Amistad (1997)
Regie: Steven Spielberg | 152 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Anthony Hopkins, Morgan Freeman, Djimon Hounsou, Nigel Hawthorne, Matthew McConaughey, David Paymer, Pete Postlethwaite, Stellan Skarsgård, Razaaq Adoti, Abu Bakaar Fofanah, Anna Paquin, Tomas Milian, Chiwetel Ejiofor, Derrick N. Ashong, Geno Silva, John Ortiz, Ralph Brown, Darren E. Burrows, Allan Rich, Paul Guilfoyle, Peter Firth, Xander Berkeley, Jeremy Northam, Arliss Howard
Regisseur Steven Spielberg heeft een waargebeurd verhaal, dat maar een voetnoot is in de geschiedenis van de Verenigde Staten, uitgekozen om een aantal kernwaarden van een samenleving bloot te leggen. Centraal staat de vrijheid en onafhankelijkheid van ieder mens en alle rechten die daarvan afgeleid zijn. Onlosmakelijk hieraan gekoppeld laat Spielberg de invloed en beperking daarop door politiek en rechtspraak zien.
Door middel van een groep van ruim vijftig slaven, aangevoerd door de koppige volhouder Cinque (Hounsou), wordt de ‘Trias Politica’ van Montesquieu, die de basis vormt voor de inrichting van de Amerikaanse staat, danig op de proef weten te stellen. In een rechtsgang die hen van een lokale rechtbank helemaal tot het Hooggerechtshof in Washington D.C. leidt, gaat gaandeweg wel iets van het menselijke drama verloren en zakt de film wat weg in juridische argumenten en tegenwerpingen. Gelukkig herpakt de film zich in een magistrale slotscène waarin oud-president John Quincy Adams (Hopkins) hun zaak bepleit.
Het verhaal van de ‘Amistad’-slaven is tegelijk schokkend en opmerkelijk, omdat het zo’n bijzondere zaak is waar, zoals gezegd, tot aan het Hooggerechtshof geprocedeerd werd. De claims en tegenclaims van de diverse partijen, die in de film allemaal naar voren komen, richten zich op de juridische status van de groep slaven. De zaak is dan ook niet zozeer een moordzaak, omdat de groep de bemanning van het schip uitmoordde, maar vooral een eigendomskwestie. Zijn ze goederen? Zijn ze bezit van het Koninkrijk Spanje of van de eigenaren van het schip? Zijn ze eigendom van twee kustwachtofficieren, die “La Amistad” bergen? Behoren ze tot de vracht en afkomstig van plantages op de Spaanse kolonie op Cuba, zoals de vrachtbrieven beweren? Of, zoals twee voorvechters van de afschaffing van de slavernij beweren, zijn het Afrikanen, die illegaal ontvoerd zijn – en dus vrije mensen? In dat laatste geval hebben zij het recht op zelfverdediging en recht om zich te verzetten, waardoor de aanklacht wegens moord automatisch komen te vervallen.
Het zijn interessante en wezenlijke vragen, die jammer genoeg in de film steriel overkomen. Van de gevangenen op “La Amistad” is alleen Cinque een duidelijk uitgewerkt personage. Hij staat symbool voor al het onrecht dat de groep wordt aangedaan, maar door de keuzes die de makers maken, blijft hun strijd grotendeels een abstract begrip. In dat opzicht is Spielberg’s ‘The Color Purple’ een ontroerender kijk op de positie van zwarte mensen ten tijde van de slavernij.
Spielberg heeft een blik karakteracteurs opengetrokken voor verschillende belangrijke ondersteunende rollen. Vaak zijn het bekende gezichten van televisie of film, die – in soms maar kleine rollen – een bepaalde kant van het verhaal laten zien, waardoor de tegenstrijdige belangen duidelijk naar voren komen. Zo is een nog jonge Paquin te zien als de Spaanse koningin Isabella, Northam als een katholieke rechter met gewetensbezwaren Postlethwaite als de grimmige aanklager Holabird. Wat minder bekende acteurs hebben sterke bijrollen, zoals Firth als de rechtschapen kapitein Fitzgerald van de Britse Marine en Howard als voormalige vice-president en Senator John C. Calhoun, die decennialang een vurig verdediger van de slavernij was.
De hoofdrollen zijn niet allemaal even interessant uitgewerkt. McConaughey, die een advocaat speelt die niet meteen doorheeft dat het hier om mensen gaat, doet zijn best wat qua materiaal een veredelde bijrol is. Hetzelfde geldt voor Freeman, wiens personage historisch niet als zodanig bestaan heeft en geen kans krijgt de interessante gezichtspunten van een ex-slaaf voor het voetlicht te brengen. Hawthorne is vooral een oppervlakkige en niet bijster doortastende Martin van Buren (de eerste van Nederlandse komaf), terwijl de President in werkelijkheid een sluwe en handige politicus was, die niet voor niks “The Little Magician” genoemd werd. Ook plottechnisch was het beter geweest om een duidelijkere “slechterik” te hebben, omdat nu het tamelijk abstracte systeem als geheel de boosdoener is. Een systeem dat moreel verwerpelijk is, maar zonder gezicht of primaire woordvoerder blijft.
De twee echte sterren zijn Hopkins, die een Oscar-nominatie kreeg voor zijn rol als oud-president John Quincy Adams en Hounsou. De eerste heeft een monoloog bij het Hooggerechtshof die het oratorische hoogtepunt van de film vormt. De laatste, in een rol die terecht zijn doorbraak betekende, schittert als Cinque. Vooral de scène waarin hij, in gebroken Engels, tegen de jury “give us free” roept, is erg indrukwekkend.
Technisch zit de film perfect in elkaar. Het camerawerk van Kaminski is van grote schoonheid en de muziek van Spielbergs huiscomponist Williams is prachtig. Aan de aankleding, sets en kostuums is duidelijk af te zien dat kosten noch moeite zijn gespaard om alles zo realistisch mogelijk uit te beelden. Spijtig dat de film last heeft van te veel pretenties en zo het menselijke verhaal af en toe uit het oog verliest.
Hans Geurts
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 5 maart 1998