Sylvia Scarlett (1935)
Regie: George Cukor | 95 minuten | drama, komedie, romantiek | Acteurs: Katharine Hepburn, Cary Grant, Brian Aherne, Edmund Gwenn, Robert Adair, Bunny Beatty, May Beatty, Harold Cheevers, E.E. Clive, Edward Cooper, Harold Entwistle, Alec Harford, Olaf Hytten, Dennie Moore, Edmund Mortimer, Leonard Mudie, Natalie Paley, Lionel Pape, Dina Smirnova, Jacques Vanaire, Michael Visaroff
Nog altijd wordt Katharine Hepburn (1907-2003) door velen beschouwd als de beste actrice aller tijden. Veel van haar rollen werden de hemel ingeprezen. Hepburn heeft bovendien al decennialang het recordaantal Oscars op haar naam staan; ze won er in totaal vier. Haar eerste Academy Award kreeg de actrice voor haar rol in ‘Morning Glory’ (1933) – pas haar derde film! Maar Hepburn was een pittige, vrijgevochten tante, die zich niet wilde aanpassen aan de in Hollywood heersende normen. Zodra dat bekend werd, had het publiek even genoeg van haar. In de periode tussen 1935 en 1938 maakte ze flink wat films, maar de meesten ervan flopten. Een van die teleurstellingen is ‘Sylvia Scarlett’ (1935), onder regie van George Cukor met wie Hepburn in 47 jaar tijd maar liefst tien rolprenten maakte. De titelrol kon eigenlijk alleen maar gespeeld worden door Hepburn, omdat zij zo ongeveer de enige ster uit de jaren dertig was die er geen problemen mee had om een man te spelen!
Sylvia (Katharine Hepburn) is een jonge vrouw die in de Franse stad Marseille leeft met haar ouders. Wanneer haar moeder plotseling overlijdt en ze erachter komt dat haar vader Henry (Edmund Gwenn) ernstig gokschulden heeft opgebouwd, besluiten ze samen naar Engeland te vluchten. Om niet verdacht over te komen knipt Sylvia haar haar af en vermomt zich als een jongen, Sylvester. Onderweg naar Londen maken ze kennis met Jimmy ‘Monk’ Monkley (Cary Grant), een oplichter van het zuiverste water. Ze besluiten met zijn drieën een criminele bende op te zetten die zich richt op het bestelen van rijke mensen. Maar wanneer ze in de villa van een invloedrijke persoon zijn om er juwelen te roven, krijgt Sylvester/Sylvia wroeging. Samen met de dienstmeid van de villa, Monks luidruchtige kennis Maudie (Dennie Moore), trekken ze er op uit als rondreizend vaudeville gezelschap. Onderweg ontmoeten ze kunstenaar Michael Fane (Brian Aherne), voor wie Sylvester/Sylvia warme gevoelens begint te koesteren. Moet ze hem haar ware identiteit onthullen?
‘Sylvia Scarlett’ is gebaseerd op een roman van Compton MacKenzie. De film is op zijn zachtst gezegd erg vreemd te noemen, zeker voor de jaren dertig. En dat niet alleen vanwege de onconventionele opzet. Het script is verwarrend en niet in balans. De eerste helft van ‘Sylvia Scarlett’ is vooral grappig bedoeld en werkt nog best aardig. In de tweede helft verschuift het accent echter naar melodrama. Regisseur George Cukor, volgens de geruchten een latente homoseksueel, greep zijn kans aan om te zien hoe ver hij kon gaan in het Hollywood van de jaren dertig. Natuurlijk is er de verkleedpartij van Katharine Hepburn, maar ook andere aspecten onthullen een onderlaag van (homo-)seksuele spanning. Tientallen jaren later is dat nou juist een van de aspecten die deze film interessant maken, maar ten tijden van de release moest men er niets van hebben – het paste simpelweg niet in het plaatje van wat ‘normaal’ was in die tijd. In zijn geheel oogt de film wat rommelig en uit balans, waarschijnlijk doordat de regisseur niet in alle scènes even geconcentreerd bezig was; het lijkt erop alsof hij vooral zijn best deed bij de meer gewaagde scènes.
Ondanks de negatieve kritieken heeft Cukor altijd gezegd dat het een feest was om ‘Sylvia Scarlett’ te maken, temeer omdat de cast ontzettend veel lol had bij de opnamen. Naast Katharine Hepburn, die zeker niet haar beste rol speelt en niet al te geloofwaardig is als man, schittert vooral Cary Grant (die toen eigenlijk nog moest doorbreken bij het grote publiek) als de onbetrouwbare kruimeldief Monk. Hij was dan ook de enige die lovende recensies kreeg. Ten tijden van ‘Sylvia Scarlett’ moest Grant zijn handelsmerk (de gladde, romantische playboy) nog ontwikkelen, dus zien we hem hier in een compleet andere hoedanigheid. En dat werkt verfrissend. Let bijvoorbeeld op zijn rauwe Cockney-accent. Bovendien is hij nu eens níet de love interest van de hoofdrolspeelster. Deze rol wordt in ‘Sylvia Scarlett’ vertolkt door Brian Aherne (die vier jaar later voor een Oscar werd genomineerd voor ‘Juarez’), die op weinig spectaculaire wijze de kunstenaar Michael Fane gestalte geeft. Jammer is het dat de rol van de doorgaans geweldige Edmund Gwenn (Oscarwinnaar voor zijn bijdrage aan ‘Miracle on 34th Street’ uit 1947) slecht is uitgewerkt. Als Henry Scarlett werkt hij nu voornamelijk op je zenuwen, al raakt de tragiek van zijn personage de kijker uiteindelijk wel.
Over het geheel genomen kun je ‘Sylvia Scarlett’ een a-typische Hollywood-film uit de jaren dertig noemen. Zowel het verhaal als de personages en de opbouw van de film zijn op zijn zachtst gezegd bijzonder te noemen. En onevenwichtig bovendien; het ene moment is de film behoorlijk grappig, terwijl in de volgende scène het drama zwaar wordt aangezet. De enige die deze rolprent een beetje kleur weet te geven is Cary Grant, die hard op weg was een van de grootste acteurs in de geschiedenis van de (Amerikaanse) film te worden. Grant zou later nóg drie films maken met Katharine Hepburn – ‘Bringing Up Baby’ en ‘Holiday’ uit 1938 en ‘The Philadelphia Story’ uit 1940 – die stuk voor stuk beter zijn dan deze. Toch is ‘Sylvia Scarlett’, juist vanwege het feit dat de film afwijkt van de norm, een interessante en opvallende titel in het oeuvre van Grant en Hepburn.
Patricia Smagge
Waardering: 3