Werewolf of London (1935)

Regie: Stuart Walker | 71 minuten | drama, fantasie, horror | Acteurs: Henry Hull, Warner Oland, Valerie Hobson, Lester Matthews, Lawrence Grant, Spring Byington, Clark Williams, J.M. Kerrigan, Charlotte Granville, Ethel Griffies, Zeffie Tilbury, Jeanne Bartlett, Reginald Barlow, Egon Brecher, Wong Chung, J. Gunnis Davis, Herbert Evans, Eole Galli, Helena Grant, Jeffrey Hassel, Boyd Irwin, Noel Kennedy, George Kirby, Connie Leon, Maude Leslie, James May, William Millman, Roseollo Navello, Amber Norman, Joseph North, Tempe Pigott, Harry Stubbs, David Thursby, Louis Vincenot, Beal Wong

In 1935 maakten de Universal filmstudio’s hun eerste weerwolfproductie. De aanwijzingen aangaande het op stapel staande onheil worden hierin al snel op de kijker losgelaten door de nodige veelbetekenende opmerkingen ‘…there are some things it is better not to bother with…’, ‘…I respect some of the superstitions of others… often they are founded in facts…’. Gekoppeld aan de niet mis te verstane titel van deze film maakt dit direct duidelijk wat de aard is van de duistere gebeurtenissen die zich vervolgens inderdaad al snel aandienen. De vormgeving ervan laat in deze film helaas op een aantal belangrijke punten te wensen over. En wel allereerst door de portrettering van de mannelijke hoofdpersoon, Dr. Wilfred Glendon geheten. Vanaf het begin komt hij over als een kil en vrij emotieloos karakter waarbij zijn kortaf en onhebbelijk gedrag, inclusief het steeds verder gaand verbaal geweld tegen zijn vrouw, nu niet bepaald voor de benodigde identificatie en het daarmee gepaard gaande medeleven met hem kunnen zorgen. Iets dat voor het passend ondergaan van de nodige gewenste horror in het algemeen aan te bevelen is, zoniet toch wel als een voorwaarde gesteld kan worden. Daarnaast is het weerwolfuiterlijk van Wilfred wel wat voor verbetering vatbaar.

In eerste instantie zou het uiterlijk van de weerwolf er stukken hariger en daarmee schrikwekkender uitzien, maar na de eerste make-up testen weigerde hoofdrolspeler Henry Hull om de langdurige make-up sessies te ondergaan. Helaas was het gevolg daarvan dat de make-up voor Hull werd aangepast en de daardoor nu als relatief gladgeschoren en kortgewiekt overkomende weerwolf niet zo schrikwekkend is als het geval had kunnen zijn. Ook wordt Wilfred’s tijdens zijn huwelijkscrisis gedane uitspraak ‘…I’ll try to be more… well, more human…’ nogal ver doorgevoerd. Hij blijkt zelfs in zijn wolvengedaante nog dusdanig menselijke trekjes te hebben dat hij door een getuige herkend kan worden, gaat hij ook in die hoedanigheid in zijn menselijke kleding op jacht en blijkt hij, nog steeds in zijn wolvengedaante, zelfs te kunnen spreken en denken als een mens. Een nogal afwijkende vormgeving ten opzichte van de weerwolven zoals we die we kennen uit latere horrorfilms waarbij de menselijke kant van de weerwolf tijdens de volle maan volledig wordt verdrongen door het beest dat in hem huist. Een binnen het horrorgenre regelmatige gehoorde opvatting is dat ‘Werewolf of London’ juist opzettelijk met deze insteek is gemaakt, iets waar ook de door Dr. Yogami gedane uitspraak “…a werewolf is neither man nor wolf, but a satanic creature with the worst qualities of both” op zou duiden. Dit zou dan ook Wilfred’s herkenbaarheid in zijn wolvengedaante verklaren, iets wat echter weer niet goed te rijmen valt met het des te schrikwekkender uiterlijk dat de weerwolf in eerste instantie toebedacht was.

Hoe dan ook, Wilfred’s weerwolfuiterlijk komt al met al niet overeen zoals we dat van een rechtgeaard weerwolf zouden verwachten, en de dreiging die er van zijn verschijning uit zou moeten gaan schiet dan ook tekort. Voeg daaraan de weinig verrassende ontwikkelingen binnen het verhaal toe – de weerwolfvloek die op Wilfred rust, de huwelijkscrisis tussen hem en Lisa in combinatie met de verschijning van Lisa’s vroegere vlam met alle daar voorspelbare uit voortvloeiende gevolgen – en er is sprake van een film die door de weerwolfliefhebbers niet als een hoogvlieger beschouwd zal worden. Niettemin heeft deze film voor de liefhebber toch de nodige pluspunten te bieden. Vooral de scènes waarin de confrontaties met diverse weerwolven plaatsvinden zijn van zijn van gedenkwaardige aard. Ook de transformatiescènes zijn de moeite waard. Niet zozeer met betrekking tot het eindresultaat ervan, maar wel door de manier waarop ze zijn vormgegeven. Weliswaar worden ze overtroffen door de transformatie-effecten die in weerwolffilms van later jaren aan de kijker voorgeschoteld worden, maar voor die tijd zijn ze een knappe prestatie te noemen, temeer daar deze film Universal’s eerste weerwolfproductie is. Verder zijn er de nodige duistere en vooral sfeervolle decors waarin de weerwolf, tegen de achtergrond van het mistige nachtelijke Londen, op jacht kan gaan. Hierbinnen komt zijn dreiging, hoezeer de schrikwekkende beestachtigheid van zijn uiterlijk ook tekort schiet, dan toch nog redelijk aansprekend naar voren. Ook weet Hull, al komt zijn filmpersonage meestentijds onsympathiek over, Wilfred geslaagd vorm te geven, ondersteund door degelijk acteerwerk van de overige acteurs. Ondanks deze pluspunten bleek ‘Werewolf of London’ niet een succes te zijn. Universal nam de geleerde lessen ter harte en leverde zes jaar later ‘The Wolf Man’ af, een film waarin de te opvallende tekortkomingen van ‘Werewolf of London’ verholpen waren en die dan ook als Universal’s meest gedenkwaardige en geslaagde weerwolfklassieker de geschiedenis is ingegaan.

Ondanks dat ‘Werewolf of London’ van duidelijk mindere kwaliteit is dan zijn opvolger, blijft het een interessant product en niet alleen omdat het Universal’s eerste weerwolffilm is. Het is ook een film geworden die in meerdere opzichten als een richtlijn voor latere weerwolffilms heeft gediend en die een noodzakelijk onderdeel is gebleken van de route die de filmmaatschappijen hebben uitgestippeld naar de slechts door zijn instincten gedreven beestachtige weerwolf die we uit latere producties hebben leren kennen en ook als zodanig weten te waarderen. Reden dan ook dat deze film uit 1935 zijn eervolle vermelding in de historie der weerwolffilms heeft verdiend en door de liefhebbers van klassieke horrorfilms niet gemist mag worden.

Frans Buitendijk