Full Metal Jacket (1987)
Regie: Stanley Kubrick | 118 minuten | oorlog | Acteurs: Vincent D’Onofrio, R. Lee Ermey, Matthew Modine, Adam Baldwin, Dorian Harewood, Kevyn Major Howard, Arliss Howard, Ed O’Ross, John Terry, Kieron Jecchinis, Kirk Taylor, Tim Colceri, Jon Stafford, Bruce Boa, Ian Tyler
Stanley Kubrick wilde de Vietnam-film ‘Full Metal Jacket’ anders van toon maken dan zijn eerdere oorlogsfilm, ‘Paths of Glory’, die wat eenduidiger was. ‘Full Metal Jacket’ laat de absurditeiten en misstanden van oorlog zien, maar hiernaast komt er nog een heel spectrum aan gedragingen van de soldaat en aspecten van de oorlog aan bod, zowel positief als negatief.
Het eerste gedeelte van de film is wat de meeste mensen zich vooral herinneren. Dit komt voornamelijk door de twee personages die dit stuk van de film dragen. Ten eerste is er de onvergetelijke rol van Lee Ermey als drillsergeant, die in werkelijkheid ook drillsergeant was, en dus weinig echt zal hebben moeten acteren. Hij geeft de film erg veel intensiteit en vooral humor. Ten tweede is er de rol van Leonard, gespeeld door Vincent D’Onofrio, die voor deze rol zeventig pond was aangekomen. Hij speelt de zwakke, gevoelige Leonard met verve, en zijn uiteindelijke transformatie zorgt voor kippenvel.
Leonard is duidelijk de zwakste van de groep. Hij heeft minder discipline en fysieke kwaliteiten dan de rest. Dit krijgt hij in niet mis te verstane bewoordingen van de drillsergeant te horen. Nadat de rest van korps hem een lesje heeft geleerd, omdat zij de dupe werden van Pyle’s gebrek aan discipline, zien we hem voortdurend met een wezenloze uitdrukking op zijn gezicht: het is duidelijk dat er iets in hem geknapt is. Wanneer er wordt ontdekt dat hij een enorm talent is op het gebied van scherpschieten, vindt er weer een omslag plaats. Hij heeft een doel gevonden in zijn leven. Zijn gedrag wordt er alleen niet minder verontrustender op: hij praat alleen nog tegen zijn geweer, en vertroetelt het met de grootste zorg. In de oefeningen is hij beter gaan presteren; jammer alleen dat hij eerst zijn eigen essentie en menselijkheid volkomen achter zich moest laten om de perfecte marinier te worden. Geen gezonde situatie, zoals de eindscène van het eerste gedeelte pijnlijk duidelijk maakt.
In het tweede gedeelte van de film volgen we soldaat Joker, die in het eerste gedeelte ook al als verteller fungeerde, en zich enige tijd over Pyle ontfermde. Hij is een soort “everyman”, iemand met wie we ons als kijker min of meer kunnen identificeren. Hij herbergt verschillende aspecten van de soldaat en de mens in zich, gesymboliseerd door zijn tegenstrijdige outfit: op zijn helm staat geschreven “geboren om te doden”, maar tegelijkertijd draagt hij een vredesbutton. Wanneer hij hiermee geconfronteerd wordt zegt hij dat hij niet weet waarom hij dit draagt, maar dat het misschien iets te maken heeft met de dualiteit in de mens.
Dit soort tegenstrijdigheden komt in de hele film voor. Zo is iedereen zo politiek incorrect als maar kan, maar wordt tegelijkertijd de betekenis hiervan ontkracht omdat juist iedereen hierdoor “getroffen” wordt, en op deze manier aan elkaar gelijk is. Bovendien wordt het als ondergeschikt beschouwd aan het “hogere doel”: het functioneren van de groep. Seksisme wordt in dat opzicht bijvoorbeeld juist gestimuleerd. Het militarisme heeft hier sterk seksuele connotaties, net zoals in Kubricks Dr. Strangelove. Vrouwen worden benoemd in termen van hun geslachtsorganen, en de geweren van de mariniers worden als surrogaat hiervoor gepresenteerd.
Wat ook gecommuniceerd wordt in de film is de wijze waarop de Vietnam-oorlog een mediagebeurtenis is. Het is deels een geconstrueerde oorlog, en eentje waarvan de doelen en details niet altijd even duidelijk zijn: we kennen de oorlog alleen door wat ons wordt verteld, waarvan de soldaten zich bewust zijn. Een tekenende scène hiervoor is het moment dat een filmploeg gehurkt langs vechtende soldaten trekt, die vaak nog even naar de camera lachen en iets meedelen. Volgens filmcriticus Roger Ebert werkt deze scène niet goed, omdat het zo kunstmatig en ingestudeerd lijkt, waarmee hij mijns inziens de functie van de scène verkeerd interpreteert. De kunstmatigheid, en de absurditeit hiervan, in de context van een daadwerkelijke oorlog, is juist waar het om gaat.
De laatste sequentie van de film, waarin onze helden belaagd worden door een scherpschutter, is mooi vastgelegd en spannend, en de uiteindelijke eerste moord van Joker in deze sequentie is een cruciaal moment in de film. De scène drukt verschillende dingen uit. Het is een daad van genade, maar tegelijkertijd is het de transformatie van Joker tot een killer. Hij schudt hier voorgoed zijn onschuld van zich af. Tezamen met het zingen van de mariniers in het laatste shot van de film zorgt dit voor een ongemakkelijk gevoel bij de kijker. Verder roept de moordscène vragen op over de motivaties van de Vietnamezen voor het voeren van deze oorlog.
Sommige scènes in het tweede gedeelte zijn niet altijd even betekenisvol, zoals bepaalde momenten met Vietnamese hoertjes of gesprekken in de perskamer, maar over de hele linie genomen is ‘Full Metal Jacket’ een film die vele sterke punten heeft, en op verschillende niveaus gewaardeerd kan worden.
Bart Rietvink
Waardering: 4
Bioscooprelease: 19 oktober 1987