Michael Jackson: Who Killed the King of Pop (2010)

Regie: Sonia Anderson | 70 minuten | documentaire

Met de schaamteloos slechte documentaire ‘Michael Jackson: Who Killed the King of Pop?’ treedt de relatief jong gestorven King of Pop, kindervriend en fulltime weirdo Michael Jackson in de voetsporen van al die andere vroeg gestorven legendarische artiesten over wie de wildste verhalen de ronde doen: hoe zijn ze precies gestorven, zit er niet iemand of een organisatie achter en zijn ze eigenlijk wel dood? Is die man op dat parkbankje met die grote zonnebril niet eigenlijk Elvis? Groot verschil met Michael Jackson is natuurlijk dat dit soort maffe verhalen al ruimschoots tijdens zijn leven de ronde deden. Bij Michael had je eerder reden om aan te nemen dat die persoon met die witte handschoenen, hoog water en enorme zonnebril juist niet Michael was maar één van zijn dubbelgangers.

En dubbelgangers zijn er genoeg want ondanks Michaels voorliefde voor zelfmutilatie en slumber party’s met kinderen, oefent zijn mysterieuze persoonlijkheidscultus een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op een wereldwijde groep volgelingen die zich willen spiegelen aan hun icoon en die zijn weerga sinds Bijbelse tijden niet kent. Een vergelijkbaar spanningsveld tussen zoon van god of een gewone klusjesman zien we ook terug bij Michael Jackson: was hij inderdaad de geflipte megalomane popster of eigenlijk een hele gewone jongen in een bijzondere situatie? Je zou zeggen dat de aantrekkingskracht van Michael was dat hij zichzelf presenteerde als larger than life, toch ontkennen veel fans en intimi alle spectaculaire roddels en houden stug vol dat hun MJ eigenlijk heel normaal was…

Dat je in Michaels geval het begrip normaal als gevolg compleet opnieuw moet definiëren laat zich raden… Hoogtepunt of dieptepunt in deze quasi documentaire is dan ook het commentaar van vriend Mark Lester (voormalig kindsterretje uit de film ‘Oliver!’) die wilt tegenwerpen dat het baby-incident op het balkon er op TV erger uit zag dan in het echt. Daarbij – en dat konden de kijkers thuis niet zien – liep er een brede richel een halve meter onder het balkon… Met andere woorden als de baby zou zijn gevallen dan zou die slechts een meter of wat lager terecht zijn gekomen op de rand van een flatgebouw. Al die drukte om niets dus…

Strekking van de docu is dat Michael de laatste jaren flink onder de dope zat en dat verbaast ons niets wanneer we een volwassen man als een verlegen tienermeisje zijn hoofd zien begraven in de vitrage, terwijl hij overdreven enthousiast het publiek blijft toezwaaien vanuit zijn hotelraam. Het zijn trouwens beelden die we allemaal al eens ergens gezien hebben met uitzondering van het meer recente publiek gemaakte beeldmateriaal waarin Michael tijdens de opnames van een Pepsi commercial zijn haar verbrandt. Voor de rest krijgen we een onafgebroken stroom beelden uit de media die vrij willekeurig bij de rommelige sensatiemonoloog van de geïnterviewden is gemonteerd. De beelden zijn vrij kort en herhalen zich dan ook continu zonder ook maar iets toe te voegen aan de beantwoording van de hoofdvraag.

Van een serieuze poging antwoord te geven op de vraag wie Michael Jackson zou hebben vermoord is hier duidelijk geen sprake. Naast het eerder genoemde goedkope jatwerk van beelden, maken een aantal “vrienden” van Michael hun opwachting die duidelijk een graantje mee willen pikken van een popster die na zijn dood nog meer waard is dan tijdens zijn leven. Ook über media-geilaard Uri Geller blijkt surprise surprise deel uit te maken van Michaels inner circle en trakteert ons op een anekdote die het midden houdt tussen insider’s knowledge en een spookverhaal. Bijvoorbeeld over die ene keer dat Michael een gorilla wilde gaan zien in de dierentuin maar terwijl iedereen op hem wachtte kwam Michael maar niet uit zijn slaapkamer. Na een tijdje ging Uri maar eens een kijkje nemen en trof Michael aan op zijn bed. Uri probeerde hem “sort of” wakker te maken, waarbij je in het geval van Uri Geller werkelijk alles kan voorstellen, maar Michael wilde maar niet wakker worden en bleef geheimzinnig liggen…

Hoe dat verder afliep komen we niet te weten en dat is typerend voor alle vertellingen in ‘Who Killed the King of Pop’, veel verder dan wat sensationele uitspraken komen we niet en straffe beweringen worden niet verder uitgelegd of dieper op in gegaan. Alsof iemand je een dik uur uit de Weekend, Story en Privé aan het voorlezen is met op de achtergrond een loop van Michael die uit de zoveelste limousine stapt.

Conclusie, Michael leefde onder het motto verdeel en heers; als slimme manipulator liet hij aan elke vriend weer een andere kant van zichzelf zien. Tel daarbij op de behoefte van zijn vrienden en fans om MJ te zien zoals ze hem willen zien en we krijgen een warboel aan tegenstrijdige verhalen die variëren van Michael als brandschone heilige tot junkiekoning die slachtoffer is geworden van intriges aan het hof. Wie heeft Michael vermoord? Iedereen. Inclusief hijzelf. Wie heeft er baat bij? De platen- en mediabonzen die zijn muzikale erfenis willen uitmelken. En de makers van deze documentaire natuurlijk.

Alberto Ciaccio