Asylum (1972)

Regie: Roy Ward Baker | 88 minuten | horror | Acteurs: Barbara Parkins, Richard Todd, Sylvia Syms, Peter Cushing, Barry Morse, Ann Firbank, John Franklyn Robbins, Britt Ekland, Charlotte Rampling, James Villiers, Megs Jenkins, Herbert Lom, Patrick Magee, Robert Powell, Geoffrey Bayldon

Deze film van Amicus is er een van het ‘compendium’ recept, een film waarin meerdere verhalen verteld worden als onderdeel van een omvattend verhaal dat door de hele film loopt, een recept dat door Amicus in voorgaande jaren al herhaaldelijk was toegepast. Het omvattend verhaal is hier dat van de psychiater die de identiteit van de voormalig directeur moet zien te achterhalen, en zijn bereidwillig luisterend oor biedt dan ook de gelegenheid om weer op gepaste wijze de nodige rampspoed uitgebreid aan bod te laten komen.

1. Frozen Fear

Een man vermoordt zijn vrouw om verder met zijn vriendin door het leven te kunnen gaan. Hij hakt haar lichaam in stukken, verpakt ze en stopt ze in de vriezer. Later ziet hij haar verpakte hoofd door het huis rollen. Hij gaat terug naar de kelder waar hij wordt gewurgd door de afgehakte arm van zijn vermoorde vrouw. Wanneer later de vriendin in het huis opduikt, zetten in de kelder de lichaamsdelen van de vermoorde echtgenote van alle kanten de aanval op haar in. Geslaagd door de meedogenloosheid van het arrogante karakter van de mannelijke hoofdpersoon, vergezeld van zijn sarcastische humor (‘I’ ve got a present for you’ – een doodsklap met een bijl wel te verstaan – en ‘rest in pieces’). Ook de in de donkere en duistere kelder van alle kanten afkomstige aanvallen (knap in beeld gebracht overigens) van de diverse verpakte lichaamsdelen helpen om een gepaste dreiging in het tweede deel van dit verhaal te bereiken.

2. The Weird Tailor

De zaken gaan slecht voor de arme kleermaker Bruno. Tot zijn geluk krijgt hij van een klant een opdracht om een pak van een speciale stof te maken. Het blijkt dat de klant met dit pak zijn dode zoon tot leven wil wekken. Geslaagd door de opbouw waarmee een grote identificatie met de welwillende kleermaker wordt bereikt waardoor hij in zijn lot als slachtoffer van de omstandigheden als des te beklagenswaardiger op de kijker overkomt. Verder weer een memorabel, hoewel vrij kort, en sfeerverhogend optreden van Cushing die een bekend gezicht in deze Amicus-films is. Nadeel van dit verhaal is een min of meer ietwat (te) vergezocht einde wanneer een paspop in het pak wordt gehuld.

3. Lucy Comes to Stay

Barbara komt thuis uit het ziekenhuis en het blijkt dat haar broer een verpleegster voor haar heeft gehuurd. Ze wordt een soort gevangene in haar eigen huis, maar dan krijgt ze gezelschap van haar vriendin Lucy. Ze besluiten samen te ontsnappen, maar dan vermoordt Lucy zowel Barbara’ s broer als de verpleegster en verdwijnt daarna spoorloos, zodat Barbara er de schuld van krijgt. Hoewel er met deze en gene gruwelijk genoeg wordt afgerekend is dit het minst sterke verhaal in deze film dat in feite niet meer is dan een verhaal over een gespleten persoonlijkheid waarvan de ene persoonlijkheid aan het moorden slaat. Niettemin is ontknoping die pas in de laatste seconden aan bod komt een verrassende en maakt het toch tot een geslaagd overkomend verhaal.

4. Mannikins of Horror

Dit verhaal is deels verweven met het omvattend verhaal van deze film. Herbert Lom speelt de patiënt Dr. Byron, die poppen maakt die hij naar eigen zeggen tot leven kan laten komen. Dr. Rutherford had er goed aan gedaan de uitspraken van zijn (gestoorde?) patiënt/collega Dr. Byron niet zonder meer weg te wuiven (‘Byron is hopelessly insane’), aangezien hij er nu tot zijn leedwezen achter komt dat er meer tussen hemel en aarde is dan alleen de wetenschap kan verklaren. Geslaagd door de in de duistere gangen van de inrichting ongemerkte langzaam met een scalpel uitgeruste oprukkende pop (wederom knap in beeld gebracht overigens) met zijn moordzuchtige plannen en de huiveringwekkend geslaagde uitvoering daarvan.

Het omvattende verhaal van de jonge psychiater lijkt in eerste instantie niet veel te bieden te hebben. Hij lijkt vooral de rol te hebben om enkel te luisteren naar de verschillende patiënten zodat de verschillende verhalen aan de kijker gepresenteerd kunnen worden. Het lijkt daarbij dan ook een juiste en des te meer voor de hand liggende keuze te zijn geweest om de betrokkenheid van de kijker gedurende de hele film te vergroten doordat er meegedacht en geanalyseerd kan worden met betrekking tot wie de krankzinnig geworden voormalig directeur van de inrichting is. Aangaande de ontknoping in het omvattende verhaal blijkt echter ook dat schijn bedriegt, want nadat de kijker gedurende de gehele film op het verkeerde spoor is gezet komt de uiteindelijke ontknoping in de laatste minuten daarmee, gepaard gaande met het juiste schrikeffect en gevolgd door een luguber en waanzinnig gelach, letterlijk des te huiveringwekkender over. Een tip is dan ook om de film, met de ontknoping in het achterhoofd, een tweede keer te bekijken om de diverse ontwikkelingen in de gehele film des te meer op hun juiste waarde te kunnen schatten.

Verder zijn in deze film, in tegenstelling tot de meeste van de ‘compendium’ horrorfilms van Amicus, de taferelen waarmee met deze en gene wordt afgerekend explicieter van aard. Maar gezien de psychische toestand van de patiënten, die in hun gestoordheid niet belemmerd worden door remmingen van enige aard, lijkt de uitwerking van het een en ander wat dat betreft niet misplaatst. Wel komen de diverse noodlottige gebeurtenissen daardoor minder subtiel over dan in soortgelijke films van Amicus doordat er minder wordt overgelaten aan de fantasie van de kijker. Aan de andere kant kan dit juist een gewenste keuze zijn geweest voor de liefhebbers van wat meer expliciete taferelen. Maar onafhankelijk daarvan heeft Amicus met het conpendium-recept ook met deze film weer een geslaagd product afgeleverd.

Frans Buitendijk