Tombs of the Blind Dead – La noche del terror ciego (1971)

Regie: Amando de Ossorio | 86 minuten | horror | Acteurs: Lone Fleming, César Burner, María Elena Arpón, Joseph Thelman, Rufino Inglés, Verónica Llimera, Simón Arriaga, Francisco Sanz, Juan Cortés, Andrés Isbert, Antonio Orengo, José Camoiras, María Silva

Deze Europese horrorfilm uit de jaren 70 onderscheidt zich door het behoorlijk originele uitgangspunt en de sfeervolle wijze van filmen. Een horrorfilm staat of valt met een overtuigende “slechterik”, die op kan duiken als bijvoorbeeld een monster/krankzinnige moordenaar/vampier of zombie. Als het maar een griezel is. In dit opzicht is ‘Tombs of the Blind Dead’ zeker geslaagd te noemen. De ondoden die hier uit hun graf opstaan, lijken enigszins op zombies (ze zijn lopend notoir traag) maar eigenlijk zijn het gelynchte Tempeliers uit de Middeleeuwen, die aan zwarte magie deden en wier ogen zijn uitgepikt.

Dát achtergrondverhaal maakt ze meteen een stuk interessanter. Ondanks hun visuele handicap en hun trage manier van bewegen, vormen de Tempeliers een formidabele tegenstander. Bovendien zijn de make-up effecten dusdanig, dat je deze heren liever niet in het donker tegen zou willen komen. Als schrijver en regisseur De Ossorio degene is die bedacht heeft dat het een goed idee zou zijn om deze blinde ondoden op een paard te zetten en op slachtoffers te laten jagen, verdient hij een pluim. Sowieso omdat hij erg goed weet hoe hij krachtige beelden moet schieten, vol met aparte shots. Het tweede wat deze film opfleurt, is de beklemmende en naargeestige atmosfeer. Dreiging is alom aanwezig en de muziek van Antón García Abril weet het juiste onheilspellende gevoel op te roepen.

Zelfs binnen het horrorgenre en met het uitgangspunt van dode en blinde Tempeliers voor lief genomen, is de plot echter een aanfluiting van jewelste. Inhoud is zeker ondergeschikt gemaakt aan de vorm, wat het geheel toch wel aan kracht laat inboeten. Los van de enorm stomme beslissingen die de hoofdrolspelers in dergelijke films standaard nemen (bijvoorbeeld ’s nachts in je eentje gaan kamperen in de ruïnes van een oud klooster in the-middle-of-nowhere), valt er veel aan te merken op de logica van de vertelwijze. Om nog maar te zwijgen van de lesbische vrijscène aan het begin van de film, die geen enkel ander doel lijkt te hebben dat om een lesbische vrijscène in de film te kunnen stoppen. De ongeloofwaardigheid vindt een hoogtepunt als de ondoden na een erg sterkte scène waarin ze uit hun graven kruipen, ineens uit het niets paarden tevoorschijn halen.

Van noemenswaardig acteerwerk is ook geen sprake. De acteurs krijgen geen materiaal in handen om iets mee te kunnen. Door de grote nadruk op de sfeer en de manier waarop alles in beeld gebracht wordt, handelen de acteurs alsof ze van al hun hersenfuncties beroofd zijn en ga je hopen dat de ondoden ze te pakken krijgen. Wat meestal ook gebeurt. Alleen de erg creepy lijkschouwer weet nog wat leuks met zijn rol te doen.

Voor een goed doortimmerd verhaal is de kijker aan het verkeerde adres, maar met een paar goede en effectieve horrorscènes, redelijke special effects, een handvol ontblote borsten en enge ondoden is ‘Tombs of the Blind Dead’ toch de moeite waard.

Hans Geurts