Redemption: The Stan Tookie Williams Story (2004)

Regie: Vondie Curtis-Hall | 95 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Jamie Foxx, Lynn Whitfield, Lee Thompson Young, Brenden Jefferson, Brenda Bazinet, Wes Williams, Greg Ellwand, CCH Pounder

Stan ‘Tookie’ Williams’ metamorfose van de meedogenloze founding father van de Crips tot een meervoudig Nobelprijskandidaat? Dát is een interessant gegeven voor een film. Helaas is de uitwerking hiervan belabberd.

De film opent met gevangenisscènes. Ellenlang is te zien hoe Tookie in zijn dodencel zit te zitten. Hij peinst wat en krabt wat op zijn hoofd. Af en toe passeert een vage jeugdherinnering. Of een versneld beeld van het gevangenisleven, voorzien van – why? – een echo.

Du moment dat hij bezoek krijgt van journaliste Barbara Becnel, die een portret van de Crips wil maken, raakt ‘Redemption’ in een stroomversnelling. Enkele dagen na hun eerste gesprek ziet de hardcore gangster het licht en wil hij ‘een eind maken aan de waanzin die hij heeft gecreëerd’. Om de zegeningen van geweldloosheid wereldkundig te maken besluit hij kinderboekenschrijver te worden. Zo gezegd, zo gedaan. In een zucht is zijn eerste boek af, heeft Barbara een uitgever gevonden en lezen mensen over de hele wereld – Winnie Mandela incluis – hoe verderfelijk het gangsterdom is.

Via televisie- en radioprogramma’s zet hij zijn boodschap kracht bij en, oh ja, hij regelt ook nog een wapenstilstand tussen de Crips en hun aartsvijand de Bloods. Knuffelend komen deze boevenbendes nader tot elkaar. Een paar scènes verder heeft Tookie zijn nominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede beet. Enkele minuten later is hij kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur.

Omdat regisseur Vondie Curtis-Hall als een kip zonder kop van de ene naar de andere gebeurtenis raast, heeft ‘Redemption’ de diepgang van een aflevering van de ‘Teletubbies’. Of van een film als ‘Glitter’, de visuele egotrip van Mariah Carey, uit de koker van – driemaal raden – Vondie Curtis-Hall.

Ontelbaar zijn de onderbelichte elementen uit het leven van Tookie. Zo zijn beelden over zijn gangsterverleden op één hand te tellen. En dat terwijl dit de loop van zijn leven sterk heeft beïnvloed. Onduidelijk blijven ook het hoe en waarom van zijn metamorfose; zijn pleidooi voor geweldloosheid lijkt uit het niets te komen. Dit is kwalijk. Het is de spil van de film. Ook is er onvoldoende aandacht voor de inhoud van zijn werk. En dat terwijl deze verrichtingen hem Nobelprijsnominaties opleverden.

De manier waarop de regisseur omgaat met de viervoudige moord, waarvoor Tookie ter dood werd veroordeeld, laat ook te wensen over. Het lijkt alsof Tookie berouw heeft van deze daad. Pas aan het slot van de film mompelt hij iets over ‘onschuld’. Dit is stuitend. Vooral omdat de echte Tookie al sinds zijn veroordeling in 1981 volhoudt dat hij onschuldig is, de waarde van het bewijsmateriaal aanvecht en de eerlijkheid van zijn proces betwist. Zoals het er nu – augustus 2005 – voorstaat, is er nog maar één man die kan voorkomen dat Tookie wordt geëxecuteerd: Arnold Schwarzenegger, de gouverneur van Californië.

Blij kan Tookie met de verfilming van zijn levensverhaal niet zijn; er was zoveel méér van te maken. Zeker met een topacteur als Jamie Foxx, die terecht een Oscar scoorde met ‘Ray’, in de hoofdrol. Als Tookie staart hij voornamelijk wijs voor zich uit. Iets wat hij niet onverdienstelijk doet.

Patricia Jacob