Estación catorce (2021)

Recensie Estación catorce CinemagazineRegie: Diana Cardozo | 87 minuten | drama | Acteurs: José Antonio Becerril, Yoshira Escárrega

De zevenjarige Luis groeit op in het afgelegen gehucht Estación catorce, in de staat San Luis Potosi in het hartje van Mexico. Ooit was het plaatsje interessant vanwege de zilvermijnen, maar sinds die gesloten zijn, leven de achtergebleven dorpelingen in armoede. De goederentrein dendert nog wel langs ‘Station 14’, maar stopt er niet meer. Om nog maar te onderstrepen dat er nog waar weinig in het dorpje is dat de moeite waard is. Wel worden de dorpsbewoners met regelmaat geteisterd door drugsbendes, die die paar inwoners die wél iets waardevols bezitten plunderen, bedreigen en zelfs ombrengen. Wat krijgen kinderen als Luis daarvan mee? Wat doet opgroeien in een wereld van geweld, armoede en uitzichtloosheid met een kind? Daarover gaat ‘Estación catorce’ (2021) van Diana Cardozo. Ze laat haar publiek daarbij de gebeurtenissen bewust beleven vanuit het perspectief van de kleine Luis. Het geweld blijft veelal buiten beeld, omdat kinderen over het algemeen ook geen beeld hebben wat er precies gaande is, maar wel geconfronteerd worden met de gevolgen ervan. Ze groeien ermee op en Cardozo lijkt te willen aangeven dat ze er maar niet aan lijken te kunnen ontsnappen.

We maken kennis met Luis (debutant Gael Vázquez is een natuurtalent) als hij met zijn klasgenootjes op school leert over bijvoeglijke naamwoorden. Wanneer de provisorische alarmbellen – in dit geval de kerkklokken in het dorp – driftig beginnen te luiden, worden alle kinderen met gezwinde spoed verzocht naar huis te gaan. ‘Alweer’, verzucht de juf die kennelijk maar zelden een les af kan maken omdat er gevaar dreigt. Luis snelt naar huis, waar hij zijn vader Manuel (José Antonio Becerril) helpt het huis te barricaderen met houten planken en zware meubelstukken. Voortrazende auto’s, geweerschoten, geschreeuw en gegil. Zijn moeder Gabi (Yoshira Escárrega), oma, overgrootmoeder en twee jongere broertjes zitten verscholen aan de achterzijde van het huis. Wie er langskomen zien we niet, maar wat er gebeurt laat zich raden. Als de rust lijkt te zijn weergekeerd, gaat Luis met zijn vader mee naar buiten. Hij ziet twee lijken op de grond liggen, het huis van een buurman staat in brand. Zijn vader zegt hem er niet naar te kijken, maar vraagt hem mee te helpen een duur ogend bankstel en een schilderij uit de vlammenzee te redden. De opportunistische Manuel probeert een ordinaire slag te slaan uit het leed van een ander, al heeft Luis dat nog niet door. Ook niet als een buurjongetje hem de volgende dag plompverloren vertelt dat zijn vader een dief is.

De boodschap komt niet echt binnen, want Luis speelt liever met zijn vriendjes of met de vele dieren die op het erf rondscharrelen. Zoals elk kind van zeven jaar doet. Voetballen, insecten vangen, rondhangen bij het spoor. Maar Manuel vraagt zijn zoon met hem mee te gaan naar de grote stad om het bankstel te verkopen. Hij heeft het geld hard nodig, want hij heeft een bal voor Luis gekocht die net zo veel kostte als de maandelijkse huur (dat heeft hij Gabi nog niet durven vertellen). Een teken dat hij zijn eigen verloren dromen projecteert op zijn zevenjarige zoon. De bank wordt op een karretje gebonden en die wordt achter een fiets gespannen; voor een auto heeft Manuel geen geld. Tijdens een vermoeiende en loodzware tocht dwars door het berglandschap – kenmerkend voor Manuel om de reis zo te onderschatten – wordt Luis geconfronteerd met de tekortkomingen van zijn vader.

Bij vlagen oogt ‘Estación catorce’ als een documentaire; met name in de scènes waarin Luis lekker kind kan zijn en ongedwongen speelt met leeftijdsgenootjes of zich verwondert om de wereld om zich heen. Kinderlijkheid in zijn puurste vorm. Haast poëtisch is het wanneer hij in de wastobbe de grijze haren van zijn overgrootmoeder, die vóór hem gebadderd heeft, uit het water vist. Voor dat soort pareltjes van scènes kiezen Cardozo en cinematograaf Martín Boege een warm, helder licht. Alsof ze willen zeggen: ook in deze bikkelharde samenleving gloort een sprankje hoop. De fietstocht door het even adembenemende als onherbergzame berglandschap is werkelijk schitterend in beeld gebracht. Het contrast met het onontkoombare geweld en de onbetrouwbaarheid van de volwassenen (met name de mannen) is groot. Cardozo maakt ook effectief gebruik van (achtergrond)geluiden. De trein die we in de verte voort horen razen, de kerkklokken, het gescharrel van de kippen op het erf; het maakt de film nog realistischer dan hij al is. Vrolijk word je niet van ‘Estación catorce’, waarin de kiem van de geweldsspiraal die overgaat van vader op zoon zichtbaar is. Maar de schoonheid die Cardozo bij vlagen aan de dag legt maakt een hoop van die somberheid goed.

Patricia Smagge

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 13 april 2023