Blueberry (2004)
Regie: Jan Kounen | 122 minuten | actie, western, avontuur | Acteurs: Vincent Cassel, Juliette Lewis, Michael Madsen, Temuera Morrison, Nichole Hiltz, Colm Meaney, Eddie Izzard
Na de ellenlange reeks verfilmingen van Amerikaanse comicbooks, kwam er ook steeds meer interesse in Europese stripfiguren. Zo besloot de in Nederland geboren regisseur Jan Kounen om de Franse Westernstrip ‘Blueberry’ naar het witte doek te brengen. Kounen’s eerdere projecten bestonden uit bizarre, surreële films barstensvol geweld. Aanvankelijk bestond er dan ook veel twijfel of hij wel de juiste man was om de gerespecteerde serie tot leven te wekken. Later verstomde de kritiek en kreeg de Nederlander veel lof op het Amsterdam Fantastic Film Festival van 2004. Toch kon deze positieve ontvangst niet voorkomen dat de prent geruisloos naar de videotheekschappen verdween.
En dat is niet vreemd. De film is te afwijkend om een groot publiek aan te spreken. Alleen de naam van de prent wekt herinneringen op aan de klassieke stripserie van Jean Giraud en Jean-Michel Charlier. Inhoudelijk zijn alleen de Westernsetting en enkele namen van de personages herkenbaar uit de beeldverhalen. Mensen die een klassieke, epische cowboyfilm verwachten kunnen nu stoppen met lezen en deze productie maar meteen vergeten. ‘Blueberry’ is allesbehalve een klassieke cowboyfilm geworden. Eigenlijk zou je beter over een Indianenfilm kunnen spreken, want het is met name de cultuur van de Sjamanen (medicijnmannen) van deze Amerikanen waarover de prent gaat. En dan vooral de spirituele kant van de ‘native Americans’.
De Franse acteur Vincent Cassel speelt de rol van Blueberry. In eigen land is Cassel een megaster en kreeg hij veel lof voor zijn acteerwerk. Ondanks zijn status gaat de Fransman geen controversiële rollen uit de weg, zo speelde hij in de beruchte film ‘Irreversible’ van Caspar Noe. Het siert Cassel dat hij niet bang is om afwijkende rollen uit te kiezen. Maar helaas is de rol van de U.S Marshall een van zijn mindere acteerprestaties geworden. Dat is mede te danken aan het feit dat ‘Blueberry’ in het Engels is opgenomen. Het moet gezegd worden dat Cassel zeer verdienstelijk Engels spreekt, zeker voor een Fransman, maar het is niet zijn moedertaal. Het kenmerkende, engergieke spel van Cassel ontbreekt in deze film, omdat je je nu eenmaal niet zo sterk kan uiten in een andere taal dan de jouwe. En dat is jammer, want juist het intense acteerwerk van Cassel maakt hem zo’n interessant acteur. Dat mist deze film. De rest van de cast bestaat uit Engelssprekende acteurs. Zij hebben uiteraard veel minder moeite met hun tekst, maar bij hen ontbreekt het aan talent om van noemenswaardige rollen te kunnen spreken.
De Amerikaan Michael Madsen speelt Blueberry’s aartsrivaal Wally Blount. Madsen is een erg wisselvallig acteur. In enkele films speelt hij de rol van zijn leven, ‘Reservoir Dogs’ en ‘Kill Bill’, om vervolgens met zijn rollen in de aninimiteit van het B-filmcircuit te verdwijnen. Alhoewel zijn spel in ‘Blueberry’ niet het beste is wat hij ooit heeft gedaan, is Madsen best te pruimen in deze film. Het spelen van sadistische bad guys is op het lijf geschreven voor de Amerikaan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Blount ook de nodige perverse kantjes in zijn karakter heeft. De belangrijkste vrouwelijke rol in ‘Blueberry’ komt van actrice Juliette Lewis. Helaas is haar rol van stoere vrouw nogal stereotiep en haar acteerwerk nogal vlak. Lewis weet niet veel te maken van haar rol en dat resulteert in een ongeïnspireerd optreden. Maar het moet gezegd worden dat geen enkel karakter in deze film goed uitgediept wordt.
De echte hoofdrolspeler van de film is de special effectsafdeling. En sommige digitale trucages mogen er zeer zeker zijn. Helaas vond regisseur Kounen het nodig om zijn pc’tje overuren te laten draaien en dat resulteert in een special-effectsregen die niet meer werkt in deze prent. Op sommige momenten, met name op het einde, lijkt het net alsof je naar een (computer)animatiefilm zit te kijken in plaats van een ‘normale’ prent. Kounen schiet zijn doel voorbij met zoveel trucages. In plaats van de versterking van het verhaal, nemen de digitale stunts de film compleet over. De vervreemdende en vage hersenspinsels van Blueberry worden allemaal in de woest ronkende pc gestopt en op je tv-scherm gesmeten.
Omdat spiritualiteit en Sjamanisme een grote rol spelen in het verhaal, zullen kijkers die niet zo’n sterke binding hebben met deze onderwerpen afhaken. Het is een interessant uitgangspunt voor een Western om juist de Indiaanse cultuur te belichten, maar desondanks levert dit nobele idee een interessante maar toch mislukte film op.
Frank v.d. Ven