Born Yesterday (1950)
Regie: George Cukor | 103 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Judy Holliday, Broderick Crawford, William Holden, Howard St. John, Frank Otto, Larry Oliver, Barbara Brown, Grandon Rhodes, Claire Carleton, Charles Cane, Helen Eby-Rock, Mike Mahoney, Paul Marion, William Mays, John Morley, David Pardoll, Ram Singh, Smoki Whitfield
Als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen. Niet Bette Davis (‘All about Eve’, 1950), niet Gloria Swanson (‘Sunset Boulevard’, 1950) maar Judy Holliday sleepte de Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol in de wacht tijdens het jaarlijkse sterrengala in 1951. Judy wie? Hoewel ze inmiddels in de vergetelheid is geraakt, toonde Holliday tijdens haar relatief korte carrière aan dat ze een begenadigd comédienne was. Ze maakte zichzelf onsterfelijk met haar Oscarwinnende rol in ‘Born Yesterday’ (1950). Regelmatig speelde Holliday een dom blondje met het hart op de tong. In werkelijkheid was de actrice bijzonder intelligent; ze schijnt een IQ van 172 te hebben gehad! Haar carrière kreeg een flinke knauw toen ze moest voorkomen voor The House of Un-American Activities Committee (HUAC), die in opdracht van senator Joseph McCarthy filmmakers met communistische sympathieën opspoorde. Hoewel ze nooit geweerd werd uit de filmwereld, heeft haar loopbaan toch flinke schade opgelopen. Holliday stierf in 1965, op slechts 43-jarige leeftijd, aan kanker.
‘Born Yesterday’ is de film waar Judy Holliday altijd om herinnerd zal worden. Ze speelt Emma ‘Billie’ Dawn, de naïeve minnares van een schroothandelaar die op een gemakkelijke manier rijk is geworden. Deze Harry Brock (Broderick Crawford) is een bullebak, die er louche handelsmethoden op nahoudt om nog rijker te worden. Op een dag neemt hij Billie mee op een zakentrip naar Washington DC, waar hij in allerlei achterkamertjes politici probeert om te kopen. Billie loopt eigenlijk maar een beetje in de weg. Om haar zoet te houden huurt Brock journalist Paul Verrall (William Holden) in. Hij probeert het domme blondje wat wijsheden van de Amerikaanse cultuur en politiek bij te brengen en verrijkt en passant nog haar taal- en literatuurkennis. Hoewel het direct klikt tussen de twee, is het niet eenvoudig voor Billie om al die informatie tot zich te nemen. Maar hoe langer ze zich ermee bezighoudt, hoe beter ze inziet dat Brock haar bewust dom probeert te houden, om zo weg te komen met zijn dubieuze praktijken!
Garson Kanin schreef ‘Born Yesterday’ voor het toneel en zodra het stuk succesvol bleek, werden plannen gesmeed voor een filmversie. Oorspronkelijk zou Jean Arthur (‘Mr. Smith Goes to Washington’, 1939) de hoofdrol spelen, maar zij haakte op het laatste moment af. Producent Harry Cohn zocht naar een vervangster maar zag wervelwind Judy Holliday, die de rol al vier jaar op de planken bracht, aanvankelijk over het hoofd. Toen de cast eenmaal rond was, liet regisseur George Cukor zijn acteurs twee weken lang in het theater het stuk repeteren, met publiek erbij zodat de komische timing van het drietal geoptimaliseerd kon worden. Deze methode had succes: Holliday, Crawford en Holden vormen een geoliede machine en de grappen volgen elkaar in rap tempo op. Hun personages zijn in feite karikaturen. Holliday als het domme blondje, Crawford als de brullerige bullebak en Holden als het bedachtzame geweten van de film. En in een komedie als deze mag je ook best zulke eendimensionale figuren verwachten; dat we hier niet met complexe karakters van doen hebben doet geen afbreuk aan het verhaal.
Het acteerwerk is van uitstekend niveau. Vooral Holliday en Crawford gaan helemaal op in hun rollen. Een van de beste scènes uit de film is die waarin ze zonder nauwelijks iets tegen elkaar te zeggen een spelletje gin spelen. De scène is ijzersterk uitgedacht en wordt geniaal uitgevoerd door Holliday en Crawford. Neem bijvoorbeeld alleen al de vingervlugge bewegingen van haar handen en de manier waarop ze haar tegenspeler het bloed onder de nagels vandaan treitert met haar schreeuwerige ‘vertolking’ van de jazzklassieker ‘I Can’t Give You Anything But Love’. Ook op verbaal niveau stelen beiden de show. Vooral Holliday lijkt de wisecrackers zo uit haar mouw te schudden. Wat een beetje tegen ‘Born Yesterday’ werkt is de moralistische boodschap waarmee geschermd wordt. Billie leert over het ontstaan van de Verenigde Staten en vooral over hoe het land een democratie geworden is. Maar de founding fathers die hier zo opgehemeld worden waren helemaal niet van die lieverdjes. Zo was Thomas Jefferson een slavendrijver en heeft George Washington als opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog heel wat bloedvergieten op zijn geweten. ‘Born Yesterday’ dient dus heel duidelijk op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd te worden geplaatst om goed begrepen te kunnen worden.
‘Born Yesterday’ doet weliswaar wat gedateerd en moralistisch aan en is ook een beetje voorspelbaar, maar deze komedie is de moeite van het kijken zeker waard. Dat is voor een groot deel te danken aan Judy Holliday, die de show steelt met haar geslaagde optreden. Hoewel de personages wat vlak zijn, valt er toch van ze te genieten door de prima acteurs die hen vertolken. Overacting hoort er in een film als deze nu eenmaal een beetje bij. Of Holliday de Oscar meer verdiende dan Bette Davis en Gloria Swanson? Dat niet per se. Zowel ‘All about Eve’ als ‘Sunset Boulevard’ zijn superieur aan ‘Born Yesterday’. Maar gestolen heeft de onnavolgbare comédienne het gouden beeldje zeker niet!
Patricia Smagge