Curse of the Crimson Altar (1968)

Regie: Vernon Sewell | 87 minuten | horror | Acteurs: Boris Karloff, Christopher Lee, Mark Eden, Barbara Steele, Michael Gough, Virginia Wetherell, Rosemarie Reede, Derek Tansley, Michael Warren, Ron Pember, Denys Peek, Nicholas Head, Nita Lorraine, Carol Anne, Jenny Shaw, Vivienne Carlton, Roger Avon, Rupert Davies

Boris Karloff, Christopher Lee en Barbara Steele zullen voor menig horrorfan weinig of geen introductie behoeven. Ook zullen de grote namen bij voorbaat de nodige inhoudelijke en kwalitatieve verwachtingen wekken. En regisseur Sewell heeft ook duidelijk een verhaal gekozen dat wat dat betreft mogelijkheden genoeg biedt. De antiekhandelaar Robert Manning is op zoek naar zijn verdwenen broer en komt terecht in een omgeving waarin het onheil niet kan uitblijven. Een groot en kasteelachtig afgelegen landhuis, geheime gangen, krakende deuren, verborgen ruimtes, kerkers, een altaar waar menselijke offers op worden gebracht, wat gotische decors, spinnenwebben, begraafplaatsen, mistnevels… het spreekt allemaal boekdelen voor de horrorfan. Evenals de personen waarmee Manning in aanraking komt. De ietwat excentrieke Professor Marsh die een expert is op het gebied van hekserij en martelwerktuigen verzamelt, de hulp van de landhuiseigenaar Morley aan wie overduidelijk een steekje los zit vormen samen met de nodige veelbelovende uitspraken ‘… the most extraordinary things do happen… children get upset… people walk about graveyards in the middle of the night … friends fight.. some die…’ een veelbelovende voorbode van wat komen gaat.

Bovenal is het ook een mooie en vooral sfeervolle omgeving waarbinnen het een en ander zich afspeelt. Zoals Robert Manning en Morleys nicht Eva het met elkaar eens zijn ‘… a bit creepy sometimes… it’s a bit like one of these old houses in horrorfilms… like Boris Karloff is gonna pop up at any moment….’. En jawel, regisseur Sewell weet door zijn aanpak inderdaad een onheilspellende en ietwat unheimische sfeer waarin er duidelijk meer loos is dan het lijkt zonder meer tot stand te brengen. Over sfeer is wat dat betreft in elk geval niet te klagen. Maar ook valt in een minstens zo grote mate op dat het totaal van gebeurtenissen en ontwikkelingen niet al teveel uit de verf komt. Tenminste niet zoals wellicht verwacht zou worden met klinkende namen als Karloff, Lee en Steele.

Allereerst komt het verhaal herhaaldelijk wat stuurloos over en is het af en toe ook wat langdradig. Een bepaalde mate van spanning en de daarmee gepaard gaande nieuwsgierigheid naar verdere ontwikkelingen wordt in diverse scènes wel bereikt. Maar daartussen komt er niet veel schot in de speurtocht van Robert Manning naar zijn verdwenen broer en spreken zijn belevenissen niet al teveel tot de verbeelding. Daarnaast wordt relatief veel aandacht besteed aan de nodige curieuze en psychedelisch geïnspireerde beelden die regisseur Sewell er doorheen gooit bij de hallucinaties of de nachtmerries van Robert Manning. Deze scènes dragen niet veel bij maar komen eerder vaag en twijfelachtig over door het zweverige gehalte van de ervan, de echoënde stem van de blijkbaar weer tot leven gekomen Lavinia, de vreemde begeleidende geluiden en de gekleurde tinten waarin het zich afspeelt. Ook vallen de lichte sadomasochistische invloeden die merkwaardig genoeg aanwezig zijn op. In scènes die door hun vormgeving toentertijd ongetwijfeld de aandacht voor deze productie moesten vergroten en als boeiend of intrigerend moesten overkomen, maar evenals de nodige speciale effecten en het vrouwelijk naakt dat in de strijd wordt geworpen, inmiddels door hun halfslachtigheid vooral de gedateerdheid van deze productie aantonen. Iets dat weliswaar voor genoeg horrorfans ook wel weer zijn charme kan hebben. Verder blijft het bloedvergieten beperkt, ondanks de penibele situaties waarin de hoofdrolspelers verzeild raken en de slachtoffers die er vallen. Dat is ook niet zo’n gemis, al teveel bloederigheid zou niet passend overkomen binnen de toch ietwat ingehouden sfeer die deze productie kenmerkt. Het zorgt er wel mede voor dat de beoogde horror in deze film niet wordt bereikt en deze productie eerder curieus en bizar zal overkomen. De conclusie zal voor de gemiddelde horrorfan dan ook luiden dat bij het aanschouwen ervan de haren niet bepaald te berge zullen rijzen.

Niet dat de acteurs al teveel verweten kan worden. Op meerdere fronten verdienstelijk werk van de diverse horrorgrootheden Karloff, Lee en Steele. Karloff is in een van zijn laatste films en ondanks dat zijn personage aan een rolstoel is gebonden in vorm als de excentrieke professor Marsh. Eveneens goed werk van Lee als landhuiseigenaar Morley, hoewel zijn rol in de ontwikkelingen na verloop van tijd wel wat te voorspelbaar wordt. Ook van Steele als de heks Lavinia degelijk werk, hoewel er wel sprake van typecasting lijkt doordat ze destijds herhaaldelijk als heks in diverse horrorfilms was verschenen. Ook verdienstelijk werk van Michael Gough als Morleys niet geheel sporende hulp Helder en van Virginia Wetherell als Morleys nicht Eve, hoewel Mark Eden als de naar zijn broer op zoek zijnde Robert Manning wat vlak en kleurloos overkomt.

Het maakt deze ‘Curse of the Crimson Altar’ tot een middelmatig horrorwerkje. Op verschillende fronten aardig vormgegeven maar slechts tot op zekere hoogte interessant. Door de aanwezigheid van Karloff, Lee en Steele had er meer in gezeten. Leuk voor de fans van het horrorgenre om de drie voornoemde horrorsterren gezamenlijk in een film te zien verschijnen en soms vermakelijk voor de liefhebbers van ingehouden Britse jaren 60 horrorfilms, maar al te gedenkwaardig is het niet te noemen.

Frans Buitendijk