Rashômon (1950)

Regie: Akira Kurosawa | 88 minuten | drama, misdaad, thriller | Acteurs: Toshirô Mifune, Machiko Kyô, Masayuki Mori, Takashi Shimura, Minoru Chiaki, Kichijiro Yeda, Fumiko Honma, Daisuke Katô

In het 12e eeuwse Japan schuilt de houthakker (Takashi Shimura) tijdens een zware regenbui in Rashômon, een vervallen en in onbruik geraakte stadspoort van Kyoto. Een priester (Minoru Chiaki) houdt hem gezelschap en samen staren ze naar de regen. Een doorweekte man (Kichijiro Yeda) ontvlucht de hoosbuien en voegt zich bij de twee mannen.

De houthakker schudt steeds zijn hoofd en zegt dat hij het niet begrijpt. Op aandringen van de pas aangekomen man vertelt hij dat hij drie dagen daarvoor in het bos een spoor van voorwerpen heeft gevonden, beginnende met de hoed van een vrouw en eindigend bij het lijk van de samoerai Takehiro die duidelijk geen natuurlijke dood is gestorven.

Na de arrestatie van de beruchte bandiet Tajômaru die schuld heeft bekend vindt er een rechtszaak plaats waarbij de verschillende personages hun versie van de gebeurtenissen naar voren brengen. De overleden samoerai Takehiro spreekt via een medium (Fumiko Honma) De versies van de houthakker, de bandiet, de vrouw en tenslotte de samoerai wijken zozeer van elkaar af dat het uitgesloten is dat iedereen de waarheid spreekt.

‘Rashomon’ heeft de Oscar voor beste buitenlandse film gewonnen en ook de Gouden Leeuw van Venetië. Een terechte erkenning voor de geniale manier waarop de film in elkaar steekt. De ware toedracht wordt met elke nieuwe informatie duisterder in plaats van helderer. Als kijker moet je daardoor scherp opletten wil je je eigen ideeën kunnen vormen over wat er nu echt is gebeurd. De sprookjesachtige beelden met vooral een bijna onaards licht in het bos vergroten het vervreemdende effect dat al die tegenspraak oproept. De dwingende, hypnotiserende muziek van Fumio Hayasaka draagt daar verder aan bij.

Het dramatische acteren zal niet ieders smaak zijn, maar dat de film razend knap in elkaar steekt is ontegenzeglijk. Niet is zeker en niets is wat het lijkt. De tocht van de houthakker door het bos waarbij zijn onrust en die van de kijker bij elk nieuwe vondst toeneemt, is erg fraai. Net als de houthakker voel je dat er iets gebeurd moet zijn, maar het is lange tijd onduidelijk wat precies. Het blijft zelfs lang onduidelijk wie het slachtoffer is. Deze laatste vraag is trouwens op verschillende manieren te beantwoorden en dat is nog wel het meest bijzondere aspect van de film.

Diana Tjin-A Cheong