Hugo (2011)

Regie: Martin Scorsese | 126 minuten | familie | Acteurs: Asa Butterfield, Chloe Moretz, Emily Mortimer, Jude Law, Helen McCrory, Christopher Lee, Sacha Baron Cohen, Ben Kingsley, Ray Winstone, Richard Griffiths, Frances de la Tour, Michael Stuhlbarg, Edmund Kingsley, Angus Barnett, Catherine Balavage, Mihai Arsene, Max Wrottesley, Ben Addis, Shaun Aylward, Eric Moreau

Ouders met kinderen hoeven niet bezorgd te zijn. Ja, Martin Scorsese, de regisseur van ‘Hugo’, is ook de legendarische filmmaker achter gewelddadige, paranoïde en neerslachtige filmklassiekers als ‘Goodfellas’, ‘Casino’ en ‘Taxi Driver’, maar u kunt uw kroost zonder problemen meenemen naar deze nieuwste film van zijn hand. Wat heet: ‘Hugo’ is een familiefilm met een grote F, een wervelend jongensboek dat overgoten is met een tamelijk zoet Disneysausje. Het is met andere woorden een perfecte film voor tijdens de Kerstperiode. In de Verenigde Staten draaide hij dan ook al rond de feestdagen aan het eind van 2011, maar opvallend genoeg verschijnt hij in Nederland pas in de februari daarop, enkele weken voor de Krokusvakantie.

Voor de verandering geeft Scorsese de hoofdrol niet aan Leonardo DiCaprio, die al jarenlang diens vaste hoofdrolspeler is. Dat ging wat moeilijk in deze boekverfilming, waarin titelkarakter Hugo Cabret een jongetje van twaalf is; die rol ging naar Asa Butterfield (‘The Boy in the Striped Pyjamas’). Hugo is een weeskind die door zijn voogd, een alcoholistische oom, zo verwaarloosd wordt dat hij diens baan van klokkenopwinder op een Parijs treinstation – we schrijven het jaar 1931, toen dat nog met de hand gedaan moest worden – moet overnemen. Gelukkig is Hugo ondernemend, nieuwsgierig en technisch genoeg om dit klusje in zijn eentje te kunnen rooien. Zijn eten scharrelt hij op het station wel bij elkaar.

Dat gaat niet geheel vlekkeloos, en al vrij snel heeft hij enkele grote boze volwassenen tegen zich in het harnas gejaagd. De eerste, speelgoedverkoper Georges (Ben Kingsley), heeft nog wel enige coulance voor de jongen, maar de plaatselijke gendarme (Sasha Baron Cohen) heeft het een stuk minder op weeskinderen. Hoe dan ook werken beide heren Hugo behoorlijk tegen in zijn grote ambitie, namelijk om de automaton (een wonderlijke, primitief soort antropomorfe robot) die wijlen zijn vader aan het repareren was te vervolmaken. De enige die Hugo een beetje goed gezind is, is Isabelle (Chloë Grace Moretz), een avontuurlijk meisje van dezelfde leeftijd dat veel met stokbroden en baretten rondloopt, opdat we niet vergeten dat we in Parijs zijn. Zij leert hem de wondere wereld van de literatuur kennen.

Scorsese identificeert zichtbaar met zijn hoofdpersoon. Vroeger was de regisseur zelf een schuchter, astmatisch knulletje dat zijn hele jeugd in bioscoopzalen doorbracht; de nieuwsgierige, enorme blauwe ogen waar Hugo de wereld mee beziet zijn een duidelijke echo van de bewondering waarmee Scorsese in zijn jonge jaren naar de fantasiewerelden op het witte doek moet hebben gekeken. En ja, al vrij snel blijkt Hugo ook daadwerkelijk een groot filmliefhebber, die in Isabelle na het overlijden van zijn vader eindelijk weer eens een medestander heeft gevonden. Maar dan moet de grootste aap nog uit de mouw komen. Voor wie het graag een verrassing wil houden wat dat is, moet nu stoppen met lezen; omdat deze onthulling halverwege al gedaan wordt en het nagenoeg onmogelijk is iets zinnigs over het restant van de film te zeggen zonder deze vermelding te maken, zal deze recensie er niet langer omheen draaien.

*SPOILER*

Papa George van de speelgoedkraam is namelijk niemand minder dan George Méliès, de grootste pionier uit de begintijd van de cinema, ruim een eeuw geleden. In 1931 is niets meer van zijn faam over, en is hij nog slechts een verbitterde oude man. Totdat men ontdekt welke geweldige, revolutionaire filmmaker men tegenover zich heeft natuurlijk. Vanaf het moment dat de identiteit van Méliès onthuld wordt, gaat de film zich steeds meer op zijn persoon en (vooral) zijn werk richten, totdat ‘Hugo’ uiteindelijk een veredelde biopic van de oude filmpionier is geworden. Gelukkig is dit wel een prachtig element in de film, waarbij Scorseses filmliefde van het doek spat en je met bewondering naar Méliès’ antieke innovaties zit te kijken. Je krijgt het idee dat het Scorsese er vooral om te doen was om een ode te maken aan de begindagen van de cinema.

Hiermee valt ook de keuze voor 3D op zijn plek. Er wordt overduidelijk een parallel getrokken tussen de innovatieve inborst van Méliès ruim een eeuw geleden en het driedimensionale aspect van ‘Hugo’ als moderne tegenhanger. Belangrijker nog is dat Scorsese zich met zichtbaar plezier op deze voor hem nieuwe vorm van film stort, met enkele duizelingwekkende tracking shots die door het drukke station en tussen de immense tandwielen van haar klokkentoren schieten. Zoals in 2011 al enkele keren bleek (bij Spielbergs ‘The Adventures of Tintin’ en bij Wim Wenders’ ‘Pina’), weet ook Martin Scorsese duidelijk te maken dat 3D-film in de handen van een virtuoos regisseur zeker toegevoegde waarde heeft.

‘Hugo’ heeft de neiging om bij vlagen wel erg zoetsappig te worden: op goede momenten Dickensiaans sentimenteel, maar af en toe lijkt de film net iets te veel een colareclame uit de Kerstperiode. Ook doen sommige elementen uit het verhaal wel erg ongeloofwaardig aan, zoals het feit dat het jongetje Hugo tijdenlang onopgemerkt in zijn eentje alle klokken van een Parijs station kan beheren. Desalniettemin is de film vooral een oprechte en aanstekelijke ode aan de cinema en haar innovatieve kracht en katalysator van de fantasie, die zowel als cinefielen als hun kroost uitermate zal plezieren.

David van Marlen

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 16 februari 2012
DVD- en blu-ray-release: 20 juni 2012