The Drummer – Zhan. Gu (2007)
Regie: Kenneth Bi | 115 minuten | drama | Acteurs: Jaycee Chan, Tony Leung Ka Fai, Angelica Lee, Roy Cheung, Josie Ho, Kenneth Tsang, Hei-Yi Cheng, Ruo-yu Liu, Chih-chun Huang, Glen Chin, Ken Lo, Andrew Ng, Eugenia Yuan
Weer een Hongkongse film over de lokale maffia, denk je, ze blijven maar komen. Kennelijk is dit waar men het niet-Aziatische publiek het meest mee denkt te kunnen bekoren. Het uitgangspunt is in ‘The Drummer’ iets aparter, omdat niet het gangstergegeven de hoofdlijn bepaalt, maar het drama, de persoonlijke verwikkelingen. Het lijkt in eerste instantie een beetje gekunsteld en dat is het ook, maar de uitwerking is niet slecht.
Het begin van de film had iets sterker gekund, het voelt alsof (regisseur en scenarist) Kenneth Bi in de eerste twintig minuten zoekt naar zowel vorm en inhoud, die pas verderop beter worden. Het begin voelt dan ook als een televisiefilm, terwijl personages, verhaal en filmstijl later in het verhaal opbloeien; zelfs de beelden worden mooier. Het is dan ook niet ondenkbaar dat het de makers vooral om het tweede gedeelte te doen is geweest, waarbij de rest functioneert als een (wat gezocht) kadertje.
Dat tweede gedeelte betreft de gangsterzoon en zijn ontwikkelingen in de zen drumgroep. Weer zo’n onderwerp waar men in het westen van smult: het beeld van een inheems China (of Hongkong, Taiwan, Korea of Japan of eender welk ander Aziatisch land) als bakermat en conservator van een verheven levensstijl, waarin mens en natuur in superieure harmonie met elkaar leven. Gelukkig wordt dit niet overdreven en bieden verschillende (stadse en plattelandse) personages genoeg tegenwicht om dit idee niet helemaal te laten ontsporen.
Ten slotte is het buitengewoon mooi te zien hoe de zen beoefenaars, echte drummers gemengd met goede acteurs, hun kunsten tonen en ten gehore brengen. Als kijker leer je echt een beetje hoe het werkt: de ritmes zijn niet per se heel ingewikkeld, maar de patronen zijn strak en moeten heel precies uitgevoerd worden, gelijk met alle andere spelers. Het draait om opperste concentratie en totale overgave aan het drummen. En ook weer niet, want zoals de inkopper luidt: een goede drummer is vooral een ‘goed’ mens. Onze hoofdfiguur mag dan ook eerst stenen dragen en thee inschenken, zoals het de ‘Karate Kid’ traditie betaamt.
Een film die wat goedkoop begint, pakt toch nog uit als een mooie film over het overwinnen van oordelen (vooral over jezelf) en samenwerking, je plek accepteren en je eraan overgeven. Inkoppers uiteraard, maar niet slecht gedaan. Alleen had dat gangsterverhaaltje weg gemogen.
Arjen Dijkstra