Alleman (1963)

Regie: Bert Haanstra | 81 minuten | documentaire | Acteurs: Simon Carmiggelt, Peter Ustinov

Op een extra van de dvd legt Haanstra uit hoe lastig het is om een overzichtsdocumentaire, zonder echt verhaal, te maken die een impressie geeft van “de Nederlander”, en deze bijna anderhalf uur lang interessant te houden. In een documentaire van tien minuten kun je makkelijk de aandacht vasthouden, maar in een film met langspeelformaat wordt dat wat lastiger. Dan moet je gaan nadenken over spanningscurves en moet je als regisseur aanvoelen waar er ruimte is voor rust en emotie. Het moet een hele opgave zijn geweest om een film die in feite een verzameling is van korte indrukken van het Nederlandse dergelijke accenten aan te brengen, maar Haanstra slaagt hier wonderwel in.

Toegegeven, één van de weinige kritiekpunten die je als kijker kunt hebben op de film is dat de fragmenten soms te lang doorgaan en dat de spanningsboog wat strakker had kunnen zijn, maar ‘Alleman’ kun je eigenlijk niets anders dan een triomf noemen voor de begenadigde Nederlandse regisseur. Nog meer dan ‘Fanfare’ is deze film pure nostalgie voor de Nederlandse kijker. Eenieder die in Nederland is opgegroeid of het land een warm hart toedraagt zal zijn hart ophalen bij het kijken naar ‘Alleman’. De Nederlandse rijtjeshuizen komen voorbij, net als voetbalsupporters, de koeienhandel op de markt, schaatsen op dichtgevroren riviertjes op friese doorlopers, en dagjes met de familie op het strand. Maar hoe herkenbaar veel ook zal zijn, het geeft toch vooral de diversiteit aan van Nederlanders en niet één vast beeld waar iedereen aan voldoet. Ook al vermeldt de voice-over dat “we” zo’n nuchter of proper volk zijn, Haanstra beweert stellig dat dit eigenlijk niet volgehouden kan worden en slechts een simpel filmisch geconstrueerd argument is. Hij had immers ook een montage kunnen maken die aantoont dat we ongelooflijke smeerpoetsen zijn. Of dit nu gewoon een politieke of maatschappelijk “correcte” uitspraak is of Haanstra’s echte gedachtes, hij moet tijdens het maken van ‘Alleman’ toch wel degelijk naar kenmerken van “De” Nederlander hebben gezocht, aangezien dit toch het centrale thema van de film is, het onderwerp dat het bestaansrecht vormt van “Alleman”. Of misschien dat het echt om “Jan en Alleman” kan gaan, of het nu om Nederland, of elk willekeurig ander land gaat. En dat het hier om de herkenbaarheid gaat van gevoelens en beslommeringen van de burgers.

Want herkenbaar is het zeker, en wie anders dan Haanstra om dit thema filmisch te behandelen en Simon Carmiggelt om dit via een voice-over toe te lichten. Want de grote kracht van Carmiggelts werk is nu juist altijd geweest de herkenbaarheid van de kleine momenten die zich afspelen in het leven van en tussen mensen. Daarom is de samenwerking van deze twee nationale helden ook zo’n droom. De beelden van Haanstra, met natuurlijk weer regelmatig een rol voor verschillende dieren die vaak een leuke parallel vormen met de mensen, en de stem van Carmiggelt zorgen voor een onmiddellijk gevoel van vertrouwdheid bij de kijker. Carmiggelts tekst, veelal geschreven door Anton Koolhaas, is vaak licht ironisch maar hij spreekt altijd met warmte over zijn onderwerp. Op één moment na, misschien, wanneer de ironie een sterk bijtende, sarcastische toon krijgt. Dit gebeurt wanneer er net een reiger door een boer gered is, die uitgleed op het ijs en dreigde te bezwijken aan de kou. Wanneer de poot van het beest wordt gespalkt door zijn redder, horen we van Carmiggelt dat de Nederlander toch zo ontzettend veel van vogels houdt. “Zo erg dat hij ze wel op zou kunnen vreten”. Wat direct gevolgd wordt door geplukte kippen aan haken, die gevild worden en met een hete vlam bewerkt worden. Ai! Ja, zelfs de Nederlander is feilbaar. Het brengt de Nederlandse kijker even goed met beide benen op de grond, net op het moment dat het beeld een beetje te lieflijk en gemoedelijk werd. Het is een brute ontwakening, maar misschien maar goed ook. Het is immer niets voor de nuchtere Nederlander om weg te zinken in dergelijke romantische beeldvorming.

‘Alleman’ is opgenomen met de min of meer verborgen camera van Haanstra, en vangt zo beelden van echte Nederlanders, die geen enkele acteur had kunnen dupliceren. Zelfs Kees Brusse, acteur van formaat, moest toegeven dat dit soort magische beelden niet met acteerwerk te creëren zijn. Want een stukje magie is waar we hier mee te maken hebben. ‘Alleman’ is een heerlijke collage van het diverse Nederland, en de eigenaardige, onpeilbare, maar altijd interessante Nederlanders waar we allemaal zo van houden. Een document om te koesteren.

Bart Rietvink