Hokkabaz – De Goochelaar (2006)

Regie: Ali Taner Baltaci, Cem Yilmaz | 122 minuten | komedie | Acteurs: Cem Yilmaz, Mazhar Alanson, Özlem Tekin, Tuna Orhan, Tuncer Salman, Ayça Abana, Bahtiyar Engin, Caner Alkaya, Gürgen Öz, Bahri Beyat, Ipek Bilgin, Selim Erdogan, Aygun Tevfik Hicylmaz, Kemal Inci, Ali Saribas

Op papier heeft ‘Hokkabaz’ ongetwijfeld (cult)hitpotentie. Maffe goochelaar (Yilmaz) gaat met vader (Alanson) en sidekick (Orhan) op een roadtrip en komt in de problemen bij de bruiloft van een Turkse schone. En vaak zit je de film dan wel met een milde glimlach op het gezicht te bekijken, maar dan vooral vanuit de behoefte om de hilarisch bedoelde scènes niet roemloos ten onder te laten gaan. Met andere woorden, je ziet vaak hoe grappig het allemaal moet hebben geleken in het script, maar in de praktijk blijkt het toch te veel een geval van “net niet” te zijn.

Om te beginnen wordt er niet genoeg humor uit de goochelaarsact geperst. Het is best amusant om onze hokkabaz (goochelaar) bezig te zien – zijn enthousiaste glimlach tegen wil en dank en zijn bril met jampotglazen hebben zo hun charme – maar het had allemaal best nog wat knulliger gekund. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, blijkt Iskender namelijk best een goede goochelaar te zijn. Zo tovert hij zonder moeite de ene fles drank na de andere tevoorschijn en zit je je als kijker alleen te verwonderen over deze knappe truc in plaats van te lachen om de mogelijke simpelheid of slechte uitvoering ervan. Goed, het decor, zijn sidekick “Maradona”, en het onverschillige publiek injecteren dan wel enige humor, maar het wordt pas echt leuk wanneer de dingen niet zo gaan als ze horen te gaan, zoals bij de doorzaagact in het openingsoptreden en bij de verdwijntruc tijdens het centrale plotpunt halverwege de film.

De prettig gestoorde bijpersonages en hun handelingen zijn de typische onconventionele personages (hoe paradoxaal dit ook moge klinken) die we zo vaak zien in dit soort geinige, luchtige filmhuisfilms. De quasi-depressieve vader die in zijn caravan in de tuin woont en als grote wens heeft om begraven te worden op een voor hem belangrijke begraafplaats. Hij is bereid zijn caravan af te staan aan Iskender – die hem nodig heeft voor zijn tournee – maar alleen als hij mee mag en “afgezet” wordt bij het kerkhof om daar te sterven. Hij heeft zelfs zijn grafsteen al klaar. Dit zorgt voor enkele tragikomische grappen en momenten, waaronder een sprong met parachute uit de rijdende caravan, maar het klinkt allemaal wat leuker dan het in werkelijkheid is. Wel heel charmant is de nostalgische openingsmontage, waarin de kleine Iskender zijn vader enthousiast probeert te maken voor goochelen. Vader Sait, echter, moet er niets van hebben en houdt zich liever bezig met gewichtheffen of opdrukken, terwijl Iskender letterlijk kaarttrucs onder zijn neus legt.

De roadtripvorm van deze film niet een heel geïnspireerde keuze geworden. Deze vorm kan (meer)waarde hebben wanneer het zorgt voor een opeenstapeling van komische momenten of ontmoetingen of een belangrijke groei van de personages, maar in beide gevallen is hier weinig sprake van, ofschoon er wel iets van dit alles aanwezig is. Prettig is het wanneer Özlem Tekýn haar intrede doet halverwege het verhaal en de vertelling een nieuwe, frisse impuls geeft. Tekýn, een soort Turkse Carice van Houten, zorgt voor wat extra dynamiek en nieuwe – romantische – gevoelens binnen het mannengezelschap.

Ook de centrale goochelact voor haar (schoon)familie zorgt voor goede humor, met enerzijds reacties uit het publiek van mensen die de act maar niets vinden en anderzijds argwanende reacties wanneer de bruid mee gaat doen met een verdwijntruc. Latere interacties met de familie, en vooral oma, zorgen voor misschien wel de leukste momenten van de film.

Maar het heeft uiteindelijk allemaal te weinig om het lijf. De film is een redelijk aangenaam tussendoortje met prima vertolkingen, maar heeft zowel dramatisch als humoristisch gezien te weinig te bieden.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 26 oktober 2006