Één hagedis teveel (1960)

Regie: Paul Verhoeven | 35 minuten | korte film | Acteurs: Erik Bree, P.A. Harteveld, Marijke Jones, Hermine Menalda, Hans Scheider

Dit was de film die Verhoeven voor het Leidse studentenkorps mocht maken naar aanleiding van zijn eerste korte filmpje, het enkele minuten durende ‘Kopjes koffie’. ‘Één hagedis teveel’, die aanvankelijk als titel had: ‘Een sprookje van grime’, vertelt over het onvermogen van een beeldhouwer zijn eigen vrouw te “zien”, of te accepteren, wat wordt vertaald in zijn falende beeldhouwkunsten. De man moet zijn vrouw anders opmaken en aankleden alvorens haar na te kunnen maken.

De film, gedraaid op een ontspannen manier, tussen examens en ziektes van cast en crew door, is qua vorm en inhoud onder meer geïnspireerd door Hitchcock, wat Verhoeven ook zelf aangeeft op het begeleidende audiocommentaar op de dvd. Zo zijn er de koele blonde, hier in de persoon van klasgenootje Hermine Menalda als Janine – iemand die overigens uiteindelijk zou leiden tot het personage van Catherine Tramell (Sharon Stone) in ‘Basic Instinct’ -, persoonsverwisselingen, dubbelgangers, tot de kleding, make-up en shotkeuzes aan toe. Vooral ‘Vertigo’ blijkt een grote inspiratie te zijn. Maar ook Bergman is van groot belang geweest voor deze film, vooral zijn luchtigere films als ‘Glimlach van een Zomernacht’. Zijn stijl is terug te zien in de uitwerking van enkele scènes in het appartement van de student, waarbij hij door twee vrouwen wordt bespeeld. Daarnaast waren Buñuel en Godard belangrijke referentiekaders voor Verhoeven toen hij deze film maakte.

Wanneer Janine bij haar minnaar langsgaat en daar een andere vrouw (de diepere betekenis van de hagedis uit de titel) aantreft, is er een interessant soort spanning waarneembaar. Geen slaan. Geen geschreeuw of slaande ruzie, nee Janine loopt rustig naar binnen, gaat zitten op de stoel naast het bed waar het tweetal op ligt, en trekt volkomen kalm haar handschoenen uit. Zo kalm, dat het tergend wordt voor de jongen, die maar snel opstaat en van het bed wegloopt. Een interessante scène, net als de scènes die hierop volgen, waarin de twee dames quasi-nonchalant met elkaar keuvelen over ditjes en datjes en wijn drinken, terwijl hij zelf een boek zit te lezen. Veel boeiender dan de traditionele confrontatiescènes met grote woorden en kwaad weglopende mensen. Nu lopen de twee vrouwen op de jongen af, en geven hem tegelijkertijd een kus op zijn beide wangen, alvorens zijn appartement te verlaten: grappig, en effectief. En een constructie die in Verhoevens werk regelmatig zou terugkomen: de man die gevangen zit tussen, en gedomineerd wordt door, twee vrouwen. Een situatie die zijn wortels waarschijnlijk in Verhoevens eigen leven bevindt. Zo vertelt hij in het audiocommentaar bij de film, dat hij in zijn jeugd niet altijd goed met vrouwen om wist te gaan.

Maar ook de manier waarop personages geframed worden, doet aan Bergman denken, en ook wel aan Antonioni, in de close-ups van gezichten. Verder heeft de narratieve structuur, met name de veelvuldige voice-over van Janine, veel te danken aan ‘Hiroshima, Mon Amour’. Deze voice-over, verteld met Menalda’s keurige, poëtische stem, weet nog aardig wat sympathie en interesse op te wekken voor het probleem van deze vrouw, en van haar man. Het feit dat de man haar pas herkent als “zijn handen in [haar] gezicht leven”, zoals Janine vertelt, laat mooi de tragiek van de situatie zien. De man wil zijn eigen vrouw, zijn eigen ideaalbeeld creëren; iets wat we ook vrij letterlijk in ‘Vertigo’ terug zien, terwijl verfilmingen van de maakbare mens in de hele geschiedenis zijn terug te vinden.

De problematiek van Janine heeft vooral een komische, luchtige uitwerking, ondanks de zware tragiek suggererende voice-over, en dit is misschien maar het beste, want de film dreigt soms te bezwijken onder z’n eigen gewicht. Net wanneer de aandacht van de kijker op het punt van verzwakken staat, door de lange stiltes of wollige dialoog, komt er weer een cut naar een buitenshot begeleid met swingende jazz-muziek. Ernst Winar heeft in zijn montage – waarin hij aardig wat materiaal weggelaten schijnt te hebben – toch een aardige balans weten te vinden tussen drama en humor, tussen stilering en een strakke vertelling.

Het verhaal van de jongen raakt helaas een beetje ondergesneeuwd. Zo hebben de, qua vorm, zeer interessante momenten tegen het einde van de film – zoals een droomsequentie, in hun dramatiek weinig resonantie. Het ziet er boeiend uit, maar het raakt ons niet. Inhoudelijk gezien hadden deze stukjes net zo goed weggelaten kunnen worden.

Deze eerste echte film van Verhoeven is een alleraardigst filmpje geworden, dat op interessante wijze met verschillende stijlen experimenteert, en ook inhoudelijk en structureel weet te boeien. Situaties laten zich niet makkelijk raden en blijven daarom de aandacht van de kijker vast houden. “Wat is dat voor briefje dat zij daar oppikt?”, “Wat gaat er gebeuren nu Janine haar minnaar betrapt heeft met een ander?”. De (visuele) antwoorden op dit soort vragen blijken vaak verrassend te zijn. Ingekleed in mooie, hoewel wat donkere, beelden, en adequaat geacteerd door Menalda, is ‘Één hagedis teveel’ toch wel een erg leuk debuutfilmpje van Verhoeven geworden. Duidelijk een filmmaker met belofte.

Bart Rietvink