspelbaar en clichématig is als óók had gekund. Tum leert door schade en schande dat gelukkig zijn ook mogelijk is in een moderne samenleving, en dat dat ook in zo’n samenleving niet per se betekent dat je alles en iedereen krijgt.

Hoewel ‘Baytong’ geen geslaagde mix is van de twee genres, blijft er toch wel een goed gevoel hangen bij deze film. De vriendelijkheid en de naïviteit van Tum is aanstekelijk genoeg om van ‘Baytong’ een charmante en grappige film te maken. Dat de drama in de film beter en diepgaander uitgewerkt had kunnen worden, is dan waarschijnlijk ook vooral een bezwaar voor diegenen die niet genoeg menen te hebben aan een sympathieke romantische komedie.

Daniël Brandsema