Ironclad (2011)

Regie: Jonathan English | 121 minuten | actie, avontuur | Acteurs: James Purefoy, Brian Cox, Kate Mara, Derek Jacobi, Paul Giamatti, Charles Dance, Jason Flemyng, Jamie Foreman, Mackenzie Crook, Rhys Parry Jones, Aneurin Barnard, Vladimir Kulich, David Melville, Annabelle Apsion, Steffan Rhodri, Daniel O’Meara, Bree Condon, Guy Siner, Marcus Hoyland, John Pierce Jones, Wyn Bowen Harries, Dewi Williams, John Weldon, Laura Sibbick    

De weinig atletische en tamelijk nerdy acteur Paul Giamatti, bekend geworden als wijnliefhebber in het Oscarwinnende ‘Sideways’, lijkt niet de uitgelezen persoon voor een rol als niets ontziende, gewelddadige koning, maar hij blijkt een van de sterkste punten van de rauwe belegeringsfilm ‘Ironclad’ te zijn. Hij geeft Koning John de juiste doses frustratie, (sociale) incompetentie en agressie. Zijn John is een zielig, sadistisch mannetje, precies zoals je hem aan de hand van historische verslagen zou voorstellen. De rest van de cast bevat verder nog verschillende klasse-acteurs – zoals Brian Cox en Derek Jacobi – en de verzameling helden in het kasteel en de wijze waarop ze bij elkaar komen weet de aandacht ook aardig vast te houden. Helaas geldt dit een stuk minder voor het adhd-camerawerk en de matige ontwikkeling van de personages en verhaalelementen. Zo is de ontluikende romance tussen de zwijgzame tempelier Marshal (James Purefoy) en jonkvrouw Isabel (Kate Mara) voorspelbaar en cheesy en wordt de reden voor Marshals worsteling nooit goed duidelijk gemaakt. Waar komt bijvoorbeeld zijn loyaliteit aan de orde van de tempeliers vandaan en wat is er zo nobel of aantrekkelijk aan deze groep? Ook is de onderlinge samenhang of vriendschap tussen de helden wat willekeurig. Gelukkig zijn verschillende belegeringstactieken wel weer interessant en bevat de film enkele opwindende – zei het wat videogame-achtige – actiesequenties die de adrenalinejunkies redelijk tevreden kunnen houden.

Wat snel opvalt is het grafische karakter van de actiescènes. De makers hebben ongetwijfeld veel naar gewelddadige films als ‘Braveheart’ of splatterfilms als ‘Bad Taste’ gekeken – of misschien iets te vaak de videogame ‘Mortal Kombat’ gespeeld – want de afgehakte ledematen en bloedfonteintjes vliegen en spuiten je om de oren. Enerzijds is het misschien te prijzen dat er gepoogd wordt om de bruutheid en rauwheid gewoon te tonen zoals hij was, maar anderzijds wordt het allemaal zo over de top, met doormidden gekliefde lichamen en duidelijke neparmen die van hun lichamen worden ontdaan, dat het eerder cartoony dan afschrikwekkend overkomt, met Monty Python-esque  “Your arm’s off! No, it’s not.”-associaties. Ook de setting en het tijdperk doen natuurlijk erg aan ‘Monty Python and the Holy Grail’ denken, en wanneer de helden het kasteel van Rochester vanaf een heuvel zien liggen en één van hen opmerkt “Het ziet er zo klein uit vanaf hier”, verwacht je als kijker automatisch de reactie “It’s only a model” te horen, waarmee naar het (model van het) kasteel Camelot werd verwezen in de klassieke Python-film.

De actie is soms best vermakelijk. De (brandende) projectielen slingerende katapulten en trebuchets blijven voor een indrukwekkend spektakel zorgen en de verschillende manieren waarop de troepen van de koning het kasteel bestormen en de poorten binnen proberen te dringen is ook vaak interessant om te zien. Bijzonder, en bijzonder wreed, is de wijze waarop koning John de funderingen van het kasteel in wil laten storten. Deze op waarheid berustende methode maakt gebruikt van een stel onder het kasteel gestalde, levend verbrande varkens, waarvan het vet enorm heet schijnt te worden. De leider van de door de koning ingehuurde Denen zorgt ook voor enig amusement op actiegebied met zijn enorme bijl en verschillende één op één-gevechten met de helden.

De cameraman probeert met zijn heftig schuddende camera de illusie van snelheid en dynamiek te creëren maar het wordt er vaak vooral onoverzichtelijk door, en wanneer de camera eens een keer stil staat wordt pijnlijk duidelijk dat de sets en composities vaak saai zijn en de choreografie ondermaats. Wat meer overzichtsshots en een logische montage, die je goed in het gevecht trekt, zouden welkom zijn geweest. De actie voldoet nog best op gezette momenten, maar de film mist op den duur variatie en inspiratie. Het is natuurlijk best een uitdaging om de belegering van één en hetzelfde kasteel bijna een hele film lang interessant te houden, maar Peter Jackson heeft met zijn ‘The Two Towers’ laten zien dat dit zeker niet onmogelijk is. ‘Ironclad’ wordt nog redelijk overeind gehouden door enkele sterke acteurs, wat geslaagde actie en aanzetten tot goed drama (vooral bij de ontwikkeling van groentje Guy [Aneurin Barnard]), maar het zijn helaas vooral losse flodders zonder een goed geolied geheel.

Bart Rietvink