The Glass Key (1942)

Regie: Stewart Heisler | 82 minuten | drama, romantiek, misdaad | Acteurs: Brian Donlevy, Veronica Lake, Alan Ladd, Bonita Granville, Richard Denning, Joseph Calleia, William Bendix, Frances Gifford, Donald MacBride, Margaret Hayes, Moroni Olsen, Eddie Marr, Arthur Loft, George Meader, Brooks Benedict, William Benedict, Conrad Binyon, Frank Bruno, Kenneth Chryst, Dane Clark, Edmund Cobb, Maurice Costello, George Cowl, John W. De Noria, Vernon Dent, Frank Elliott, Tom Fadden, Bess Flowers, J.C. Fowler, Jack Gardner, Kit Guard, Frank Hagney, Joe McGuinn, Tom O’Grady, Pat O’Malley, Stanley Price, Lillian Randolph

Hollywoodstijliconen heb je in alle soorten en maten. Audrey Hepburn, Grace Kelly en Marilyn Monroe zijn wellicht de bekendste, maar in hun kielzog komt nog een bataljon stijlvolle actrices die het gewone volk aanspraken. Denk aan Louise Brooks met haar opvallende zwarte boblijn. Maar ook Veronica Lake viel op dankzij haar opmerkelijke kapsel. De kleine blondine droeg haar lange, sluike haar langs haar gezicht, soms hing een lok voor haar rechteroog. De haardracht werd bekend als de ‘peek-a-boo’-stijl. Na enkele kleine rollen liet Lake zich in 1941 voor het eerst aan het publiek zien in ‘I Wanted Wings’ en in datzelfde jaar volgde ‘Sullivans Travels’. De jonge actrice werd dankzij die succesvolle films vrijwel direct een ster. Kappers kregen massaal de opdracht haar kapsel na te maken (ook Kim Basinger zou zich vijftig jaar later voor haar Oscarwinnende rol in ‘LA Confidential’ (1997) door Lake laten inspireren). Rollen in films noirs als ‘This Gun for Hire’ (1942) en ‘The Blue Dahlia’ (1946) volgden, maar Lakes ster bleek al gauw te doven. Aan het eind van de jaren veertig had ze meer flops dan successen op haar naam staan en raakte ze in de vergetelheid. Bovendien kreeg de alcohol vat op haar. Veronica Lake stierf in 1973 – op slechts 53-jarige leeftijd – aan hepatitis.

Lake zal vooral herinnerd worden om de zeven (!) films die ze maakte met de al even tragische acteur Alan Ladd. Ze vormden een goed duo omdat Lake met haar krap anderhalve meter een van de weinige actrices was die beduidend kleiner was dan de ook maar 1.63 meter grote Ladd. Een van hun eerste coproducties was de film noir ‘The Glass Key’ (1942). Ladd speelt in die film Ed Beaumont, de rechterhand en vertrouweling van de louche politicus Paul Madvig (Brian Donlevy). Die werkte zich omhoog in de plaatselijke politiek door duistere figuren als gokbaas Nick Varna (Joseph Calleia) de ruimte te geven hun imperium op te bouwen. Wanneer Madvig tijdens een feestje Janet Henry (Veronica Lake) ontmoet, besluit hij het roer drastisch om te gooien. Henry is namelijk de dochter van de voorman van de Reform Party. Madvig wil hoe dan ook iets met Janet en besluit Henry in zijn kandidatuur om de gouverneurszetel te steunen. Tot onvrede uiteraard van Varna. Op een avond wordt Taylor Henry (Richard Denning) – de broer van Janet – dood aangetroffen. De beschuldigende vinger wordt gewezen naar Paul, die de relatie van zijn zusje Opal (Bonita Granville) met de gokverslaafde Taylor niet goedkeurde. Ed gelooft er niets van dat Paul schuldig is en besluit de zaak tot op de bodem uit te zoeken.

Aan de basis van ‘The Glass Key’ staat het gelijknamige boek van de bekende misdaadschrijver Dashiell Hammett, van wie eerder ook ‘The Thin Man’ (1934) en ‘The Maltese Falcon’ (1941) werden verfilmd. Hammetts werk kenmerkt zich door veel personages die zich in een wirwar van intriges voortbewegen. De films naar aanleiding van zijn romans hebben vaak meer dan één kijkbeurt nodig om alles goed te kunnen volgen en snappen. Dit geldt eveneens voor ‘The Glass Key’, een film die op het eerste gezicht maar lastig te begrijpen is. Want wie is nou precies wie en wat heeft het een met het ander te maken? Mede doordat je als kijker bezig wordt gehouden met dit gepuzzel wil dit op het oog intrigerende mysterie nooit echt van de grond komen. Het verhaal zit goed in elkaar, met de nodige verrassende plotwendingen, maar de film is nergens zo spannend als hij zou kunnen – en misschien wel had moeten – zijn. De toon wordt gezet door Ladd, wiens personage zich doelloos door de gebeurtenissen voortbeweegt alsof hij alle tijd van de wereld heeft om de misdaad op te lossen. Deze Ed Beaumont toont nergens echte betrokkenheid of emotie en juist door zijn vlakheid maakt het voor de kijker ook maar weinig uit hoe het afloopt. Als hij zich er al niet druk om maakt, waarom zouden wij dat dan wel doen? Zelfs de finale, waarin de moordenaar eindelijk ontmaskerd wordt, zorgt nauwelijks voor enige opwinding – hoofdzakelijk omdat het motief van de moord daar geen reden toe geeft.

‘The Glass Key’ mag dan niet de spannende en meeslepende film noir zijn die het had kunnen zijn, de film zit hoe dan ook uitstekend in elkaar. Het verhaal is intelligent geschreven en biedt een interessante kijk op de lokale politiek in het Amerika van begin twintigste eeuw. Hoewel er nooit twijfel is dat Ladd en Lake uiteindelijk samen zullen komen, wordt de romance aardig neergezet. Met name de scène die door de Amerikaanse filmfans ‘Lake giving Ladd the eye’ wordt genoemd is bijzonder geslaagd. Het acteerwerk is van een heel aardig niveau. Meer dan leuk zijn de bijrollen van William Bendix als Jeff, Varda’s handlanger met de losse handjes, en de kleine maar fijne bijdrage van Frances Gifford als de verpleegster die Ed behandelt aan zijn verwondingen. Camerawerk, regie, montage en muziek zijn dik in orde maar kunnen de tekortkomingen van deze prent jammer genoeg niet verbloemen. ‘The Glass Key’ is typisch zo’n film die veel belooft, maar het uiteindelijk niet (helemaal) waar kan maken. Een film die absoluut weet te vermaken, maar die de liefhebber van de film noir desondanks niet echt weet te bevredigen.

Patricia Smagge