Beowulf & Grendel (2005)
Regie: Sturla Gunnarson | 103 minuten | actie, drama, avontuur, fantasie | Acteurs: Gerard Butler, Stellan Skarsgard, Sarah Polley, Ingvar Sigurdsson, Eddie Marsan, Tony Curran, Bryjar Ágústsson, Steindór Andersen, Helgi Björnsson, Benedikt Clausen, Martin Delany, Matt John Evans, Gunnar Eyjólfsson, Gísli Örn Garðarsson, Daði Freyr Guðjónsson, Þórður Helgi Guðjónsson, Þröstur Leó Gunnarsson, Jon Einarsson Gustafsson, Arnór Hákonarson, Gunnar Hansson. Helgi Marteinn Ingason, Hringur Ingvarsson, Mark Lewis, Rory McCann, Elva Ósk Ólafsdóttir, Ólafur Darri Ólafsson, Tómas Axel Ragnarsson, Ingvar Eggert Sigurðsson, Bárður Smárason, Ronan Vibert, Philip Whitchurch, Spencer Wilding, Steinunn Ólína Þorsteinsdóttir
Deze moderne doch authentiek aanvoelende filmbewerking van het aloude Engelse gedicht ‘Beowulf’, waar professor Oud Engels J.R.R. Tolkien, wiens met trollen bevolkte Midden-Aarde in zijn filmische vorm een heropleving van het epische (fantasy) genre betekende, een groot liefhebber van was, is een aangename verrassing. Wie gaat er immers vanuit dat een oud, stoffig gedicht, dat als enige filmische (vrije) adaptatie de matige pulpfilm met Christopher Lambert in de hoofdrol heeft gehad, een betekenisvol en amusante filmvertelling kan opleveren?
Deze nieuwe film is alvast is een stuk boeiender dan een ‘Troy’ of een ‘King Arthur’, die uit een soortgelijke (semi-)historische mal gegoten lijken te zijn. ‘Beowulf and Grendel’ steekt boven deze films uit door zijn rauwe karakter, mooie sfeerzetting, en personages die, ofwel door hun archetypische rol of door hun nuances, fascinatie oproepen.
De film doet gelukkig een stuk minder gepolijst aan dan de gemiddelde epische blockbuster. ‘Beowulf and Grendel’ heeft wel wat weg van ‘Braveheart: dezelfde rauwheid in de gevechten, waarbij afgehakte ledematen en hoofden op staken niet geschuwd worden, en een soortgelijk ruige omgevingen, al spannen de IJslandse vlakten, watervallen, en kliffen hier wel de kroon qua onherbergzaamheid. De kracht die hiervan uitgaat is indrukwekkend en vormt een uitstekende achtergrond voor de ongeciviliseerde personages en het, in eerste instantie, brute en simpele wraakverhaal.
Gerard Butler is een prima Beowulf, en een stuk krachtiger dan hij was in zijn rol van het spook in ‘Phantom of the Opera’ (2004), waar hij nauwelijks angst wist in te boezemen. Zijn Beowulf is een sterke en loyale leider, die zijn eer en plicht vervult wanneer dat nodig is, maar tegelijkertijd is hij niet bang om verder te kijken en morele vragen te stellen. De vervaarlijke trol Grendel blijkt namelijk niet zo makkelijk in het hokje van monster gestopt te kunnen worden als de Denen, onder leiding van koning Hrothgar (Stellan Skarsgard) denken, of liever, hopen. We zien namelijk hoe Hrothgar in het begin van de film de vader van de trol doodt en derhalve wordt duidelijk dat het hier in feite alleen om vergelding gaat. Grendel is niet zo’n duidelijke slechterik als in het gedicht, en held Beowulf wil niet zonder meer tot hakken en slachten overgaan. Het is een beetje een moderne trend: zwart en wit lijken niet te meer te mogen bestaan in films. Alles wordt gekenmerkt door begrip voor de ander en ambiguïteit. Dit is inderdaad vaak de waarheid, en een belangrijke boodschap, maar het haalt hier ook een beetje de angel uit het verhaal. Hoewel het verrijkend is, en het Beowulf, alsmede de trol zelf, interessante dimensies geeft, wordt er wat teveel de nadruk op vergeven gelegd; zo is de toevoeging van Sarah Polley’s Selma de heks, die dit punt benadrukt, niet echt nodig. Ze voegt nauwelijks iets toe, afgezien van een (te) moderne sensibiliteit. Sterker nog, morele dilemma’s komen waarschijnlijk beter naar voren als er zoveel mogelijk de oude waarden zou worden gevolgd, terwijl de waarheid over de daders en slachtoffers duidelijk is, en mogelijk voor innerlijke conflicten zorgt.
Afgezien van deze kleine kanttekening is er weinig aan te merken op deze ‘Beowulf & Grendel’. Er zit leuke, aardse humor in. Soms zijn de grappen zelfs behoorlijk zwart en bijna Monty Pythonesque, zoals in de scène waarin de trol een potje aan het bowlen is met de hoofden van zijn slachtoffers. De trol wordt trouwens prachtig neergezet door Ingvar Sigurdsson. Hij weet veel uit te stralen in een louter fysieke rol; hij gromt af en toe wat onverstaanbaars, maar verder gaat zijn verbale communicatie niet. Hij is intimiderend, sympathiek, en ook grappig, maar zonder dat dit van hem een ridicuul figuur maakt. Hij wordt respectvol weergegeven. Mooie beelden van de ruige omgevingen, degelijk acteerwerk, avontuur, drama, humor, wat romantiek, en mogelijkheden tot reflectie. Kortom, ‘Beowulf and Grendel’ biedt voor elk wat wils en laat zien dat zelfs eeuwenoude gedichten interessante filmbewerkingen kunnen opleveren.
Bart Rietvink