Rope (1948)
Regie: Alfred Hitchcock | 81 minuten | drama, thriller, misdaad | Acteurs: James Stewart, John Dall, Farley Granger, Cedric Hardwicke, Constance Collier, Douglas Dick, Edith Evanson, Dick Hogan, Joan Chandler
Alfred Hitchcock behoorde altijd tot de meest experimentele commerciële regisseurs. Eén van zijn meer gewaagde beproevingen was ‘Rope’ (1948), de verfilming van het toneelstuk ‘Rope’s End’ van Patrick Hamilton (later door Roman Polanski verwerkt tot ‘Compulsion’, 1959), die hij vormgaf als eenakter. Dat betekende dus uitsluitend lange takes, die bijna onzichtbaar met elkaar versmolten werden tot één geheel. Aan de basis van ‘Rope’ ligt het waargebeurde verhaal van twee studenten, Nathan Leopold en Richard Loeb, die dachten de ‘perfecte moord’ te kunnen plegen. Op 21 mei 1924 brachten ze de veertienjarige Bobby Franks om het leven, om te zien of ze ermee weg konden komen: ze voelden zich verheven boven anderen. Door een stommiteit van een van de twee werden ze toch gepakt en ter dood veroordeeld.
De kijker van ‘Rope’ valt meteen met de deur in huis; direct aan het begin van de film is te zien hoe de twee upperclass studenten Brandon Shaw (John Dall) en Phillip Morgan (Farley Granger) hun oude vriend David Kentley (Dick Hogan) wurgen. Brandon en Phillip zijn twee intellectuelen die het nogal hoog in de bol hebben en de moord plegen bij wijze van experiment, nadat ze van hun leraar Rupert Cadell (James Stewart) het verhaal hebben gehoord van Nietzsche’s Übermenschen. De ongelijke verhouding tussen de twee gaat zeer waarschijnlijk verder dan alleen vriendschap. Brandon is dominant, ijzig kalm en een ware psychopaat terwijl Phillip zich behoorlijk ongemakkelijk voelt bij de moord. Om de horror compleet te maken nodigen ze direct na de moord Davids familie, vriendin en een vriend uit om uitgebreid te komen dineren. Ook de door de jongens aanbeden Cadell is erbij. De twee moordenaars doen het voorkomen alsof ze het vreemd vinden dat David zo lang op zich laat wachten. De waarheid is echter dat ze diens naasten laten eten van de kist waarin zijn dode lichaam zit!
Het was acteur Hume Cronyn (die onder meer meespeelde in Hitchcocks ‘Shadow of a Doubt’ en ‘Lifeboat’), die Patrick Hamiltons toneelstuk ‘Rope’s End’ bewerkte tot een filmscript. Alfred Hitchcock paste vervolgens diverse baanbrekende cameratechnieken toe. Ten eerste is er maar één locatie waarin alles zich afspeelt, om zo dicht mogelijk bij het originele toneelstuk te blijven. Daarnaast maakte hij gebruik van zo lang mogelijke takes en liet deze ook zo vloeiend mogelijk in elkaar overlopen. Zo schijnen er in de 81 minuten lange film maar negen overgangen te zitten. Zestig jaar later zijn deze wel te zien, maar omdat het verhaal en het spel zo interessant zijn valt het nauwelijks op. Bovendien was ‘Rope’ de eerste film die Hitchcock in kleur maakte en loopt de camera mee om de handelingen van de acteurs te volgen. Daardoor krijg je als kijker het gevoel een onzichtbare gast tijdens het diner te zijn, wat de betrokkenheid uiteraard vergroot.
Ook de acteurs leveren uitstekend werk, al valt Farley Granger net als in ‘Strangers on a Train’ (1951) in negatieve zin op. Hij mag dan uitermate geschikt zijn voor de rol van Phillip – net als zijn personage heeft ook Granger lange tijd geworsteld met zijn homoseksualiteit – zijn houterige manier van acteren is bij vlagen behoorlijk storend. Zeker wanneer je hem vergelijkt met John Dall, die op briljante wijze de megalomane psychopaat Brandon neerzet. Werd Granger in ‘Strangers on a Train’ weggespeeld door Robert Walker, nu is het Dall die hem wegvaagt. Dan is er nog James Stewart als professor Rupert Cadell, die eigenlijk indirect verantwoordelijk is voor de moord maar tegelijkertijd als eerste doorheeft hoe het met David is afgelopen en de moord uiteraard verwerpt. Stewart maakt van zijn personage een fascinerend en complex karakter die zich naarmate de film vordert steeds weer een andere kant van zichzelf laat zien. De rest van de cast, met onder anderen Cedric Hardwicke, is degelijk.
‘Rope’ is misschien niet zo gruwelijk als ‘Psycho’, zo spectaculair als ‘North By Northwest’ of zo spannend als ‘Vertigo’, omdat de kijker al direct weet wie de moordenaars zijn. Maar is voor iedere liefhebber van Hitchcock is de film toch verplichte kost. En studenten aan de Filmacademie zullen nog veel kunnen leren van de innovatieve cameratechnieken die Hitchcock (al in 1948!) toepaste.
Patricia Smagge