Stranded (2007)

Regie: Gonzalo Arijón | 130 minuten | documentaire

Hoe verbeeld je een ongelooflijk verhaal als dit zonder te vervallen in sensatie of goedkoop sentiment? Gonzalo Arijon is het gelukt. Tijdens de documentaire wordt het ongeloof steeds groter, maar de film wordt heel rustig opgebouwd waardoor je niet overspoeld wordt door de gebeurtenissen en emoties. Het bijzondere is dat de filmmakers een aantal van de overlevenden na meer dan dertig jaar voor de camera laten vertellen over hun ervaringen.

De documentaire duurt bijna twee uur, maar verveelt geen moment. Ook is knap gewerkt met verwachtingen: ondanks, of juist misschien omdát veel mensen al een deel van het verhaal kennen, wordt alles van begin tot eind uitgelegd en verteld. Dus ook al heb je van tevoren gelezen dat de mannen zich ruim tien (!) weken in leven wisten te houden: dat vergeet je tijdens de film weer. Dan wordt iedere dag er één, zoals dat voor hen ook geweest moest zijn. De eerste dagen zijn voor de overlevenden gevuld met ongeloof, maar ook hoop op redding, die na het vinden van een werkend radiootje bevestigd lijkt: er zou een hulpactie zijn opgestart vanuit Uruguay. Als de groep na een aantal weken via de radio verneemt dat de hulpactie is gestaakt, neemt wanhoop mannen in zijn greep. Er waren er in de begindagen nog enkele eetbare dingen in het vliegtuig gevonden, met het voorbijgaan van de tijd, wordt ook de voorraad steeds kleiner. Dan besluiten ze dat er maar één mogelijkheid tot overleven is, en daar kunnen de mannen ook nu nog maar nauwelijks over praten. Nog steeds voelen ze zich schuldig, en nog steeds rust er een bepaald taboe op, dat blijkt ook uit het feit dat in de hele film niet een keer expliciet wordt gesproken over kannibalisme of het eten van de lijken. Dit is overigens een veel prettiger aanpak dan de manier waarop het overduidelijk in beeld wordt gebracht in de speelfilm ‘Alive’ die naar aanleiding van de gebeurtenissen is gemaakt.

Net als ze denken dat ze alles gehad hebben, blijkt het nog erger te kunnen en worden ze op een nacht overvallen door een enorme lawine, die de groep weer wat kleiner maakt. In de dagen na de lawine sterven nog drie personen, waardoor er uiteindelijk zestien jonge mannen over blijven. De groep besluit dat er twee van hen hun leven zullen moeten wagen om op expeditie te gaan. Dit leidt tot een tiendaagse tocht door de bergen, zonder professionele uitrusting en slechts een geïmproviseerde slaapzak, tot ze eindelijk een beekje en gras en snel daarna een Chileense boer in de verte zien.

De film laat de mannen die de ramp overleefden, inmiddels van middelbare leeftijd, aan het woord. Terwijl ze hun herinneringen op ontroerende wijze met de camera delen, worden hun worden afgewisseld met gereconstrueerde scènes en recentere beelden van de plek midden in de Andes waar de groep 72 dagen heeft doorgebracht. De beelden zijn spectaculair en herinneren ons er maar weer eens aan dat de natuur tegelijkertijd beeldschoon en ontzettend wreed kan zijn. De filmmakers zijn ook teruggegaan naar de plek mét de overlevenden, en hun kinderen, die nu ongeveer dezelfde leeftijd hebben als hun vaders toen. Ook deze beelden blijven integer, maar ontroeren wel degelijk.

Deze geschiedenis spreekt blijkbaar zeer tot de verbeelding: naast de speelfilm ‘Alive’ zijn er verschillende boeken geschreven, waaronder door één van de overlevenden zelf. Nu is er dus ook deze documentaire, die een mooie toevoeging blijkt door de informatieve, emotionele en esthetische waarde.

Ruby Sanders

Waardering: 4

Bioscooprelease: 13 november 2008