Predators (2010)
Regie: Nimród Antal | 107 minuten | actie, thriller, avontuur, science fiction | Acteurs: Adrien Brody, Danny Trejo, Topher Grace, Laurence Fishburne, Alice Braga, Derek Mears, Walton Goggins, Brian Steele, Mahershala Ali, Carey Jones, Oleg Taktarov, Louis Ozawa Changchien
In 1988 maakte regisseur John McTiernan met ‘Die Hard’ van Bruce Willis een wereldster, nadat eerste keus Arnold Schwarzenegger (en een rijtje anderen, waaronder Sylvester Stallone en Harrison Ford) vriendelijk bedankte voor de rol van John McClane. Het pakte bijzonder goed uit voor McTiernan, maar het is niet gek dat hij in eerste instantie opteerde voor Schwarzenegger. Een jaar eerder verdween de regisseur tenslotte met de voormalig Mr. Universe, een man in een visnetpak en een script bomvol zeer popcultuurvriendelijke quotes in de jungle, om terug te keren met de waarschijnlijk beste actiefilm van 1987 – en alle ervaring om een jaar later de beste van het decennium te maken. Beide films kregen talrijke vervolgen, in verschillende varianten en met uiteenlopende resultaten. De één met Danny Glover (‘Predator 2′) en later bergen aliens, de ander met structureel dezelfde leading man maar met onevenwichtige tegenspelers. Eigenlijk kan alleen ‘Die Hard: With a Vengeance’, wellicht dankzij de eenmalige terugkeer van McTiernan, in de schaduw staan van het spectaculaire origineel. In 2010 is de beurt weer aan het bronmateriaal van ‘Predator’, in een film die met de terugkeer naar de jungle (de echte, niet het oerwoud van de moderne stad waar deel twee mee adverteerde) belooft dichter bij de klassieker uit 1987 te staan. Een flinke belofte, omdat de jungle zich ditmaal niet op onze planeet bevindt.
‘Predators’, geschreven en geproduceerd door Robert Rodriguez maar aan elkaar geschoten door de veel minder bekende Nimród Antal, is een logisch vervolg geworden op het origineel, en tegelijkertijd totaal niet. Het staat weliswaar bol van verwijzingen naar het origineel (en alleen het origineel; Rodriguez baseerde zich nergens op ‘Predator 2′ en wilde – terecht – niets met de ‘AvP’-reeks te maken hebben), maar is ook vooral zijn eigen film. Het team van uitverkoren krijgers dat het moet opnemen tegen de trofeeënverzamelende junglebewoners wordt ditmaal niet per helikopter ingevlogen, maar komt bij aanvang van het verhaal letterlijk uit de lucht vallen. Militairen, huurlingen, Yakuza, Spetsznaz, FBI’s Most Wanted, veel bonter wordt een gezelschap waarschijnlijk niet. Al hebben ze één ding gemeen: ze zijn de besten op het gebied van moord, en overleven. De predators van hun eigen wereld. De jungle waar ze uit het niets beland zijn, is echter geen onderdeel van die wereld. De natuur is onbekend, de wetten van de zwaartekracht zijn enigszins anders geschreven en de zon blijft urenlang op dezelfde plaats staan. De protagonisten zijn ver van huis, en hier is een ander de baas.
Tussen alle alpha’s van het bij elkaar geraapte zooitje lijkt Royce (Adrien Brody), mysterieuze huurling en stereotypische einzelgänger, het meeste grip te hebben op de onwaarschijnlijke introductie, locatie en situatie. Hij lijkt daarmee de natuurlijke leider van het gezelschap, en neemt bijzonder onwillig de taak op zich om de groep op sleeptouw te nemen. Een groep die zal moeten samenwerken om in leven te blijven in een jungle waarin iedere indringer prooi is, en iedere misstap potentieel dodelijk – ‘if you lose it here, you’re in a world of pain’ wordt nergens letterlijk uitgesproken, maar leeft desalniettemin in de atmosfeer van deze vijandige omgeving. Het eerste gevaar laat dan ook niet lang op zich wachten, en dringt zich aan in de vorm van buitenaardse jachthonden die in eerste instantie alle schijn opwerpen incarnaties van het ‘AvP’-universum te zijn – gelukkig zonder daadwerkelijk die filmvernietigende rol aan te nemen. De bloeddorstige beesten zijn slechts een voorbode voor de groep opgejaagden, door de predators aangewend om hun zojuist binnen geparachuteerde prooi te testen. De jacht is geopend.
‘Predators’ is waarschijnlijk het beste resultaat dat je kan verwachten van een zoveelste nieuwe versie van de klassieker zoals gedaan door een team van filmmakers dat er duidelijk wel op uit is een ode te brengen aan het origineel. De wederzijdse jacht die tot de onvermijdelijke climax zal leiden is in gelijke delen origineel en volledig volgens het traject van de eerste film, vakkundig in elkaar gezet en met plezier uitgevoerd. De cast gaat uitstekend te werk met hun logischerwijs wat beperkte karakters, waarbij de verrassende bijrol van Laurence Fishburne weinig minder is dan een meesterzet – zowel in idee als in de uitvoering van de gelauwerde acteur, die de knipoog naar en de verbinding met de archetypen van Schwarzenegger c.s. nog wat verder aanzet. Het resultaat is de beste film rond het buitenaardse ras van topjagers sinds – jawel – ‘Predator’, nadat eerdere pogingen het afgelopen decennium door een onnatuurlijke kruisbestuiving met Alien (dat andere genremeesterstuk dat recentelijk regelmatig besmuikt is) op haast criminele verkrachtingen uitliepen. De stukjes die in 1987 op zijn plaats vielen om een dergelijke geslaagde brug te slaan tussen jaren 80 actie en sci-fi ongein, gelardeerd met bergen testosteron en foute oneliners die een kwart eeuw later nog volop aangehaald worden (‘get to da choppa!’), waren van het type puzzel dat je maar één maal kunt leggen. ‘Predators’ is echter een beheerst vervolg, dat zowel in de grote lijnen als in de details van plot en uitvoering veel weg heeft van een moderne één-op-één remake die trouw blijft aan zijn voorbeeld. Hierdoor kan de film een nieuwe generatie fans aanboren, terwijl de oude garde zich nog eens kan laven aan een jungleavontuur dat net als zijn voorganger vooral vermakelijk en spannend is. Al is het beide in mindere mate, doordat de kracht van de oorspronkelijke versie juist niet in het tempo en de overdaad zat, terwijl ‘Predators’ de bekende way of the sequel bewandelt en alles in gelijke delen opschroeft naar meer, groter, sneller. Met uitzondering van de ingetogen soundtrack. Alan Silvestri was helaas onbeschikbaar, maar doordat componist John Debney nauwkeurig voortborduurt op zijn originele score grijpt de sfeer behalve door het werk van schrijver, regisseur en cast ook op muzikaal niveau terug naar dat geweldige avontuur van McTiernan. Dat uiteindelijk toch nooit meer overtroffen wordt. Dus kun je beter gewoon achterover hangen en genieten van deze eigentijdse visie van Rodriguez – duidelijk ook een fan.
Robert Nijman
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 29 juli 2010