Calamari Union (1985)

Regie: Aki Kaurismäki | 84 minuten | komedie | Acteurs: Kari Heiskanen, Asmo Hurula, Sakke Järvenpää, Sakari Kuosmanen, Dave Lindholm, Mikko Mattila

Zeventien Finse mannen, allen zonnebrildragend en allen luisterend naar de naam Frank, wonen in een buitenwijk van Helsinki. Op een dag besluit het zeventiental te verkassen naar Eira; een badplaats die de heren tot de verbeelding spreekt. Dat blijkt echter moeilijker dan gedacht. De ene na de andere Frank legt het loodje. Uiteindelijk bereiken slechts twee van de zeventien mannen Eira, enkel om erachter te komen dat de plek niet is wat ze ervan hadden voorgesteld.

De film ‘Calamari Union’ heeft eigenlijk niet echt een coherent verhaal. Het zijn meer losse scene’s die geschoten zijn rond een thema; het vast zitten in de eigen situatie en het onvermogen daaruit te komen. Dat thema wordt ons in de openingsspeech van Frank (één van de vele) meteen voorgeschoteld. De Franks (spreek uit Frenks) hebben genoeg van de armoede, de honger, het onregelmatig rijden van bussen en de oma’s die hun branie beschimpen. Aan de andere kant van de stad (dat moet toch te halen zijn, zou je zo zeggen) ligt de wijk Eira, een walhalla waar de heren volledig tot hun recht moeten komen. Met een gekaapte metro kunnen ze het centrum van de stad bereiken. Vanaf daar is het ieder voor zich.

Wie Kaurismäki met de falende Franks wil uitbeelden laat zich maar moeilijk duiden. De figuren worden gekenmerkt door boefjes-achtige zonnebrillen en een wat ondoordacht, soms energiek, optreden. Eén van de Franks besluit bijvoorbeeld een lening af te sluiten bij een bank. Met het geld wil hij een bus kopen om met zijn vrienden door de stad te rijden (“?”, denk je dan). Wanneer de bankier weigert, besluit Frank hem te bedreigen. Dat pakt verkeerd uit. Hij wordt in de kraag gevat door de politie en de rest van de film zien we hem niet terug. Het is maar een van de vele manieren waarop de Franks op hun weg naar Eira worden geslachtofferd.

De film heeft een hoog absurdistisch gehalte. Van de dood van de verschillende Franks wordt door hun naamgenoten bijvoorbeeld bijna apathisch kennis genomen. Een secretaresse, die de zeurderige aantijgingen van één van de Franks aanhoord, besluit de conversatie abrupt te beëindigen door hem dood te schieten. Mede door deze zwarte humor is de film in ieder geval grappig. Wel vraag je je af wat de Franks nu eigenlijk aan het doen zijn. De een neemt een baan als portier, de ander is aan het zwerven. Waar gaat het heen?

Je kunt eigenlijk wel stellen dat de Franks er niet best vanaf komen in deze film, niet in de letterlijke zin (ze gaan allemaal dood) en niet in de figuurlijke zin. Het zijn eigenlijk allemaal losers die met hun anonieme zonnebrillen en honderd-in-een-dozijn naam volstrekt inwisselbaar zijn en niet eens in staat zijn de andere kant van de stad te bereiken. Wie Kaurismäki met de Franks te kijk wil zetten laat zich moeilijk raden. De jeugd? De gewone man in de straat? Het zegt ook wel iets over Kaurismäki’s beeld van Finland, wanneer hij zijn hoofdfiguren een tocht laat ondernemen van wijk naar wijk in plaats van stad naar stad. Buiten Helsinki is er schijnbaar sowieso niets te beleven.

‘Calamari Union’ is beslist een grappige film, maar de losse filmfragmenten maken er echter wel een moeilijk te behappen geheel van. Halverwege de film zit er bijvoorbeeld een optreden, waarbij het voltallige aantal Franks een nummer spelen. Een aantal van de figuren die in die scène op het podium staan hadden in scènes daarvoor al het loodje gelegd. “Die was toch dood?”, denk je dan, maar dat schijnt niet uit te maken. De titel (‘Calamari Union’) verwijst hier ook naar. De Franks in de film zijn als een bakje calamares, die één voor één worden verorberd.

Bram Semeijn