The Hobbit: An Unexpected Journey (2012)

Regie: Peter Jackson | 169 minuten |  avontuur, fantasie | Acteurs: Martin Freeman, Cate Blanchett, Ian McKellen, Benedict Cumberbatch, Andy Serkis, Hugo Weaving, Orlando Bloom, Stephen Fry, Christopher Lee, Evangeline Lilly, Richard Armitage, Ian Holm, Lee Pace, Aidan Turner, Bret McKenzie, Brian Blessed, James Nesbitt, Mikael Persbrandt, Barry Humphries, Graham McTavish, Conan Stevens, Ken Stott, Dominic Keating, Jed Brophy, Sylvester McCoy, Dean O’Gorman, Renee Cataldo, Jeffrey Thomas, Stephen Hunter, John Callen, William Kircher, Peter Hambleton, Adam Brown, Mark Hadlow, Michael Mizrahi, Robin Kerr, Ryan Gage, Ray Henwood, Shane Boulton, Craig Hall, Thomas Rimmer, Kiran Shah, James Trevena-Brown, Eric Vespe

Het was even spannend, maar we kunnen  opgelucht adem halen: de eerste ‘The Hobbit’-film, ‘An Unexpected Journey’, stelt niet teleur. Verre van. Er waren verschillende redenen om terughoudend te zijn. Het duurde lang voor de productie van de grond kwam; er was een wisseling van regisseurs (Guillermo del Toro maakte plaats voor ‘Rings’-regisseur Peter Jackson); en het uitsmeren van het dunne boekje over drie films leek wat te veel van het goede. Zou Jackson zijn hand overspeeld hebben? Dit laatste weten we natuurlijk pas zeker wanneer alle drie de ‘Hobbit’-films bekeken kunnen worden, maar op basis van de eerste film, ‘The Hobbit: An Unexpected Journey’, is er geen reden om dit aan te nemen.

Vrijwel alle toevoegingen aan het oorspronkelijke verhaal verdiepen of verlevendigen de film alleen maar. Het scheelt daarbij ook dat de toevoegingen meestal geen bedenksels zijn van Jackson en zijn schrijvers (Philippa Boyens en Fran Walsh) maar van professor Tolkien zelf, veelal afkomstig uit de aanhangsels van ‘The Lord of the Rings’. Zo gebeurde er gelijktijdig met de gebeurtenissen in ‘The Hobbit’ veel waarover in dat boek zelf niet verteld werd. Dit betekent bijvoorbeeld dat er in de eerste ‘Hobbit’-film al meteen een aanwezigheid geïntroduceerd kan worden die wat te maken lijkt te hebben met het “grote oog” in ‘The Lord of the Rings’, wat de suggestie geeft van een grotere wereld, waarin alles met elkaar samenhangt en (mogelijk) kwade krachten werkzaam zijn. Het zorgt voor net wat extra gewicht. Toch komt Jackson op “eigen kracht” ook al een heel eind.

‘The Hobbit’ is wellicht geen standaard kinderboek, maar het is wel begonnen als een vertelling voor Tolkiens eigen kinderen, en de stijl is over het algemeen luchtiger en humoristischer dan opvolger ‘The Lord of the Rings’. En ook al wordt de toon naarmate Bilbo’s reis vordert steeds grimmiger en serieuzer, het voelt toch wat minder dreigend en episch aan dan ‘Rings’. Jackson heeft hier op verschillende manieren een mouw aan weten te passen. Soms verrassend subtiel. Om te beginnen maakt hij het terug te winnen goud wat minder belangrijk en lijkt de drijfveer van de dwergen vooral het heroveren van hun rijk en hun (t)huis te zijn. Dit maakt het wat makkelijker om emotioneel betrokken te raken bij deze personages, en het sluit ook mooi aan bij (een deel van) de thematiek van ‘The Lord of the Rings’. Bilbo gaat in eerste instantie weliswaar puur mee vanuit een behoefte aan avontuur, maar als er uiteindelijk orcs, trollen en draken te lijf moeten worden gegaan, is het wel mooi om te weten dat het ook echt ergens om gaat.

Want gevochten wordt er in ‘The Hobbit’: met orcs, die onze helden voortdurend op de hielen zitten, maar ook met andere monsterlijke wezens, een specialiteit van Jackson.  En het verhaal mag dan begonnen zijn als een vertelling voor kinderen, de film is absoluut niet geschikt voor (kleine) kinderen. Ja, er zit leuke humor in de film – met over elkaar tuimelende dwergen en prettig gestoorde personages – maar de angstaanjagende bekken van de wargs, de afzichtelijke goblins, intimiderende trollen, en enkele fijne onthoofdingen die ook in de film zitten, maken van ‘The Hobbit: An Unexpected Journey’ nu niet direct een geschikte kandidaat voor een kinderfeestje. Vermoedelijk omdat een altijd aanwezig kwaad dit keer (grotendeels) ontbreekt in de film, en omdat de confrontatie met draak Smaug is uitgesteld tot een latere film, haalt Jackson een schurk naar de voorgrond die in het boek ‘The Hobbit’ slechts terloops wordt genoemd. Dit personage vormt nu een constante dreiging voor ons reisgezelschap en blijkt ook nog een persoonlijke rekening te vereffenen te hebben met één van de dwergen. Deze slechterik doet denken aan Lurtz, de leider van de Uruk-Hai in ‘The Fellowship of the Ring’ en zorgt voor wat geslaagde spanningsmomenten.

Deze eerste ‘Hobbit’-film is een belevenis van formaat: de kijker valt van de ene verbazing in de andere. Op een gegeven moment wordt er zoveel actie aaneengeschakeld en worden er zulke atletische kapriolen uitgehaald dat de term “achtbaanrit” steeds letterlijker opgevat kan worden. Vooral de confrontaties in de Goblin-grotten zijn acrobatisch. Er hadden wat meer rustmomenten ingebouwd kunnen worden; als er te veel actie is, is er het risico dat het gevoel van gevaar juist afneemt (wat hier soms ook gebeurt). Er is wat te zeggen voor een zorgvuldige opbouw van spanning. Toch zijn de actiescènes meestal zo vermakelijk en visueel indrukwekkend, dat er weinig aan te merken is op hun aanwezigheid. En zodra Bilbo in de grot is aanbeland van een bekend, kruiperig personage uit ‘The Lord of the Rings’, laat Peter Jackson zien dat hij prima uit de voeten kan met karaktermomenten en uitstekend onderhuidse spanning kan creëren.

De aanwezigheid van personages uit ‘The Lord of the Rings’ die oorspronkelijk niet in ‘The Hobbit’ voorkomen, stoort vrijwel nooit (alleen in Rivendell wordt het iets teveel een “greatest hits”-verzameling). De manier waarop ‘The Hobbit’ ingeleid wordt door Bilbo, die zijn verhaal aan Frodo vertelt, werkt geweldig goed. Het voelt meteen vertrouwd en vult bestaande kennis aan met nieuwe. Wanneer Frodo bijvoorbeeld tegen Bilbo zegt dat hij Gandalf gaat opwachten en Bilbo zegt dat hij niet te laat moet zijn, is dit een mooie knipoog naar de latere dialoog (uit ‘The Fellowship of the Ring’) over hoe een “tovenaar nooit te laat is”. Het begin van het verhaal in de Gouw, en de kennismaking van de jonge Bilbo met alle dertien dwergen, is vlekkeloos. Het karakter en droge gevoel voor humor van Bilbo, maar ook de jolige (en soms juist gewichtige) aard van de dwergen wordt goed duidelijk, en er wordt zelfs nog mooi plaats gevonden voor gezang en rijm, toch ook een belangrijk onderdeel van Tolkiens verhalen. Het schijnt dat Ian McKellen wel even heeft getwijfeld of hij weer Gandalf wilde spelen (voor zo’n lange tijd), maar hij kon het idee niet verdragen dat iemand anders deze iconische rol zou vertolken. En gelukkig maar, want hij is, zoals altijd, dé ideale Gandalf. Hij is geleerd, enorm krachtig en imponerend wanneer dit nodig is, maar hij komt ook menselijk over. Zo wordt hij ook wel eens kribbig en ziet hij wel eens wat over het hoofd. De grootste ontdekking is Martin Freeman als Bilbo. Hij is geestig, ad rem, trots, maar ook timide en innemend. Bovenal is het, ondanks zijn gebrek aan (recente) ervaring met avonturen, een hobbit met pit. Hij is voortdurend interessant om naar te kijken, en een perfecte jonge versie van Ian Holm als (oude) Bilbo, die in zijn vertolking een zelfde soort ondeugendheid legde.

Visueel is er weinig veranderd, en dat is goed nieuws. De kostuums, wapens, en sets zijn nog net zo gedetailleerd en met liefde geschapen, het camerawerk is nog net zo zwierend en groots als voorheen en het landschap van Nieuw-Zeeland is nog net zo overweldigend.  De film is niet helemaal foutloos, maar het is hoe dan ook een glorieus feest van herkenning en absoluut topvermaak. De film heeft weer vele memorabele personages – zowel oud als nieuw – en neemt je moeiteloos mee in een fantasievolle, magische wereld zoals alleen Jackson die (op film) tot leven lijkt te kunnen wekken. 12 december 2013 en 2014 kunnen bij deze ook alvast in de agenda worden gezet, voor ‘The Hobbit: The Desolation of Smaug’, en ‘The Hobbit: There and Back Again’. Iedereen die inmiddels moe is geworden van Midden-Aarde en zijn inwoners zal waarschijnlijk weinig te zoeken hebben bij een voorstelling van deze film, maar voor hen die deze plek en personen een warm hart toedragen, is ‘The Hobbit: An Unexpected Journey’ verplichte kost.

Bart Rietvink

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 12 december 2012
VOD-release: 17 april 2013
DVD- en blu-ray-release: 17 april 2013