Bollywood Blues (2008)

Regie: Rishi Chamman | 50 minuten | documentaire

De toon van de film ‘Bollywood Blues’ slaat, ondanks het interessante en niet veel belichte onderwerp, op een of andere manier de plank mis, waardoor de kijker gedistantieerd raakt van het subject van de film, in dit geval de 24-jarige Monique, een meisje van Hindoestaanse afkomst die moeite heeft met haar overbezorgde vader en de regels en verwachtingen die hij en Moniques moeder haar opleggen. Ze heeft haar leven lang hard gewerkt om aan de verwachtingen te voldoen, waardoor ze een rechtenstudie heeft afgerond en een goede baan heeft gevonden. Maar ze is ook op een punt gekomen dat ze begint te twijfelen of ze dit allemaal wel echt wil, of ze niet eerst wil kijken wat ze zélf zou kiezen.

Het is jammer dat uit de vele uren die er gefilmd zijn, sommige dingen niet tot hun recht kunnen komen. Als Monique tijdens het koken met haar moeder voorzichtig het onderwerp samenwonen aansnijdt, begint haar vader spontaan te stuiteren. ‘Samenwonen? Dat doen dieren!’, is zijn eenduidige mening. Later blijkt echter dat Moniques ouders nota bene zelf niet getrouwd waren toen ze uit huis gingen, een regelrechte schande binnen de Hindoestaans-Surinaamse gemeenschap. Helaas krijgen we hier verder niets over te horen, maar gekker nog, lijkt ook Monique zelf er niet over door te vragen. De hele film draait om de tegenstellingen tussen haar en haar ouders, maar echt in discussie gaat ze nooit. De 24 jaren die ze al bij hen woont, is ze duidelijk nooit tegen haar ouders ingegaan, heeft ze nooit iets gedaan wat niet kon, maar heeft ze óók nooit geprotesteerd tegen de vele materiële zaken die ze van haar ouders kreeg; alle aandacht, hulp en bijstand. Terwijl ze rijdt in de cabrio die papa betaald heeft, vertelt ze honderduit wat ze allemaal níet van hem mag. Dat het milieu nogal verstikkend werkt is duidelijk, maar het voelt of de film daaraan hoe langer hoe meer voorbij gaat.

Mooi is wel de rustige opbouw, de vele situaties waarin de dingen worden besproken en de verschillende kanten die belicht worden. Als Monique met schoolvriendinnen praat, lijken hun mogelijkheden mijlenver uit elkaar te liggen. Op vakantie? Geen denken aan. Uitgaan? Uit den boze zul je bedoelen. Jongens? Ze moet maar op zoek gaan naar een nette Hindoestaanse jongen die haar wil trouwen en haar op die manier (de enige manier) uit huis kan halen.

Uiteindelijk wint vooral de vader de sympathie, omdat blijkt dat hij helemaal niet de boeman is die hij in eerste instantie misschien lijkt, maar slechts en overbezorgde vader die zijn oogappel, zijn jongste dochter, zo lang mogelijk bij zich wil houden; eigenlijk vooral bang is om straks ‘alleen’ te zijn, bang dat niemand hem meer nodig heeft als vader en vanuit die angst Monique met zeer harde hand voor de boze buitenwereld probeert te behoeden en haar met dure spullen probeert vast te houden.

Een documentaire is natuurlijk afhankelijk van het verloop van de levens van haar onderwerpen; hierin zijn de hoofdrolspelers in eerste instantie zeker interessant genoeg om te volgen, maar langzaam aan wordt duidelijk dat er verder niet veel verloop in het verhaal zit. Er gebeurt weinig, al voortkabbelend blijft Monique dingen bedenken die ze zou willen met haar leven en probeert haar vader haar buitenproportioneel te beschermen.

Ruby Sanders