The Exorcist (1973)
Regie: William Friedkin | 122 minuten | drama, horror | Acteurs: Ellen Burstyn, Linda Blair, Max von Sydow, Jason Miller, Lee J. Cobb, Kitty Winn, Jack MacGowran, Reverend William O’Malley
In 1973 was ‘The Exorcist’ een vernieuwende film, die helemaal in zijn tijd paste. In het hippietijdperk was de Amerikaanse samenleving zich aan het heroriënteren op de rol van traditionele verhoudingen, maar de uitwassen (drugs-gerelateerde moorden; toename van het aantal scheidingen) hadden ook veel angst opgeroepen. Hoe dat beter te verbeelden middels een Hollywood-actrice in een chique wijk van het conservatieve Washington D.C. met een lief dochtertje op de drempel van de puberteit dat door de duivel wordt bezeten. In ‘The Exorcist’ worden bovengenoemde angsten op ongekende wijze geëxploreerd en groteske special-effects (draaiende hoofden, groene kots) op succesvolle wijze in het horror-genre geïntroduceerd. Nog opzienbarender is het taalgebruik in de film, waarin de transformatie van Regan centraal staat. Woorden als ‘cunt’ zijn zeldzaam in het Angelsaksische openbare leven en de suggestie van geslachtsgemeenschap met Jezus helemaal. En dan hebben we het nog niet eens gehad over Regan’s bloederige zelfverminking; genoeg om ook in de eenentwintigste eeuw nog mensen van hun apropos te brengen; ‘The Exorcist’ blijft daardoor uniek in zijn soort, een ‘Passion of the Christ’ maar dan het negatief daarvan.
Toch lijdt de film aan een matige dramatische uitwerking. Van Regan komen we niet meer te weten dan dat ze leuke kleurplaten maakt; moeder Chris alleenstaand is en vader afwezig en nalatig. Friedkin presenteert alles als een gegeven feit en de kijker moet daarin dan maar enige tragiek ontdekken; Chris staat erbij en kijkt ernaar. De verhaallijn van Father Karras lijdt aan een gelijksoortig probleem. Deze zondige priester (roken en drinken) twijfelt tussen zijn werk als dienaar Gods en de zorg voor zijn moeder, maar wat zijn personage aan de film toevoegt is een raadsel. Het leidt tot een rommelig samenraapsel van onschuld en kwaad, geloof en noodlot. ‘The Exorcist’ boet daardoor aan overtuigingskracht in; zeker in vergelijking met het latere ‘The Omen’, waarin het gegeven van de antichrist subtieler – en zonder snot – is verwerkt en de moedeloosheid van de ouders van de satanische Damien ook echt voelbaar wordt.
Daar staat in ‘The Exorcist’ dan weer een evenwichtige spanningsopbouw tegenover en de prestatie van de jonge Linda Blair, die eerst indruk maakt als dromerig meisje en dan – als we haar tenminste nog herkennen – als verpersoonlijking van het kwaad. Zij is de ster en overvleugelt gereputeerde acteurs als Ellen Burstyn en Max von Sydow met gemak. ‘The Exorcist’ laat je dan ook met gemengde gevoelens achter.
Jan-Kees Verschuure
Waardering: 3
Bioscooprelease: 5 september 1974