People Will Talk (1951)

Regie: Joseph L. Mankiewicz | 110 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Cary Grant, Jeanne Crain, Finlay Currie, Hume Cronyn, Walter Slezak, Sidney Blackmer, Basil Ruysdael, Katherine Locke, Will Wright, Margaret Hamilton, Bess Flowers, Stuart Holmes, Jack Kelly, Paul Lees, Leon Taylor

Regisseur Joseph L. Mankiewicz en producent Darryl F. Zanuck maakten met ‘All about Eve’ een van de succesvolste films van 1950. De samenwerking beviel zo goed dat ze een jaar later besloten wederom samen een film te maken. Ditmaal met de intentie kritiek te leveren op de heksenjachten van generaal Joseph McCarthy, die iedereen wiens mening ook maar een béétje afweek verdacht van communistische praktijken. In ‘People Will Talk’ (1951) zou de hoofdpersoon, dokter Noah Praetorius, vanwege de bijzondere manier waarop hij met zijn patiënten omgaat volgens de zienswijze van McCarthy verdacht kunnen zijn. Een stikjaloerse collega laat daarom zijn verleden tot op de bodem uitpluizen. Een link die wellicht wat vergezocht is voor wie de film eens goed bekijkt.

Cary Grant speelt dokter Noah Praetorius, een gerespecteerd en populaire universiteitsprofessor en medicus, wiens reputatie ter discussie wordt gesteld door zijn jaloerse collega professor Elwell (Hume Cronyn), die gelooft dat hij een sinister geheim met zich meedraagt. In zijn poging Praetorius in diskrediet te brengen, richt Elwell zich op diens assistent Shunderson (Finlay Currie), een reusachtige, stille maar zachtaardige oudere man die geen moment van Noahs zijde wijkt. Niemand weet precies wie hij is en waar hij vandaan komt, wat hem voor Elwell uiterst verdacht maakt. Noah zelf is absoluut niet bezig met Elwell, hij richt zich vooral op zijn patiënten. En dan met name op Deborah Higgins (Jeanne Crain), een jonge vrouw die zwanger blijkt te zijn van een man die ze nauwelijks kent. Iets waar haar omgeving ongetwijfeld schande van zal spreken. Totaal wanhopig probeert ze zelfmoord te plegen. Gelukkig wordt ze net op tijd gevonden door dokter Praetorius, die haar onder zijn hoede neemt. Deborah raakt tot over haar oren verliefd op de arts, die behoorlijk ver gaat om de knappe jongedame te helpen.

‘People Will Talk’ lijkt bij het begin af te stevenen op een klinkend sociaal statement, zoals we die bijvoorbeeld eerder zagen in ‘Gentleman’s Agreement’ (1947). Dat statement komt er echter nooit. Het script, van de hand van Joseph L. Mankiewicz, is net zo bloemrijk als voorganger ‘All about Eve’, maar in tegenstelling tot die film moet je als kijker lang wachten op de dramatische finale die je te wachten staat. Het script bevat genoeg mysteries om de kijker te laten denken dat Praetorius echt iets op zijn geweten heeft, maar wanneer Elwell er dan eindelijk mee op tafel komt vallen ze bitter tegen. En met de heksenjacht van McCarthy hebben ze al helemaal niets te maken. Gelukkig is de film amusant genoeg, vooral vanwege de aparte, soms zelfs bizarre personages. Met name Finlay Currie als Noahs trouwe metgezel Shunderson houdt je als kijker bezig. Want wie hij precies is, wordt pas op het allerlaatste moment bekend gemaakt. Ondanks zijn imposante uiterlijk en zijn stilzwijgen heeft hij iets grappigs en aandoenlijks, dat tot uiting komt wanneer hij uiteindelijk zijn verhaal mag doen.

Ook de vader van Deborah, Arthur Higgins (Sidney Blackmer), kun je op zijn zachtst gezegd vreemd noemen. Hij woont met zijn dochter in bij zijn starre, verbitterde broer (Will Wright) zodat hij zelf niet voor de kostwinning hoeft te zorgen. De reden dat Deborah bang is dat hij haar zwangerschap niet zal goedkeuren ligt dan waarschijnlijk ook in het feit dat hij geen zin heeft om voor de kosten op te draaien. Later zien we Arthur in een van de grappigste scènes van de film, als een klein kind met modeltreintjes spelen, samen met Noah en zijn goede vriend professor Barker (hilarische rol van Walter Slezak). En het houdt maar niet op met de aparte figuren in deze film; een van Noahs verpleegsters is een harteloos kreng. Ze beweert zelfs dat Deborah verdient te sterven omdat ze een ‘gevallen vrouw’ is. Leuk detail is dat deze rol gespeeld wordt door Margaret Hamilton, die bekend werd als de wicked witch of the west in ‘The Wizard of Oz’ (1939). De enige ‘normale’ personages zijn Noah en Deborah, hoewel ook zij zo hun eigenaardigheden hebben. ‘People Will Talk’ is hoe dan ook een uitstekend vehikel voor Grant, die zijn charme in de rol van Noah Praetorius weer ten volle kan benutten.

‘People Will Talk’ is een bijzondere film, die afwijkt van het meeste werk dat Cary Grant heeft geleverd. De intentie van de makers was om kritiek op de maatschappij van 1951 te leveren, maar in die opzet zijn ze niet geslaagd. Sterker nog, als de eindcredits rollen vraag je je vertwijfeld af waar het nou eigenlijk allemaal over ging. Het rariteitenkabinet dat de revue passeert is absoluut vermakelijk, het acteerwerk is prima en het script is – tot het wat tegenvallende slotakkoord – goed te pruimen. Maar het geheel stuwt zich compleet doelloos voort naar het einde. Zeker niet het beste werk van Cary Grant, maar voor liefhebbers van deze eeuwige charmeur zeker een kijkje waard.

Patricia Smagge