Mars Needs Moms (2011)
Regie: Simon Wells | 88 minuten | animatie, komedie, avontuur | Originele stemmencast: Seth Green, Joan Cusack, Breckin Meyer, Dan Fogler, Elisabeth Harnois, Tom Everett Scott, Billy Dee Williams, Mindy Sterling, Ryan Ochoa, Jacquie Barnbrook, Julene Renee, Matthew Wolf, Raymond Ochoa, Robert Ochoa, Amber Gainey Meade
Het zou zomaar eens kunnen dat er met ‘Mars Needs Moms’ (2011) de laatste film is die gemaakt is met de zogenaamde motion capture-techniek. De animatiefilm deed het tijdens zijn openingsweekend in de Verenigde Staten zo slecht, dat Disney de stekker uit het eerstvolgende project van producent Robert Zemeckis – de enige die onverdeeld enthousiast lijkt te zijn over het fenomeen motion capture – heeft getrokken. Er komt dus geen nieuwe versie van de Beatles-film ‘Yellow Submarine’, althans niet uit de stal van Disney. ‘Mars Needs Moms’, gemaakt met een budget van 150 miljoen dollar, bracht in zijn eerste weekend nog geen zeven miljoen op. En dat terwijl er al hogere prijzen voor een toegangskaartje werden gevraagd, omdat de film in 3D- en IMAX-versies uitgebracht werd. Zemeckis maakte ooit faam met succesvolle real action films als ‘Back to the Future’ (1985) en ‘Forrest Gump’ (1994) maar bracht sinds hij besmet raakte met het motion capture-virus louter tegenvallende producties als ‘The Polar Express’ (2004), ‘Beowulf’ (2007) en ‘A Christmas Carol’ (2009) in de zalen. Geen wonder dat Zemeckis in 2010 gedwongen was zijn eigen studio ImageMovers Digital op te doeken.
Is ‘Mars Needs Moms’ dan echt zo’n flop? Dat valt wel mee. Aan de basis ligt het gelijknamige kinderboek van Berkeley Breathed. Centraal staat de negenjarige Milo (Seth Green, met de stem van Seth Dusky), er schoon genoeg van heeft dat zijn moeder (Joan Cusack) hem steeds maar vertelt wat hij moet doen. Ruim je rommel op, eet je broccoli, ga op tijd naar bed, Milo bepaalt liever zelf wat hij doet. Nadat hij voor straf geen zombiefilm mag kijken en naar zijn bed moet, zegt hij dat hij zijn moeder helemaal niet nodig heeft. Zijn wens wordt sneller bewaarheid dan hij gedacht had, want nog dezelfde avond wordt zijn moeder ontvoerd door marsmannetjes – of eigenlijk marsvrouwtjes. Op Mars zijn ze op zoek naar moeders die hun kinderen goed in het gareel kunnen houden. Hun eigen kroost wordt opgevoed door robot-nannies, maar die moeten natuurlijk wel eerst geprogrammeerd worden en daarvoor gebruiken ze de ziel van een mensenmoeder. En nu hebben ze hun oog laten vallen op Milo’s moeder. Omdat het jongetje net op tijd door heeft wat er gebeurd, weet hij zich aan het ruimteschip vast te klampen. Eenmaal op Mars heeft hij slechts één doel: zo snel mogelijk met zijn moeder weer terug naar Aarde. Hoewel hij de tocht door de ruimte best spectaculair vindt.
Mars blijkt veel weg te hebben van een totalitaire samenleving, waar de vrouwen intelligent zijn en de macht hebben en de doelbewust klein gehouden mannen diep weggestopt zitten op een vuilstort. Een beetje seksistisch is ‘Mars Needs Moms’ inderdaad wel… Hoe dan ook, Milo leert op diezelfde vuilstort de drukke maar eenzame Gribble (Dan Fogler) kennen. Zijn moeder onderging ooit – in de jaren tachtig, zoals duidelijk te merken is aan Gribble’s hele doen en laten – hetzelfde lot als wat Milo’s moeder nu te wachten staat. Samen besluiten ze Milo’s moeder te redden, voor het te laat is (en de tijd begint te dringen). Ze krijgen daarbij hulp vanuit onverwachte hoek: een rebels marsvrouwtje genaamd Ki (Elisabeth Harnois), dat zichzelf aardse manieren heeft aangeleerd via sitcoms uit de Flower Power-tijd sluit zich bij hen aan.
‘Mars Needs Moms’ werd geregisseerd door Simon Wells, achterkleinzoon van de befaamde sciencefictionschrijver H.G. Wells, wiens boek ‘The Time Machine’ hij in 2002 verfilmde. Wells houdt erg van avontuurlijke verhalen en daar past ook ‘Mars Needs Moms’ goed bij. Want hoewel het verhaal hier en daar flinke steken laat vallen, werkt de film voor de jeugdige doelgroep naar behoren dankzij een flinke dosis actie en avontuur, zeker vanaf het moment dat de kleine Milo op Mars is aanbeland. De moralistische inslag doet echter wel ouderwets aan en de boodschap wordt niet bepaald zachtzinnig overgebracht. En ja, die motion capture. Het blijft een bijzonder fenomeen. Aanvankelijk is het nogal wennen aan de holle blikken, de onnatuurlijke bewegingen (hoewel het juist realistisch zou moeten ogen) en vervreemdende mensachtige figuren. Na verloop van tijd stoor je je er minder aan, omdat de nadruk dan verschuift naar het actiespektakel en het tempo wordt opgeschroefd, maar de techniek werd in bijvoorbeeld ‘A Christmas Carol’ beter toegepast. De animaties zijn verder overigens prima gemaakt, vooral die op Mars. Aardig zijn de referenties naar scifiklassiekers als ‘Metropolis’, ‘Tron’ en ‘Star Trek’. Zelfs aan het werk van Leni Riefenstahl wordt gerefereerd. De film wordt vergezeld door een schitterende soundtrack van John Powell.
Redenen genoeg om ‘Mars Needs Moms’ – dat de boeken ingaat als een van de grootste flops aller tijden – toch een kans te geven. Hoewel er enkele dubieuze keuzes zijn gemaakt, biedt deze animatiefilm anderhalf uur lang voldoende vermaak, zeker voor kinderen van een jaar of tien (voor jongere kinderen kunnen sommige scènes misschien best schokkend zijn). Emotioneel gezien blijft het allemaal aan de oppervlakte – in tegenstelling tot de meeste films van Pixar, maar dat is een oneerlijke vergelijking – en de motion capture-techniek blijft een kwestie van acquired taste, maar voor een stormachtige zondagmiddag is dit heel aardig familievermaak.
Patricia Smagge
Waardering: 2.5