Doc West (2009)
Regie: Giulio Base, Terence Hill | 180 minuten | western | Acteurs: Terence Hill, Paul Sorvino, Boots Southerland, Adam Taylor, Clare Carey, Alessio Di Clemente, Kisha Sierra, Micah Alberti, Linus Huffman, Maria Bethke, Gianni Biasetti, Darrian Chavez, Benjamin Petry, Darren Gibson, Fabrizio Bucci, Dylan Kenin, Christina July Kim, Mercedes Leggett
Terence Hill was in de jaren zeventig een unieke, energieke westernheld. Shootouts, pokerwedstrijden en energieke vuistgevechten in de saloon waren vaste prik voor Hill. Vooral dat laatste element zorgde voor hilarische en klassieke taferelen, bijgestaan door zijn tegenpool, de forse Bud Spencer. Allebei hadden ze hun eigen vechtstijl. Terwijl Spencer onbewogen slagen kon incasseren – in zijn buik, gezicht, het maakte niet uit – en zijn tegenstanders met een lompe dreun buiten westen kon slaan, wist Hill de schurken knettergek te maken door als een vliegensvlugge gazelle weg te springen of omlaag te duiken zodat ze allemaal een gat in de lucht sloegen. Om ze vervolgens met irritante, soms letterlijke tikken op de vingers, het bloed onder de nagels vandaan te halen, afgerond met een welgemikte stoot in het gezicht. Het was een genot om naar te kijken en ging eigenlijk nooit vervelen. Anno 2009, in de goed bedoelde, of liever: te goed bedoelde, western ‘Doc West’ is het een ander verhaal. De film lijkt zo weinig op zijn Hills doldwaze succesfilms, dat je je afvraagt wat de bedoeling was van de makers. Tuurlijk, het is geweldig dat Hill met zijn zeventig jaar nog meedoet, en alleen al als eerbetoon en nostalgische terugblik die de film veroorzaakt, is de prent waardevol, maar het is bijna een schande dat het niet meer dan dat is geworden.
Er zijn twee films over ‘Doc West’ verschenen, in feite losse pilotafleveringen van wat een volwaardige serie had moeten worden. Wie deze niemendalletjes onder ogen krijgt, zal niet rouwig zijn dat deze serie er nooit is gekomen. Er wordt geprobeerd een epische, meeslepende sfeer te creëren, met grote emoties en melodramatische muzikale thema’s, gemodelleerd naar het werk van Morriccone, maar het is allemaal veel te veilig, braaf en gecalculeerd. Men heeft geprobeerd voor ieder wat wils te maken en dat is waarschijnlijk de grootste misstap geweest. Deze grotendeels, bloedeloze, zouteloze hap is verantwoord kijkvoer voor het hele gezin, maar geen enkel gezinslid zal zich hiermee optimaal kunnen vermaken. ‘Doc West’ is geen beroerde film en alle punten op de checklist worden keurig afgewerkt – een showdown, een weduwe die een nieuwe man in haar leven krijgt, een jonge cowboy die wijze lessen leert van een oude mentor, een pokerwedstrijd met vals spel en vingervlugge kaarttrucjes , een saloongevecht – maar de film prikkelt en verrast totaal niet. En Hill ziet er misschien op het eerste gezicht nog kwik en vitaal uit maar overtuigt in vrijwel geen enkele hoedanigheid met zijn trage dictie en duidelijk minder beweeglijke lichaam. Zijn grappen komen opgelezen over, wijze raad neem je maar mondjesmaat van hem aan en tijdens vechtpartijen geloof je zijn superioriteit vooral vanuit nostalgische overwegingen. Je bent bij Hill gewoon bereid om een oogje dicht te knijpen en het misschien op het verrassingseffect bij zijn tegenstanders te gooien: dat ze niet geloven dat zo’n oude man nog enige tegenstand kan bieden.
Het grootste probleem is waarschijnlijk dat er nergens een scherp randje aan ‘Doc West’ zit, en al helemaal niet aan het titelpersonage. Jazeker, hij heeft in zijn verleden een fatale fout gemaakt waar hij nog steeds mee moet leven maar deze is niet te wijten aan een slechte inborst. Want de beste man wordt hier zo ongeveer gepresenteerd als een heilige en een superman. Hij is een revolverheld die een slang op 300 meter afstand kan verwonden, maar die het doden van een man verafschuwt; het liefst zou hij, net als MacGyver destijds, alle pistolen weggooien die hij vindt. Hij is ook nog eens een dokter die voor elke kwaal en verwonding een oplossing heeft (en zelfs mensen die hij net in elkaar heeft geslagen weer oplapt), een weldoener die de arme boer helpt met zijn strijd tegen de rijke veehouder, en een soort priester die voor iedereen de wijsheid in pacht lijkt te hebben. Het is om jeuk van te krijgen. Eigenlijk voelt de hele film aan als “Het Kleine Huis op de Prairie”. Of een stripverhaal, waarin de slechteriken in touwen gewikkeld, zittend op een huifkar, af worden gevoerd, en vuistslagen vergezeld gaan met een klets of een diep tromgeluid.
Nu is dit laatste ook wel iets wat bij de vroegere succesfilms van Hill hoorde, en zijn dit juist de momenten waarop je hoopt op zo’n ouderwetse westernslapstick. Maar meer dan een handvol scènes wordt er helaas niet besteed aan deze stijlvorm. Ergens zou het wel interessant zijn om te weten te komen hoe deze serie zich zou ontwikkelen. Want deze twee afleveringen maken duidelijk dat Hill niet zijn ouder glorie gaat herhalen, maar het zou goed mogelijk zijn dat hij met zijn ervaring anderen in zijn voetsporen laat treden. Want de momenten waarop hij allerlei jonge rekruten vecht- en schietles geeft, en de traditionele bargevechten, geven de film wel degelijk wat extra dynamiek. Het is alleen jammer dat dit niet genoeg wordt doorgezet en dat het vooral om Doc West zelf draait, waarbij Hill veel te erg op een voetstuk wordt gezet en veel van de aantrekkelijke energie en dwaasheid van vroeger verloren gaat.
Bart Rietvink
‘Doc West’ verschijnt donderdag 26 april 2012 op DVD.