Spion van Oranje (2009)

Regie: Tim Oliehoek | 90 minuten | actie, komedie | Acteurs: Paul de Leeuw, Najib Amhali, Jennifer Hoffman, Nelly Frijda, Plien van Bennekom, Fred Goessens, Hans Kesting, Gerard Joling, Saskia Troccoli, Jort Kelder, Patty Brard, Albert Verlinde, Rik van de Westelaken, Natalia Druyts, Lucille Werner, Jac. Goderie, Saskia Rinsma, Folmer Overdiep, Maaike Martens

Wat heeft ‘Spion van Oranje’ het moeten verduren in de pers! Halve sterren werden uitgedeeld en men deed het voorkomen alsof dit het grootste misbaksel uit de (Nederlandse) filmgeschiedenis is. Zo erg is het allemaal echter niet. De film blinkt niet uit in een ijzersterk verhaal of vlijmscherpe dialogen en grappen worden regelmatig uitgemolken, maar met de juiste instelling kan er best genoten worden van de film. De komische talenten van Paul de Leeuw en de moddervette knipoog waarmee regisseur Tim Oliehoek de film presenteert zorgen regelmatig voor momenten van meligheid, en hoewel ‘Spion van Oranje’ niet de hilarische cultfilm is geworden die het had kunnen zijn, is het zeker geen wanproduct. In de conceptie van zijn onafhankelijke scènes is de film helaas vaak wat te simpel, maar het basisverhaal is effectief genoeg als kapstok voor de vele stunts en achtervolgingen, en niet te vergeten de doldwaze kapriolen van hoofdrolspeler De Leeuw. Tenslotte lijkt de grotendeels competente cast te begrijpen dat het allemaal onzin met een grote “O” is en beleeft er vervolgens gewoon veel lol aan. Nu het filmpubliek nog.

Regisseur Oliehoek heeft meerdere malen laten weten dat hij met ‘Spion van Oranje’ twee jeugdhelden van hem heeft willen combineren in één film: James Bond en Paul de Leeuw. Met De Leeuw in de hoofdrol kan dat natuurlijk alleen een geflipte parodie op James Bondfilms opleveren, en dat is precies wat de film is geworden, met hier en daar verwijzingen naar andere films als ‘Mission: Impossible’ en ‘The Silence of the Lambs’. Als kijker moet je van dit soort parodieën houden om een beetje van ‘Spion van Oranje’ te kunnen genieten, maar belangrijker nog: je moet de stijl van Paul de Leeuw kunnen waarderen. Hij is immers – met zijn dubbelrol als zowel de held als de schurk van de film – de drijvende kracht van de film en als zijn humor de kijker niet aanstaat, is het al snel einde verhaal. Dan zal er niet alleen irritatie optreden maar zullen de gebreken in het script meer en meer op de voorgrond treden, terwijl het omgekeerde anders het geval kan zijn. Het aanstekelijke komische gedrag van De Leeuw – vaak over-de-top door zijn fysieke humor en soms droog door zijn verdwaasde of angstige gezichtsuitdrukkingen – kan er namelijk voor zorgen dat de kijker wat vergevingsgezinder is ten opzichte van uitgemolken scènes en gekunstelde dialoog. Want De Leeuw zal de fans van zijn werk zeker op zijn hand kunnen krijgen, aangezien de personages die hij moet spelen niet ver van zichzelf of zijn eigen typetjes verwijderd zijn. Enerzijds kan hij lekker los gaan en een schmierende schurk spelen met een fout Duits accent en anderzijds is hij een verlegen couturier met betrekkelijk ingetogen gedrag.

Daarnaast zijn er nog wat geslaagde bijpersonages die de boel draaiende houden. Nelly Frijda speelt de rol van François’ moeder gewoon rechttoe rechtaan, zonder kwinkslag, wat de juiste keuze is. Op deze manier wordt er toch nog een beetje menselijkheid als contrast ingevoegd. Haar rol is bijna aandoenlijk te noemen en is een aanwinst voor het verhaal vol losgeslagen figuren. Hans Kesting, die een Robocop-achtige assistent van de schurk speelt met fout bloempotkapsel en erg beperkte woordenschat, is een leuke toevoeging aan de cast, en Plien van Bennekoms rol als nymfomane zuster in leren pakjes en met gapend decolleté, zorgt voor de nodige manische, oversekste humor, al komt dit element wel wat vaak terug.

Dit laatste is gelijk één van de grootste problemen van de film: het uitmelken van grappen of grappige situaties. Een bezoekje van François aan de grafkelder in Delft had komische potentie kunnen hebben, maar de uitwerking is gebrekkig. Als François nu respectvol door de kelder zou lopen en er in die ernstige sfeer door een klunzige actie doodskisten om zouden vallen, met een zich doodschamende François, zou er humor kunnen ontstaan, maar wanneer Oliehoek De Leeuw een lijk in zijn kist laat bewonderen en soigneren, hem over kisten heen laat lopen om schilderijen recht te hangen, en er om de haverklap een voet door een kist zakt of iets omvalt, begeleid met jolige muziek, is elke subtiliteit en mogelijkheid tot humor verdwenen. Uiteraard zitten er ook veel seksueel – en anaal – getinte grappen in de film, met onder meer een door het zustertje gehanteerde gigantische dildo, en een achtervolging met promo-auto’s met enorme maquettes van een in lingerie gehulde, voorovergebogen dame en een reusachtig broodje worst. Bij dit laatste laat het zich raden welke auto bij de andere tegen de achterbumper botst (maar gelukkig is de penis met condoom, die in de vorige script in plaats van het worstenbroodje op de auto prijkte, geschrapt). Op zichzelf genomen zijn dit soort scènes best nog grappig, maar soms ben je als kijker wel geneigd om met je ogen te rollen vanwege de toenemende platheid.

Verschillende vondsten werken helaas niet goed (genoeg). Een scène met de twee Paul de Leeuws in een badkamer waarbij de één probeert zich voor te doen als spiegelbeeld van de andere, werkt misschien in een cartoon, maar hier komt het allesbehalve geloofwaardig over. Wellicht had er meer tijd aan zo’n complexe scène besteed moeten worden. Een meer structureel probleem is dat het samenspel van de agenten, gespeeld door Najib Amhali en Jennifer Hoffman, gekunsteld overkomt. Hun dialoog, wanneer ze zich bijvoorbeeld weer eens op het bureau moeten verantwoorden, doet onecht aan en loopt vaak weinig vloeiend. Romantische spanning of chemie tussen het tweetal laat ook te wensen over. Wel aardig is het gedeelte waarin ze allebei, verstopt in een busje, de in het vijandelijke lab geïnfiltreerde François via een verborgen camera aan moeten sturen. In dit gedeelte van de film wordt het zelfs bijna spannend, wat geen slechte prestatie is gezien de aard van de film. Puur vanwege de regie maak je je als kijker toch even zorgen wanneer François bijna gesnapt wordt door “Robocop” Kesting.

De knipogen naar andere films zijn wisselend effectief. Het ‘Mission: Impossible’-achtige gedeelte van de film, wanneer François het gebouw moet binnendringen, is vrij komisch. Vooral wanneer François eindelijk een hoog gebouw is opgekomen (via een soort zuignappen) en via een kabel aan de overkant dient te komen, vinden er droge momenten plaats: François ziet de kabel en weet wat te doen: hij haalt zijn zakdoek uit zijn zak en slaat deze om de kabel heen om simpelweg naar de andere kant te roetsjen. Niet alleen is het grappig omdat zo’n zakdoek normaal gesproken natuurlijk veel te zwak is, maar François blijft ook halverwege hangen omdat hij geen vaart meer heeft. Erg droog en natuurlijk weer met een knipoog. Dit zelfbewuste karakter van de film wordt overigens nog eens extra versterkt door amusante, overdreven geluidscues die soms plaats vinden wanneer er iets “spannends” gezegd wordt of dreigt te gebeuren. Het is allemaal al eens eerder gedaan in films als ‘Naked Gun’ en ‘Wayne’s World’, maar het werkt toch op de lachspieren. De film bevat ook enkele uitgebreide verwijzingen naar ‘Silence of the Lambs’ – waaronder een in Hannibal Lecter-masker gehulde Nelly Frijda die door de slechterik in een cel is opgesloten – maar na het moment van herkenning is de grap er eigenlijk al weer af. De scènes doen niet direct afbreuk aan de film, maar veel meerwaarde hebben ze niet. Iets grappiger is het moment waarop François Carice van Houten in ‘Zwartboek’ imiteert wanneer hij zich afvraagt of het allemaal niet eens op kan houden.

In zijn totaliteit is ‘Spion van Oranje’ niet echt geslaagd te noemen, vanwege te veel doodslaande grappen, gekunstelde dialoog, en matig uitgedachte situaties. Het hele James Bond-karakter van de film is echter best amusant, en verschillende actiescènes zijn de moeite waard. Bovendien is Paul de Leeuw aardig op dreef en zal zijn dominerende aanwezigheid voor de fans een hoop goed maken. ‘Spion van Oranje’ is gewoon onpretentieuze pulp, die het op dvd en blu-ray nog wel eens goed zou kunnen doen op feesten en partijen. Laat je dus niet teveel gek maken door de antihype.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 5 februari 2009