Money (2010)

Regie: Jeremy Lovering | 100 minuten | drama, komedie | Acteurs: Nick Frost, Emma Pierson, Vincent Kartheiser, Adrian Lukis, Nathan Stewart-Jarrett, Tamsin Egerton, Philip Browne, Hattie Morahan, Paul Ritter, Peter Wight, Amanda Abbington, Tim Pigott-Smith, Oliver Cotton, Joshua Dallas, Endy McKay, Tony Way    

Het verhaal van een Britse commercial regisseur die in de goot van New York belandt. Een nogal zwartgallig concept voor een komedie inderdaad en het resultaat valt dan ook excentriek te noemen. ‘Money’ is niet lachen, gieren, brullen, maar eerder het verhaal van een ongelukkige man die op zoek is naar zichzelf, waarbij het verhaal net luchtig genoeg verteld wordt om voor een komedie door te gaan. Of hebben we hier gewoon te maken met gortdroge, voor anderen bijna ongrijpbare Britse humor? Voor de kijker is het in ieder geval even wennen, want hoofdrolspeler Nick Frost doet met zijn vieze haar, dikke pens en scheve gebit aanvankelijk vermoeden dat het hier om een parodie op het milieu van de B-film gaat. In zekere zin is het dat ook, maar de man die eruit ziet als de stereotype Europese filmregisseur uit de jaren 70 blijkt echter meer dan een typetje en het is zijn innerlijke belevingswereld die de kern vormt van de film. Dat dit een niet erg frisse kijk op de wereld oplevert moge duidelijk zijn, want John Self drinkt, gokt, hangt rond in seksclubs en denkt vooral alleen aan zichzelf. Ondertussen is hij ook nog bezig om aan een film te werken, maar dat terzijde. Zoals we uit de film leren betekent regisseur zijn namelijk vooral dat je andere mensen je vuile werk laat opknappen, terwijl je zelf laveloos op de bank ligt.

Rode draad in de film is echter ook dat John gestalkt wordt door een mysterieuze beller, wat van tijd tot tijd ogenschijnlijk misplaatste thrillerelementen oplevert binnen de film. Hoewel John een totaal onsympathiek karakter is, ligt de nadruk toch meer op vermaak dan op oprechte spanning of serieus drama en de toevoeging van een stalker lijkt hier haaks op te staan. Uiteraard vallen alle puzzelstukjes uiteindelijk op hun plaats en volgt de grote onthulling, maar voor het grootste gedeelte van de film weet je als kijker niet zo goed wat je hiermee aan moet. Zeker, omdat de onthulling nogal geforceerd aandoet. Alsof er een einde werd gezocht voor een uitzichtloos verhaal.

Zonde, want er gebeurt genoeg in de tussentijd en ‘Money’ is allesbehalve een stuurloze of oppervlakkige film. Johns afdaling in de krochten van de Big Apple is dankzij goed acteerwerk erg vermakelijk en ook het kijkje dat ons wordt gegund in de excessen van de Amerikaanse filmindustrie weet te boeien. Niet in de laatste plaats vanwege het feit dat het hier om een Britse film gaat en men goed gebruik weet te maken van de zo typische onderkoelde satire. Zonder grote gebaren wordt er een plaatje van deze wereld neergezet dat heel goed weet te tonen hoe belachelijk het eraan toe kan gaan tussen alle arrogante sterren en hebberige managers. Zelfs zonder de uiteindelijke morele les waaraan men zich waagt staat deze kritiek als een huis.

Enige milde kritiekpuntje op ‘Money’ is het oer-Britse en daardoor nogal grauwe karakter van de film, waardoor de film niet alleen een erg beperkte doelgroep aanspreekt, maar je door het zwartgallige thema van de film ook maar net in de stemming moet zijn hiervoor. Zoals gezegd is dit echter slechts milde kritiek, want het feit dat Lovering het heeft aangedurfd om dit verhaal niet appetijtelijker te maken dan het is mag dan weer lovenswaardig genoemd worden.

Sander Colin