Chappaqua (1966)
Regie: Conrad Rooks | 78 minuten | drama | Acteurs: Jean-Louis Barrault, Conrad Rooks, William S. Burroughs, Allen Ginsberg, Ravi Shankar, Paula Pritchett, Ornette Coleman, Swami Satchidananda, Moondog, Jill Lator, John Esam, Ed Sanders, Rita Renoir, Penny Brown, Jacques Seiler, Moustique, Sophie Stelboun, Elder Wilder, Peter Orlovsky, Pascal Aubier, France Crémieux, Rene Serisier, Hervé Villechaize
Russel Harwick is een 27 jaar oude drugs- en alcoholverslaafde. Om van zijn verslaving af te komen gaat hij in een speciale therapie in Parijs. Hier beleeft hij allerlei hallucinerende dromen en herleeft hij gebeurtenissen uit tijd van zijn verslaving in New York. Russel wordt vertolkt door Conrad Rooks, tevens de regisseur. Rooks was zelf vanaf zijn jeugd verslaafd en wist pas op oudere leeftijd af te kicken. Hij was sterk beïnvloed door de zogenoemde beat generation, een soort tegenbeweging in de Verenigde Staten van de jaren 50 en 60, toen diep verwikkeld in de Koude Oorlog. Onder deze beat generatie speelden drugs, seks en jazz een voorname rol en er werd veel geëxperimenteerd met allerlei verdovende middelen. ‘Chappaqua’ is dan ook een semi-autobiografische film en is in grote mate getekend door de beat cultuur. Bekende gezichten als William S. Burroughs (o.a. bekend van het boek ‘Naked Lunch’, later zeer knap verfilmd door Cronenberg) en dichter Allen Ginsberg zijn hier te zien en stilistisch is het een van de meest kenmerkende films voor de beatcultuur.
Die cultuur en de drugsverslaving van Russel worden hier getoond door middel van een wilde mix van verschillende beeldende stijlen. Het verhaal en de dialogen zijn hierbij van ondergeschikt belang, veel wordt er dan ook niet gepraat. Soms heeft het zelfs wat weg van een stomme film. De zwart-witfotografie, zelden helemaal scherp, wordt vaak slechts begeleid door muziek, waarbij enig ander geluid niet hoorbaar is. De gebeurtenissen in beeld wordt daarin vaak een ritme meegegeven. Russel, die zijn sigaret met zijn dwangneuroses op het ritme van de muziek consequent naar zich toehaalt en van zich af beweegt, het fantasiepersonage Opium Jones die zijn stappen simultaan met wat muzikaal getik doet en de vele dansscènes zijn daar slechts een paar van de vele voorbeelden van. De invloed van de ritmische beat-poëzie is hierin duidelijk zichtbaar.
Liefhebbers van jazz zal de film ongetwijfeld aanspreken. Niet alleen doet freejazz icoon Ornette Coleman mee – hij acteert en maakte bovendien een soundtrack, die uiteindelijk echter niet werd gebruikt – ook lijkt ‘Chappaqua’ veel gebruik van improvisatie te maken. Alles oogt heel spontaan en komt daardoor geloofwaardig over. Het acteerwerk heeft daarbij wat naturels en is nergens geforceerd of dramatisch. Het doet soms denken aan John Cassavetes’ jazzy ‘Shadows’, een film die met zijn improvisatie ook die realistische weergave wist te benaderen.
Maar waar ‘Shadows’ met de beide voeten op de grond staat, duikt Chappaqua in de geest van een verslaafde. De film is een bijna onophoudelijke stroom van hallucinaties, die de plaats van de realiteit inneemt ten koste van de gebeurtenissen die zich werkelijk voordoen. ‘Chappaqua’ heeft daardoor veel weg van één lange trip, die overtuigend in beeld wordt gebracht. Russel ziet zichzelf in een doodskist liggen, dansen in clubs en hij speelt ineens mee in bekende films. Hij doodt een kleine gangster die hij Little Caesar noemt en dwaalt als Dracula over de verlaten, nachtelijk straten van New York. Ondertussen beeldt hij zichzelf in met een mooie vrouw, waarmee hij dansend door de natuur zwerft. Dergelijke beelden doen soms denken aan de dromerige, abstracte films van Kenneth Anger, en met name het latere ‘Lucifer Rising’ komt met de soortgelijke shots van piramides dicht in de buurt.
Ook de fotografie is uitzonderlijk. Onder- en overbelichte shots, vage en scherpe beelden, zachte en harde contrasten en zelfs zwart-wit en kleur worden op schijnbaar willekeurig tempo afgewisseld, waardoor het allemaal effectief verwarrend oogt. De muziek is net zo afwisselend. Naast de sitarmuziek van Ravi Shankar, in zijn soundtrack bijgestaan door Philip Glass, is soul, jazz en zelfs wat Bach te horen. En zowel de populair Amerikaanse, de indiaanse (Chappaqua is tevens de naam van een indianenreservaat vlakbij New York), West-Europese en Indiase cultuur is zichtbaar.
Het zal duidelijk zijn dat ‘Chappaqua’ een heel experimentele film is. Het is dan ook zeker niet voor iedereen weggelegd, voor iemand die niks met de beat generation, abstracte cinema of rauwe jazz heeft zullen deze 78 minuten nog te lang duren. Evenwel is het een heel speciale film en voor elke geïnteresseerde een bijzondere kijkervaring. De enige in zijn soort.
David Croese