Where to Invade Next (2015)

Regie: Michael Moore | 119 minuten | documentaire

De titel van deze documentaire is een cynische verwijzing naar de neiging die de Verenigde Staten lijkt te hebben tot het binnenvallen van landen waar iets te halen valt. In ‘Where to Invade Next’ verklaart Moore als eenmansleger op expeditie te gaan naar landen die het beter voor elkaar hebben dan de VS in een of meerdere opzichten. Gewapend met vlag blijkt zijn naam verbazingwekkend veel deuren te openen; in Slovenië schopt hij het zelfs tot een bijeenkomst met hun president. De vergaande toegang die Moore opeist, biedt een interessant en humoristisch inkijkje in landen waar ze het anders aanpakken. Helaas wordt de kritiekloze, allesbewonderende omkadering van de beelden al snel vermoeiend.

Moore bezoekt achtereenvolgens negen landen, en om de titel te justificeren blijft hij de gimmick volhouden van het planten van de Amerikaanse vlag in de directe omgeving van de mensen die hij zojuist heeft bezocht. Dit is al vrij snel niet meer grappig, maar dat wordt gecompenseerd door de schutterige reacties van omstanders. Moore verdient veel lof voor de locaties die hij heeft uitgezocht binnen elk land en de figuren die hij voor de camera trekt. Zo is het eerste land op zijn reisschema Italië, waar hij een stelletje spreekt dat zo dramatisch en geschokt reageert op het gebrek aan vakantiedagen in de VS dat het bijna geacteerd lijkt. In Frankrijk eet hij mee van het luxueuze menu in een schoolkantine, alwaar de leerlingen walgend reageren op zijn aanbod van een slokje Coca-Cola, en in Portugal gilt hij tegen een stel schuchter knipperende politieagenten dat hij drugs bij zich heeft terwijl ze schouderophalend blijven zitten. Het type respectloze humor waarmee Moore zijn onderzoeksobjecten in beeld brengt zorgt regelmatig voor een lach; de sterk cynische ondertoon van het geheel is voornamelijk afkomstig uit de antimilitaire houding van de Amerikaan. Tegelijkertijd omarmt Moore zijn eigen Amerikaansheid in zijn totaliteit, en wandelt de zwaarlijvige documentairemaker als verpersoonlijking van het stereotype op zijn vuile sneakers, in jeans, en met zijn eeuwige petje op het presidentiële paleis van Slovenië binnen.

Elke overheidsrichtlijn in het bezochte land die er beter uitkomt in vergelijking met de VS kan rekenen op een geschokte reactie van Moore, waardoor de filmmaker een groot deel van de tijd met open mond doorbrengt. Deze gekunstelde houding lijkt namens zijn publiek aangenomen, waardoor het kan aanvoelen alsof er vakkundig een mening door je strot wordt geduwd. Wat ook voor wrijving zorgt, is Moore’s flitsende interviewtechniek, waarbij hij een staccato van gelijksoortige vragen afvuurt op zijn subject om zijn verrassing en ontzag voor de lokale gebruiken te benadrukken. De geïnterviewde, of het slachtoffer, kan dan niet anders dan reageren met “Ja. Ja. Ja. Ja. Ja” – goed voor wat gegniffel, maar het voelt – alweer – gauw gimmicky aan. Een dieptepunt is een interview met een Noorse vader die zijn zoon verloor in de slachtpartij die Anders Breivik aanrichtte op Utøya, waarbij Moore op hem inhamert met de vraag waarom hij Breivik een humane behandeling in de gevangenis gunt. Moore’s hogere doel van het benadrukken van contrast staat duidelijk boven pogingen om de menselijke psyche van deze man te doorgronden.

Bovendien breekt dit een ander punt aan: niet alles wat Moore jubelend omarmt als dé aanpak waar de VS wat van kan leren is onomstreden. Breivik dartelt rond in een ‘isoleercel’ die bestaat uit drie kamers en een tuin, en toonde onlangs nog zijn gebrek aan berouw met een Hitlergroet in de rechtszaal. De uitbetaling van een dertiende maand salaris in Italië kan ook wel op wat Europees tegengeluid rekenen. Natuurlijk verklaart Moore dat hij de bloemen uit elk land wil plukken en niet het onkruid. Maar zelfs een fractie meer nuance had een groot verschil kunnen maken. Een belangrijke vraag is eigenlijk: wat voor publiek kijkt volgens Michael Moore naar zijn documentaires? Zou een vaderlandslievende, wapendragende Amerikaan het tot het einde toe volhouden? Het is absoluut mogelijk, getuige de geforceerde manier waarop een Noorse gevangenenbewaker claimt dat ze het idee voor “geen wrede en ongebruikelijke straf” in hun rechtssysteem uit de Amerikaanse grondwet hebben gehaald. Het is echter waarschijnlijker dat de documentairemaker vooral mikt op een publiek dat zijn steekjes naar het thuisland wel kan waarderen, en als je aan het preken bent voor eigen parochie dan moet je met wat beters komen dan aanwijzen wat voor de hand ligt.

Maaike Tol

Waardering: 2

Bioscooprelease: 24 maart 2016
DVD- en blu-ray-release: 14 oktober 2016