De Slag om de Schelde (2020)

Recensie De Slag om de Schelde CinemagazineRegie: Matthijs van Heijningen Jr. | 124 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Gijs Blom, Susan Radder, Jamie Flatters, Tom Felton, Jan Bijvoet, Coen Bril, Theo Barklem-Biggs, Scott Reid, Marthe Schneider, Ronald Kalter, Hajo Bruins, Justus von Dohnányi, Joep Paddenburg, Mark van Eeuwen, Vincent van den Berg, Sytse Faber, Rutger de Bekker, Bianca Krijgsman, Owen Kaat, Koen De Sutter, Ariane Van Vliet, Lewis Conway, Pit Bukowski, Rogier Schippers, Robert Naylor

Dat de Slag bij Nieuwpoort in 1600 plaatsvond, weten veel mensen wel. En dat Napoleon in 1815 zijn spreekwoordelijke Waterloo vond in het gelijknamige Belgische plaatsje is eveneens algemeen bekend. De beroemdste veldslag op grondgebied dat nu nog altijd aan Nederland toebehoort is ongetwijfeld de Slag om Arnhem in september 1944. Twee jaar na de gebeurtenissen was er al een eerste verfilming (‘Theirs Is the Glory’, 1946), maar de echte internationale bekendheid kwam dertig jaar later pas met ‘A Bridge Too Far’ (1977), het oorlogsdrama met een indrukwekkende cast van regisseur Richard Attenborough, naar het gelijknamige boek van Cornelius Ryan. Ook verschenen er documentaires en zelfs games over deze veldslag. Vanwege die bekendheid denken veel mensen dat de Slag om Arnhem de grootste militaire operatie op Nederlands grondgebied was tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar dat is niet zo. De Slag om de Schelde, die van 2 oktober tot 8 november 1944 plaatsvond, was nog groter en bovendien cruciaal voor de geallieerden om enige kans op succes te hebben. Het heroveren van de Westerschelde op de nazi’s betekende namelijk toegang tot de strategisch zeer belangrijke Antwerpse havens, waarvandaan de geallieerde legers van voorraden konden worden voorzien en de operatie aan het front in West-Europa kon worden voortgezet.

Een belangrijk stukje Europese geschiedenis dus, dat maar weinig mensen kennen. Er vielen bovendien duizenden slachtoffers. Niet alleen Duitse en geallieerde soldaten, die sneuvelden tijdens de veldslagen op Walcheren, maar ook veel Zeeuwse burgers die de bombardementen vanuit de lucht niet overleefden. ‘Een zwarte bladzijde uit de oorlogsgeschiedenis van Nederland’, vindt ook filmmaker Matthijs van Heijningen jr. Samen met scenarioschrijfster Paula van der Oest en producent Alain de Levita werd hij benaderd door het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg, om met het oog op 75 jaar bevrijding een film te maken over de Tweede Wereldoorlog. Het verzoek was om vooral jonge mensen aan te spreken met de film, zodat ook de jongere generaties het belang van herdenken en herinneren inzien en hun vrijheid blijven koesteren. Mede dankzij die ‘missie’ beschikte Van Heijningen voor ‘De Slag om de Schelde’ (2020) over een budget van veertien miljoen euro; de enige Nederlandse productie met een groter budget was Paul Verhoevens ‘Zwartboek’ (2006). De bedoeling was om het herdenkingsjaar 2020, 75 jaar na de bevrijding, af te sluiten met de première van ‘De Slag om de Schelde’, maar de coronapandemie gooide jammerlijk roet in het eten. Gelukkig had Van Heijningen vlak voordat het land op slot ging de laatste scènes nog kunnen draaien, maar de gedroomde grootse release in december viel helaas is het water. Een première op de vooravond van de tweede lockdown in Vlissingen, uiteraard met een beperkt publiek; meer zat er vooralsnog niet in. Al werd de film wel aangekocht door Netflix, waar ‘De Slag om de Schelde’ later sowieso te zien zal zijn (onder de naam ‘The Forgotten Battle’).

Of je deze film nou in de bioscoop kijkt of op het kleine scherm, je moet ‘m absoluut kijken. Want ‘De Slag om de Schelde’ is niet alleen bijzonder fraai gemaakt, maar weet ook vanaf de eerste tot en met de laatste minuut te boeien. We volgen drie jonge mensen die eind 1944 elk op hun eigen manier betrokken raken bij de oorlog. De oorlog die op zijn achterste benen loopt, maar de nazi’s zijn niet van plan zich zomaar gewonnen te geven. De jonge Brit William Sinclair (Jamie Flatters) stapt, tegen de wens van zijn vader – een hoge pief bij de RAF – in, in een van de glider-vliegtuigen die koers zetten richting Arnhem. Maar Arnhem zullen ze niet bereiken, want wanneer ze boven Zeeland vliegen wordt het zweefvliegtuig van piloot Tony Turner (Tom Felton uit de Harry Potter-reeks) uit de lucht geschoten. Ze zullen over de grond verder moeten en dat is niet eenvoudig met gewonde strijdmakkers in een half ondergelopen, voor hen onbekend Zeeland waar in verlaten dorpjes de vijand op de loer ligt. Marinus van Staveren (Gijs Blom) is een jonge Nederlandse soldaat die aan de kant van de Duitsers vecht. Nadat hij gewond raakte aan het oostfront, wordt hij naar Zeeland gestuurd om de nazileiding aldaar op kantoor hand- en spandiensten te verlenen. Maar hij krijgt gewetensnood. Tot slot is er nog Teuntje Visser (Susan Radder), een jong Zeeuws meisje dat op het kantoor van de burgemeester van Vlissingen werkt en zich zo veel mogelijk op de vlakte probeert te houden. Dat lukt haar aardig, maar wanneer haar jongere broer tijdens Dolle Dinsdag na een aanslag op een Duits konvooi door de nazi’s wordt opgepakt kan ze zich niet meer afzijdig houden. In een wanhoopspoging haar broertje te redden sluit ze zich aan bij het verzet.

Deze drie jonge mensen, die elkaar niet kennen maar elk op hun eigen manier in de oorlog verzeild raken, komen op subtiele wijze en slechts heel vluchtig met elkaar in contact. Ze zijn elk op hun eigen manier dapper en kordaat en streven alle drie hetzelfde doel na: vrijheid. Van Heijningen spiegelt zijn film eerder aan de Britse films ‘Dunkirk’ (2017) en ‘1917’ (2019) dan aan ‘Zwartboek’, wat betekent dat er geen ruimte is voor romantische subplotjes en dat het realisme hoogtij viert. Kijk dus niet gek op als er belangrijke personages sneuvelen. De constructie van de film is gewaagd, maar pakt geweldig uit, juist omdat de momenten dat de drie verhaallijnen elkaar raken bewust spaarzaam worden gehouden. Bovendien krijgt de kijker door deze aanpak meerdere invalshoeken mee, wat bijdraagt aan een breder beeld van hoe het leven moet zijn geweest voor jonge mensen als Teuntje, William en Marinus. Met name die laatste is een fascinerende figuur; waarom koos hij ervoor aan de kant van de nazi’s te vechten? De Engelsen, de Duitsers, de Nederlanders (met Zeeuws accent!); iedereen spreekt in deze film zijn eigen taal, wat bijdraagt aan de authenticiteit. Maar het is toch vooral het visuele spektakel wat deze film zo overtuigend maakt. Dat grote budget is absoluut terug te zien in de spectaculaire en intense veldslagen en luchtgevechten. Misschien nog wel spannender zijn de onheilspellende confrontaties in die ogenschijnlijk verlaten ondergelopen Zeeuwse dorpjes, waarbij de onrust met de minuut toeneemt en je als kijker op het puntje van je stoel belandt.

Van Heijningen, Van der Oest, De Levita en hun cast en crew hadden als doel de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog levend te houden voor jongere generaties. Met het indrukwekkende ‘De Slag om de Schelde’ zijn ze daar met vlag en wimpel in geslaagd. Met dank aan het voor Nederlandse begrippen royale budget hebben ze een realistische oorlogsfilm kunnen maken die imponeert op zowel de kleine en intieme momenten als in de grootse spektakelscènes. Een film die bovendien laat zien en ervaren hoe meedogenloos de Tweede Wereldoorlog is geweest en dat je van geluk mag spreken als je het overleefd hebt. Geen geromantiseerde verering van helden en strijdkrachten, maar de bittere, rauwe werkelijkheid. ‘De Slag om de Schelde’ zou zomaar verplichte kost kunnen worden op Nederlandse middelbare scholen!

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 5 juni 2021