Comandante (2003)

Regie: Oliver Stone | 99 minuten | documentaire

“Maar Oliver…”, zegt leider van Cuba Fidel Castro tegen regisseur Oliver Stone, bekend van historische en politiek geëngageerde films als ‘Platoon’, ‘Nixon’, en ‘Alexander’, alsof het twee oude vrienden zijn die gewoon wat bijpraten in het plaatselijke café. Het is opmerkelijk hoe goed deze controversiële figuur, geliefd en gevreesd, en niet zelden als dictator aangeduid, het lijkt te kunnen vinden met Amerikaanse filmmaker Stone. Ze lachen, slaan af en toe een arm om elkaar heen, en maken grapjes over het smokkelen van viagra naar Cuba. Of zouden ze, en met name Castro, hier toch een act opvoeren, zoals in één van de eerste scènes waarin de politiek leider voor de camera een formulier moet ondertekenen? In ieder geval laat hij duidelijk niet het achterste van zijn tong zien. Maar ondanks de amicaliteit draait Stone niet om de hete brij heen, en stelt hem, waar hij kan, confronterende vragen, zowel over zijn politieke als privéleven. De uitdaging, en datgene wat het kijken naar ‘Comandante’ zo boeiend maakt, is om te proberen toch zoveel mogelijk de ware Castro uit zijn reacties te ontwaren en pareltjes van niet eerder blootgegeven informatie te ontdekken.

Hoe openbarend de gesprekken zijn over Castro’s persoonlijkheid heeft deels te maken met de verwachtingen van de kijker alsmede met de mate waarin hij de man analyseert en op welk aspect hij de nadruk legt. Hij gooit echt niet al zijn sores op tafel en zal ook niet ineens allerlei (mogelijke) fouten toegeven of spijt betuigen. Zeer waarschijnlijk is hij hier gewoon het type man niet voor, maar ook al was dit wel het geval geweest, hij is zich natuurlijk zeer bewust van de camera en zijn eigen imago en moet overeind blijven als een charismatische, krachtige, zelfverzekerde leider die voor altijd zal blijven vechten voor de nieuwe wereldorde.

Toch is het alleen al fascinerend om de man zo lang in een “intiem” gesprek (inclusief tolk en/of militaire staf) verwikkeld te zien met één enkele journalist, of filmmaker in dit geval. We zien hem in close-up, immer in zijn legerpak gehuld, zittend aan zijn bureau of rondlopend over straat of op een school, en horen hem praten over filosofie, films, liefde, en natuurlijk politiek. Ondanks de schijnbare oude jongens krentenbroodsfeer die er hangt, gaat Stone de moeilijke vragen niet uit de weg. Hij gaat zover als hij kan gaan en probeert door de vriendelijke omgangsvormen een ongeremdheid in stand te houden en op die manier Castro zoveel mogelijk prijs te laten geven zonder hem dicht te laten slaan. Dat lukt redelijk. Maar Castro heeft natuurlijk ook zijn eer te bewaren. Hij blijft rustig wanneer Stone stelt dat Castro gedreigd heeft met een nucleaire oorlog, en ook wanneer hij praat over Cubaanse betrokkenheid bij martelingen tijdens de Vietnam-oorlog. Dit laatste ontkent hij categorisch, hoewel Stone verslagen van gevangen aanhaalt die het hier letterlijk over hebben. Castro houdt vol dat dit ondenkbaar is, aangezien ze juist tegen dit soort praktijken vochten in hun strijd tegen Batista. Het is een interessante woordenwisseling, vooral ook gezien Stone’s eigen dienstbetrekking in het leger tijdens Vietnam, en natuurlijk wetende dat hij een hele film over deze periode heeft gewijd, ‘Platoon’.

Castro heeft (onder meer) hierdoor respect voor Stone, bij wie hij nog even expliciet informeert naar diens decoraties tijdens de Vietnamoorlog. Natuurlijk komt ook dat andere onderwerp van één van Stone’s films nog even langs: Richard Nixon. Castro heeft niet veel goeds over hem te melden, vanwege de manier waarop hij door hem in een verdomhoekje werd geplaatst. En dat de gevleugelde uitdrukking “een gevaar voor de nationale veiligheid” heilig is in Amerika, en als angstmiddel gebruikt wordt wanneer de regering weer eens de steun van het volk nodig heeft. Ook de samenwerking met de Russen, en dan vooral Chroestjov, komt aan de orde, en uiteraard de vriendschap met Che Guevara, die niet wilde stoppen met vechten en geen concessies wilde doen.

De gesprekken en wandelingen met Castro – waarbij hij voorbijgangers of scholieren tegenkomt die hem op handen dragen – worden onderbroken door archiefbeelden van de Cuba-crisis, de slag in de Varkensbaai, politieke bijeenkomsten, demonstraties, en guerrilla-acties van Castro of Che. Goed om niet te vergeten waar de man “vandaan” komt.

Castro zelf droomt nog steeds van een nieuwe wereldorde en lijkt hier echt oprecht in te geloven, en niet voor of vanuit eigen glorie. Hij stelt zelfs dat hij gelooft dat Amerika hier een grote rol in zou kunnen spelen. De filosofische, beschouwende vragen van Stone, over liefde, berouw, de zin van zijn leven, beantwoordt hij zeer geduldig en zorgvuldig. Hij zegt dat hij geen goede vader is als dit zou worden afgemeten aan de tijd die hij met zijn zoons doorbrengt. Maar zowel op privé- als op politiek gebied zegt hij nergens spijt van te hebben, hoewel het er even op lijkt dat hij toch zoveel wil toegeven. Wanneer Stone vraagt of hij fouten heeft gemaakt, zegt Castro, enigszins ontwijkend, dat iedereen fouten maakt. Vervolgens zegt hij dan echter, dat hij niets in zijn leven anders zou doen, mocht hij het over kunnen doen. Hij zal zijn skeletten wel mee het graf in nemen.

‘Comandante’ is een altijd interessante documentaire over, hoe je het ook wendt of keert, een legendarische politiek leider. Zijn één-tweetje met Stone is spannend en prikkelend, ook al wordt er niets wereldschokkends onthuld en heeft de documentaire niet veel structuur. De hele gebeurtenis – het samenkomen van Castro en Stone – is al een belevenis op zich.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 17 juli 2008