The Last Drop (2006)

Regie: Colin Teague | 98 minuten | oorlog | Acteurs: Billy Zane, Michael Madsen, Neil Newbon, Laurence Fox, Alexander Skarsgård, Karel Roden, David Ginola, Tommy Flanagan, Nick Moran, Rafe Spall, Andrew Howard, Louis Dempsey, Lucy Gaskell, Coral Beed, Jack Dee, Sean Pertwee, Neil Jackson, Steve Speirs, Agathe De La Boulaye, Todd Spangler, Dave Evans, Justin Thomson, Gheorge Debre, Iona Popescu, Diarmid Scrimshaw, Aoife Madden

Wellicht ziet de samenvatting van ‘The Last Drop’ er spannend uit, maar aan spanning heeft deze film een groot gebrek. Van ‘op het puntje van je stoel zitten’ is geen sprake, het komt zelfs nooit in die richting. Eigenlijk is ‘The Last Drop’ op alle fronten in gebreke gebleven.

Eerst maar eens iets over een aantal opvallende zaken in de verhaallijn. De Britse eenheid die is aangewezen voor ‘Matchbox’ is een onsamenhangend geheel van militairen. Zo heb je de aan morfine verslaafde explosieven expert Baker en de uiterst labiele hospik Wellings, die nog nooit een schot buiten de schietbaan heeft gelost. Daarnaast zijn er nog de stille korporaal Powell, die meer lijkt te weten, en soldaat Alan Ives, die geen blad voor de mond neemt. Dat een dergelijke groep militairen geformeerd is voor zo’n specifieke, geheime missie is op zich al bedenkelijk. Dat geldt zeker ook voor de miraculeuze redding van een sergeant door hospik Wellings, die zich tot dan toe al jammerend en angstig een weg door het slagveld heeft gebaand. Een glimlach kun je dan gewoonweg niet onderdrukken.

Naast deze Britse eenheid wordt een Amerikaanse luchtlandingsdivisie onder leiding van kolonel Colt (Michael Madsen) gevolgd. Geeft Madsen, beter bekend van zijn goede acteerwerk in onder andere ‘Reservoir Dogs’, de film dan nog iets om het kijken dragelijker te maken? Absoluut niet! Zijn verschijning werpt het totaalplaatje meer en meer de vernieling in. Hij zet zijn personage meer neer als de stoere leider van een groep hangjongeren dan een kolonel wanneer hij zijn missie heeft volbracht. Daarbij is zijn veel te grote zelfverzekerdheid ongepast en lachwekkend. Zeker wanneer hij zich breed lopend rustig door het strijdtoneel beweegt, een Duitser neerschiet en daarbij met een stoer, schor stemgeluid roept: “Got that one!”

Naast het aparte verhaal zijn er nog een heleboel zaken die de film niet ten goede komen. Zo spreken alle Duitse personages Engels met een Duits accent. Duitssprekende Duitsers zijn in een goede oorlogsfilm een vereiste, Engels kan al niet, maar Engels met een Duits accent werkt het lachgehalte van de film in de hand. Daarnaast kent de film totaal misplaatste, zogenaamde ‘humor’.

Ook wordt er in de film veel gebruik gemaakt van echte zwart-wit beelden, waarvan het nut niet duidelijk wordt. Waarschijnlijk is het doel ervan om de film realistischer te laten overkomen, maar omdat de beelden maar losse flarden zijn hebben ze meer een storend effect.

Dan naar het volgende heikele punt: de muziek. Het steeds herhaalde, simpel klinkende thema wordt gedurende de film eentonig. Verder is er een aantal maal gekozen voor muziek waar je zo je vraagtekens bij kunt hebben. Een oorlogsfilm ondersteun je tenslotte niet met een stukje stevige rock.

Na de werkelijk belachelijke slotscène, die in het geheel niet misstaat, ben je blij dat er na 102 minuten een einde komt aan een nachtmerrie in het genre ‘oorlogsfilm’. Naast het slechte acteerwerk ontbreekt het de film werkelijk aan alles. Het is dan ook volkomen terecht dat deze film ergens op het internet werd bestempeld als ‘The Last Flop’.

Arian Schouten