Goldfinger (1964)

Regie: Guy Hamilton | 112 minuten | actie, thriller, avontuur | Acteurs: Sean Connery, Honor Blackman, Gert Fröbe, Shirley Eaton, Tania Mallet, Harold Sakata, Bernard Lee, Martin Benson, Cec Linder, Austin Willis, Lois Maxwell, Bill Nagy, Michael Mellinger, Peter Cranwell, Nadja Regin, Richard Vernon, Burt Kwouk, Desmond Llewelyn

‘Goldfinger’ is misschien wel de beste Bond-film ooit gemaakt en dat zo vroeg in de serie. Dit is namelijk pas het derde deel. De film heeft vele momenten die erg gedenkwaardig zijn: het dode, met goudstof beschilderde meisje, de aanval op Fort Knox, het golfpartijtje tussen Bond en Goldfinger en – vooral – de confrontaties tussen de Britse geheim agent en Oddjob met zijn dodelijke hoed.

Connery is nooit beter op dreef geweest als James Bond als in deze film en hij glijdt in de rol als in een makkelijke pantoffel. Zelfverzekerd, humoristisch en met net een klein scheutje wreedheid zet hij in ‘Goldfinger’ de ultieme Bond neer. Hij krijgt goed tegenspel van Gert Fröbe als Goldfinger, één van de leukste schurken uit het Bond-universum. Hoewel zijn stem werd ‘gedubt’ door een andere acteur, is één van de beste dialogen in deze film te vinden. Bond ligt in een erg ongemakkelijke houding vastgebonden, terwijl een laserstraal steeds dichterbij kruipt. Hij vraagt aan Goldfinger: “Do you expect me to talk?”, waarop Goldfinger antwoordt: “No, Mr. Bond, I expect you to die.” Vooral het vette accent en de langgerekte “die” maken dit tot een klassieker.

Ook de titelsong van Shirley Bassey is meer dan veertig jaar na dato nog altijd meer dan herkenbaar voor velen.

Het verhaal heeft vanzelfsprekend niet bijzonder veel om het lijf, toch is het idee om het goud in Fort Knox juist nìet te stelen behoorlijk origineel te noemen. De onwaarschijnlijkheden wordt de makers snel vergeven, want alles wordt met zoveel panache opgevoerd, dat het onwillekeurig als zoete koek wordt geslikt. De elementen die pas veel later in de serie kritiek opleveren (vooral ongeloofwaardige actie en gadgets) worden in ‘Goldfinger’ voor het eerst tentoongespreid, maar het blijft allemaal nog wel binnen de perken.

In de oudere Bond-films zijn de handlangers van de schurken ook nog echt memorabel te noemen en zien ze eruit alsof ze Bond over de knie kunnen leggen. Was dat in het vorige deel, ‘From Russia with Love’ nog Robert Shaw, ditmaal is het de spierbundel Harold Sakata als de schier onverwoestbare Oddjob. Deze heeft tot overmaat van ramp voor Bond ook nog een hoed met een stalen rand, maar hij in de film mee doodt èn een standbeeld mee onthoofd.

Actrice Honor Blackman is minder sexy of knap dan Ursula Andress in ‘Dr. No’ of Daniela Bianchi in ‘From Russia with Love’, maar heeft wel de eerste echt belachelijke naam van alle Bond-girls: Pussy Galore. Die had zo in ‘Austin Powers’ gekund. Als aanvoerster van een vrouwenteam van stuntvliegers is zij Bond’s liefdesobject. Waar ze in het boek veel openlijker lesbisch was, tot ze door Bond wordt “genezen”, wordt dit hier vanwege de filmkeuring veel meer geïmpliceerd. Nodeloos te zeggen dat ze toch als een blok valt voor Connery’s charmes.

Tevens krijgt Bond hier van de afdeling-Q (Desmond Llewelyn) voor het eerst een Aston Martin met een aantal fraaie gadgets als een kogelvrij scherm, een schietstoel en machinegeweren achter de koplampen. Heerlijke onzin allemaal, maar toch is het niet zo over de top als het in latere films zou worden.

‘Goldfinger’ is een perfecte mix van alle ingrediënten die een James Bond-film hoort te hebben. Een strakke regie, flinke vaart en een aantal panoramische luchtshots toppen het geheel af. Een niet te missen aanwinst in elke dvd-collectie.

Hans Geurts

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 15 april 1965