A Tale of Two Cities (1989)

Regie: Philippe Monnier | 188 minuten | drama, oorlog, romantiek, geschiedenis | Acteurs: James Wilby, Xavier Deluc, Serena Gordon, John Mills, Jean-Pierre Aumont, Anna Massey, Kathy Kriegel, Alfred Lynch, Gérard Klein, Jonathan Adams, Karl Johnson, Michel Subor

In de miniserie ‘A Tale of Two Cities’ (naar het beroemde boek van Charles Dickens) staan de personages van Alexandre en Lucie Manette, Charles Darnay en Sydney Carton centraal. Het verhaal begint in het jaar 1767, als de arts Alexandre Manette (Jean-Pierre Aumont) onschuldig vastzit in een gevangenistoren van ‘De Bastille’ in Parijs.  Acht jaar later sluit Alexandre zijn goede vriend Jarvis Lorry (John Mills) weer in de armen na zijn vrijlating. Ook maakt de dokter kennis met dochter Lucie (Serena Gordon), die zonder vader moest opgroeien.

Vervolgens maakt de miniserie weer een sprong in de tijd en zien we Lucie tezamen met meneer Lorry en haar vader in een rechtszaal. Lucie legt een getuigenis af voor de gedaagde Charles Darnay (Xavier Deluc). Hij wordt beschuldigd van verraad. Lucie merkt dat haar getuigenis Charles weinig goed doet. Maar Sydney Carton (James Wilby) is wél geraakt door Lucies pleidooi en weet de zaak in Charles voordeel te keren. Sydney is vanaf dat moment smoorverliefd op Lucie. Hij beseft dat zijn liefde onbeantwoord zal blijven, maar doet aan Lucie toch een bijzondere belofte. Wanneer de Franse revolutie zijn intrede doet, wordt het geluk van Charles en Lucie wreed verstoord…

Hoewel ‘A Tale of Two Cities’ een vrij lange speelduur heeft, blijft de miniserie interessant door acteurs als Gordon en Deluc. Zij zijn erg overtuigend als het liefdeskoppel Charles en Lucie. Maar Wilby mag zeker niet worden vergeten, hij geeft de – op het eerste gezicht – oppervlakkige Sydney de juiste schwung. Wilby weet goed met zijn ogen weer te geven wat voor innerlijke onrust er in Sydneys gemoed omgaat. Je ziet hem woordeloos worstelen. Bijvoorbeeld wanneer Sydneys collega opmerkt dat hij aan de vrouw moet, of als hij Lucie en Charles in het bos ziet kussen. De scène waarin Sydney aan Lucie zijn liefde opbiecht, is één van de memorabele momenten van de film. De wijze waarop Wilby als Carton passioneel zijn gevoelens kenbaar maakt, komt niet geforceerd over. En de emoties die tegenspeelster Gordon toont via haar lieflijke gezicht, zijn ook sterk.

Wanneer de Franse revolutie in ‘A Tale of Two Cities’ uitbreekt, verandert de toonzetting drastisch.  Van tevoren krijg je al genoeg indicaties dat er flink wat borrelt onder de Franse bevolking door zoal de samenkomsten bij de herberg van het echtpaar LeFarge. Deze karakters leer je tijdens de revolutie nog beter kennen. Kathy Kriegl speelt madame Thérèse LeFarge, de vrouw van de herbergier die onderdak heeft verleend aan Alexandre. Thérèse ziet graag dat de elite ten ondergaat. Dit personage zal je zeker bij blijven door Kriegls vlammende blauwe ogen waarmee ze de intense vechtlust en bloeddorst van Thérèse uitstraalt. Als blikken konden doden, dan was zij wél een van de personen die ze met dit bekende gezegde bedoelen.

Het verhaal van ‘A Tale of Two Cities’ zit ingenieus in elkaar. Dickens belicht de misstanden van de hogere klasse versus de lagere klasse via een – ogenschijnlijk simpel – familieverhaal. Maar het mooie is dat de zaken ingewikkelder liggen dan je zou vermoeden.  Het draait niet alleen om de familiegeschiedenis van Charles en Lucie. De makers van de miniserie hebben dit gegeven mooi naar hun hand weten te zetten. Deze bewerking van ‘A Tale of Two Cities’ is een exemplaar waarbij je na het eind met een brok in je keel achterblijft…

Ans Wijngaarden