Long Hot Summers: The Story of the Style Council (2020)
Regie: Lee Cogswell | 75 minuten | muziek, documentaire | Met: Paul Weller, Mick Talbot, Dee C. Lee, Steve White, Boy George, Billy Bragg, Gary Crowley, Martin Freeman
Ze hadden een sterk modebewustzijn – het liefst droegen ze scherp gesneden Italiaanse maatpakken – en zagen er altijd piekfijn uit. Om ervoor te zorgen dat hun dure kleding niet vies werd, droegen ze parka’s en reden ze op scooters in plaats van motoren. En ze luisterden naar jazz, soul, ska en beatmuziek. De mods (afkorting voor ‘modernists’) vormden met name in het Verenigd Koninkrijk een serieuze subcultuur die in de late jaren vijftig ontstond en in de decennia erna verschillende oplevingen kende. In de jaren zestig waren The Who, The Small Faces en The Kinks de muzikale uithangborden van de mods, in de late jaren zeventig ontstond er een heropleving rond de subcultuur dankzij The Jam, de punkrock/new waveband rond Paul Weller. The Jam stond bekend om zijn hoekige punkrockmuziek en scherpe teksten over het leven van de arbeidersklasse; ze brachten hun sociale protesten naar de hoogste regionen van de hitlijsten en Weller werd door de fans omarmd als The Modfather. Groot was de schok dan ook toen hij er eind 1982 de brui aan gaf, zowel de fans als zijn collega-bandleden verbouwereerd achterlatend. Weller wilde iets nieuws en richtte in 1983 een nieuwe groep, The Style Council, op om andere muzikale wegen in te slaan.
Over die omslag en Wellers tijd met zijn nieuwe band maakte filmmaker Lee Cogswell de documentaire ‘Long Hot Summers: The Story of The Style Council’ (2020). Alle hoofdrolspelers uit die tijd zijn vertegenwoordigd in de film: Weller en collega-bandleden van The Style Council Mick Talbot, Steve White en zangeres Dee C. Lee. De aanwezigheid van Boy George (die rond diezelfde tijd met Culture Club zijn opwachting maakte in de muziekindustrie) en acteur Martin Freeman (naar eigen zeggen de grootste fan van de band) is aardig ter opvulling, maar het interessantste verhalen komen toch echt van de bandleden zelf. Hoe kwam Weller, die altijd een gruwelijke hekel had aan de New Romantics, juist door de opkomst van die stroming op het idee om The Jam op te doeken en een nieuwe weg in te slaan? Een weg met meer ruimte voor jazz en soul en andere muziekstromen (klassiek componisten als Debussy en tegen het einde van hun bestaan schurkte The Style Council zelfs tegen vroege housemuziek aan). Voor de fans van The Jam was de switch in eerste instantie misschien onbegrijpelijk, maar wie zich genoeg verdiept in Weller en zijn muzikale invloeden hoort dat in elk geval soul en jazz ook al in zijn ‘punkjaren’ een rol speelden (‘Town Called Malice’, dat ook in Nederland succesvol was, is bijvoorbeeld veel soulvoller dan eerdere singles). Van het stoere imago uit zijn The Jam-tijd was ten tijde van de single ‘Long Hot Summers’ – het liedje waar de documentaire zijn naam ontleent en die vanwege de videoclip met homo-erotische ondertoon enigszins controversieel was – weinig meer over.
Hoewel Weller ook met The Jam volop politieke thema’s aansneed, werd het met The Style Council concreter. Waar het bij zijn oude imago totaal niet had gepast, simpelweg omdat het niet ‘punk’ genoeg is, liet hij zich ineens overhalen een bijdrage te leveren aan Live Aid en Band Aid. De activistische singer-songwriter Billy Bragg haalde The Style Council bovendien over om mee te doen aan Red Wedge, een campagne van de Britse Labour Party, primair gericht op jongeren. Het is interessant te zien dat Weller aangeeft zich niet echt op zijn gemak te hebben gevoeld daarbij, terwijl Bragg in feite het tegendeel beweert. Jaren later gaf Weller toe zich ‘misbruikt’ te hebben gevoeld door de politiek. Hoe kijkt hij er nu tegenaan? Eveneens fascinerend is het feit dat Weller en Talbot zichzelf met hun eeuwige experimenteerdrang soms nog wel eens in de weg willen zitten; zo wilde hun platenlabel hun laatste album aanvankelijk niet uitgeven omdat het té vooruitstrevend was. Pas negen jaar later werd ‘Modernism’ alsnog uitgebracht.
‘Long Hot Summers’ maakt inzichtelijk hoe belangrijk The Style Council was voor de Britten in de donkere jaren tachtig. Want ondanks de politieke laag in hun muziek, was het allemaal een stuk vrolijker, positiever en luchtiger dan de punkjaren van The Jam. Ook muzikaal is het oeuvre van The Style Council de moeite waard, omdat de band zich telkens opnieuw probeerde uit te vinden. Niet elke ’talking head’ heeft even veel te zeggen, en Boy George komt wel erg vaak voorbij zonder een écht interessante bijdrage te leveren. Maar gelukkig zijn alle bandleden ook van de partij, zodat we op genoeg smakelijke anekdotes uit eerste hand getrakteerd worden. In Nederland was The Style Council lang niet zo groot en invloedrijk als in de UK – wij kennen Weller toch voornamelijk van The Jam en zijn latere solowerk – maar dat maakt deze documentaire niet minder de moeite waard. Voor fans is dit echter een must see, al was het alleen maar om die muzikale verrassing die de film helemaal aan het einde in petto heeft…!
Patricia Smagge
Waardering: 3.5