El Father Plays Himself (2020)

Recensie El Father Plays Himself CinemagazineRegie: Mo Scarpelli | 105 minuten | documentaire

Toen de jonge Venezolaanse regisseur Jorge Thielen Armand besloot een speelfilm te maken over een aan lager wal geraakte man die in de Venezolaanse jungle zijn demonen te lijf wil gaan, en dat verhaal losjes baseerde op het leven van zijn vader, maakte hij een gewaagde keuze: hij castte voor de hoofdrol van wildebras Roque zijn eigen vader Jorge Thielen Hedderich. Het eindproduct werd ‘La Fortaleza’, die in 2020 te zien was op het International Film Festival Rotterdam.

Delen uit ‘La Fortaleza’ zijn dus geïnspireerd op het verleden van vader Jorge, inmiddels een (nog opvallend jong ogende) vijftiger, die al jaren kampt met een alcoholverslaving. In de jaren negentig – zoon Jorge was met zijn moeder intussen naar Canada geëmigreerd – werkte hij in meer of minder legale goudmijnen in de Venezolaanse Amazone, waar hij de grootste avonturen beleefde. Deze opmerkelijke combinatie – het levensverhaal van Jorge sr. zelf, de relatie met zijn zoon de filmmaker en dit riskante project – greep documentairemaker Mo Scarpelli aan om de productie te volgen met haar eigen camera. Die making-of werd ‘El Father Plays Himself’, een wonderlijk kijkje achter de schermen, vaak ongemakkelijk, dikwijls geestig en soms ontroerend.

De film lijkt ook een poging van Jorge junior, die slechts delen van zijn leven in de nabijheid van zijn vader doorbracht, om de gebrekkige relatie te herstellen en hem alsnog beter te leren kennen. Dit loopt als een rode draad door de scènes, maar expliciet wordt het nooit. Echte gesprekken hebben ze niet, doordat er overdag vooral gewerkt moet en vader Jorge de meeste avonden niet meer voor rede vatbaar is. Dat zoon Jorge op zijn vijftiende Venezuela verliet, horen we tussen neus en lippen door, maar het hoe en waarom achter die verhuizing komen we niet te weten. Net zo min weten we waar vader Jorge al die jaren precies woonde, hoe hij zelf terugkijkt op zijn leven of hoe de context van de diepe crisis in Venezuela van de afgelopen jaren meespeelt. Sterker, de cast verzamelt in een prachtig appartement, waar niets te merken is van enige crisis. Het is een bewuste keuze van Scarpelli om dit soort vraagstukken onbeantwoord te laten; ze beweegt als een fly on the wall mee met de opnames, maar bedeelt zichzelf geen rol toe, stelt geen directe vragen, geeft geen commentaar.

Toch is het inkijkje op momenten zeker intiem te noemen. Ook wordt in de trage scènes (een film maken is immers ook veel wachten, roken, hangen, zitten) knap verbeeld hoe de spanning oploopt gedurende een draaidag. Zeker wanneer vader Jorge zich wel érg goed inleeft in zijn rol als Roque – meestal heeft hij al een halve fles rum achter de kiezen als het filmen begint. We zien de crew met ingehouden adem naar Jorges spel kijken, bewonderend en soms twijfelend: is hij hier nog aan het acteren of draait hij voor het oog van de camera definitief door?

Dat laatste lijkt nooit ver weg in de broeierige jungle: meer dan eens moet Jorge met kracht tot rust worden gemaand; tijdens het filmen slaat hij zo hard op de grond dat hij een vinger breekt. Een kleine gebeurtenis als het verdunnen van een fles rum met wat water – wat vader Jorge direct opmerkt – kan hem woedend maken. Zo krijgen we een idee van hoe onmogelijk het moet zijn geweest om met hem samen te leven. Dat maakt dit project en de pogingen van Jorge junior om zijn vader te begrijpen en in zijn waarde te laten, extra bewonderenswaardig. Toch was iets meer sturing prettig geweest voor de kijker, die nu met veel vragen achterblijft.

Ruby Sanders

Waardering: 3

VOD-release: 17 december 2020 (Picl)