Heat (1995)

Recensie Heat CinemagazineRegie: Michael Mann | 171 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Al Pacino, Robert De Niro, Val Kilmer, Jon Voight, Tom Sizemore, Diane Venora, Amy Brenneman, Ashley Judd, Mykelti Williamson, Wes Studi, Ted Levine, Dennis Haysbert, William Fichtner, Natalie Portman, Tom Noonan, Kevin Gage, Hank Azaria, Susan Traylor, Kim Staunton, Danny Trejo, Henry Rollins, Jerry Trimble, Martin Ferrero, Ricky Harris, Tone Loc, Begonya Plaza, Hazelle Goodman, Ray Buktenica, Jeremy Piven, Xander Berkeley, Rick Avery

‘Heat’ is in de basis een simpel verhaal over een obsessieve detective (Pacino) die jacht maakt op een minstens zo gedreven meestercrimineel (De Niro), maar gaandeweg wordt een heel breed spectrum aan personages, motivaties en relaties getoond, waarmee het (misdaad)genre ruimschoots overstegen wordt. Er is eigenlijk voor ieder wat wils, met niet alleen actie, maar ook drama, tragiek, romantiek en humor. Tegelijkertijd voldoet ‘Heat’ ook prima aan de eisen van een (traditionele) ‘cops and robbers’-film, met opwindende shootouts, stoere taal en slimme zetten van beide partijen. Tel daar een memorabel, ‘noire-achtig’ gefilmd Los Angeles en natuurlijk een excellente sterrencast aangevoerd door Robert De Niro en Al Pacino bij op, en het is geen wonder dat ‘Heat’ door velen – waaronder filmmaker Christopher Nolan – wordt gezien als een modern meesterwerk.

De sensatie om Al Pacino en Robert De Niro samen in een film te zien, na zoveel van hun onafhankelijke succesrollen, is eigenlijk al genoeg om de film aan te bevelen, met de inmiddels legendarische confrontatiescène in een wegrestaurant als smakelijke pièce de résistance. Het zijn weliswaar geen rollen die de mannen enorm uitdagen – het zijn feitelijk variaties op eerdere rollen, maar de wisselwerkingen met elkaar en de andere personages zijn toch bijzonder prikkelend. Juist omdat de kijker ze dan nu eindelijk de strijd met elkaar ziet aanbinden, op de manier waarop hij ze kent en (waarschijnlijk) het liefst ziet.

Een realisatie of laag in het verhaal die steeds duidelijker aan de oppervlakte komt (tot hij bijna letterlijk wordt uitgesproken), is het gegeven dat Neil McCauley (De Niro) en Vincent Hanna (Pacino) in essentie niet elkaars tegenpolen zijn – wat hun ‘maatschappelijke’ rollen als agent en crimineel suggereren – maar eerder zielverwanten. Sterker, van alle personages in de film zijn zij de twee die elkaar waarschijnlijk het best begrijpen. Allebei zijn ze ultiem gedreven in hun werk. De ene nauwgezet in de voorbereiding van zijn overvallen en rigide in zijn levensfilosofie dat hij zich niet mag binden omdat hij alles meteen achter moet kunnen laten als de politie (de ‘heat’) hem op de hielen zit. En de ander is op zijn beurt net zo gefocust op het pakken van misdadigers en het uitbannen van al het andere in zijn leven, hij komt ’s avonds laat eens een keer thuis om koude kip en een teleurgestelde echtgenote (zijn derde alweer) tegen te komen, met wie hij niets deelt. Hanna is verslaafd aan de jacht op criminelen: het is zijn hele leven. “All I am is what I’m going after’ zegt hij heel zelfbewust tegen zijn vrouw. En in zijn veelbetekenende (enige) gesprek met Neil in het café: “I don’t know how to do anything else [and] I don’t much want to either”. Voor Neil geldt precies hetzelfde, zo antwoordt hij.

Het is een prachtige dualiteit die je ziet in deze personages; of in ieder geval in dat van Hanna, die ergens nog wel sociale normen en waarden aanhangt en een gezinsleven op zou willen bouwen, maar dit eigenlijk niet kan en spiritueel gezien dezelfde levenshouding aanhangt als Neil. Met een soort kokerblik drukt hij alles om zich heen weg, extreem gefocust op slechts één doel, levend in een soort schemerwereld van misdaad, misère en testosteron. De agent en de schurk vinden elkaar in deze wereld, als tegenstanders maar ook als soulmates. Het wordt dan ook steeds duidelijker dat ze elkaar nodig hebben – als Batman en The Joker – maar ook elkaars ondergang zullen betekenen. De hele film leidt naar dit einde toe, dat wellicht door sommigen als te ‘romantisch’ of kitscherig zal worden afgedaan, maar eigenlijk onvermijdelijk is en heel veel interessante emoties in zich draagt. Het betekent het einde voor de één maar wat betekent het voor de ander? Victorie? Business as usual? Een nieuw begin? Of juist een blik op zijn eigen einde?

Het moge duidelijk zijn: dit is geen simpel verhaal over de agent die een slimme schurk moet zien te pakken. Terwijl er wel de simpliciteit van de (oppervlakkige) western in de centrale relatie zit -door het sterke This town isn’t big enough for the both of us-gevoel – is de uitwerking heel wat diepgravender dan gebruikelijk.

Een ander consistent thema is de moeizame relatie tussen de mannen – die hun mannendingen doen – en hun vrouwen, die ze tevergeefs een zinvol, liefdevol leven proberen te bieden. De mannen worden toch onvermijdelijk aangetrokken door het gevaarlijke, adrenaline-opwekkende leven, dat ze uiteindelijk – in bijna alle gevallen – in het verderf zal storten en hun privé- en gezinsleven onherstelbaar zal ontwrichten. Het is soms tragisch te zien hoe machteloos deze mannen zijn tegenover de roep van ‘de wildernis’ of ‘de jacht’. Je wilt – op sleutelmomenten, dat deze mannen voor de keuze staan – soms wel roepen ‘doe het niet’; bijvoorbeeld wanneer Cheritto (Tom Sizemore) – na enig twijfelen – besluit mee te doen aan de bankoverval terwijl hij, met zijn inmiddels vergaarde geld, makkelijk voor zijn vrouw had kunnen kiezen. Ook ex-gevangene Breedan (Dennis Haysbert, nog lang voor zijn presidentenrol in “24”) roept met zijn kleine rol in die zin sympathie op. Hij slikt zijn trots in wanneer hij een armoedig baantje in de keuken aanneemt bij een baas die hem schoffeert, in de hoop een eerlijk leven op te bouwen en met zijn vriendin gelukkig te kunnen worden. Maar een opwindend leven van misdaad blijkt te aantrekkelijk: hij sluit zich bij de crew aan van Neil wanneer deze een chauffeur nodig heeft, met desastreuze gevolgen. Losbol en gokverslaafde Chris (Val Kilmer) wil nog één poging doen om een duurzame relatie op te bouwen met Charlene (Ashley Judd), maar heeft hiervoor nog wel even wat geld nodig uit hun volgende bankoverval. Ook dat loopt niet helemaal goed af. Neil heeft wijselijk vrouwen op afstand gehouden, maar wordt nu toch ook verleid; door het leven en de romantiek dat misschien na of buiten zijn huidige leven toch mogelijk is. De vrij plotselinge wijze waarop hij een relatie aanknoopt met Eady (Amy Brenneman) en het meteen de liefde van zijn leven blijkt te zijn, is niet zo waarschijnlijk, maar de verhouding op zich doet veel voor de ontwikkeling van zijn personage en betrokkenheid van de toeschouwer bij zijn lot.

Voor Vincent Hanna zou je willen dat er toch nog hoop is. Er zijn wel intieme momenten met zijn vrouw en sympathieke momenten met zijn pleegdochter (Natalie Portman) die doen vermoeden dat het mogelijk moet kunnen zijn, maar het lijkt niet zijn lot te zijn. Wellicht was die laatste tragische gebeurtenis – die we toch nog maar even niet verklappen – zo vlak voor de confrontatie met Neil dan toch een wake-up call? Zoals wel vaker merk je pas echt goed wat je voelt – slaap, pijn – op het moment dat je ontspant en je lichaam en geest rust gunt. Dat deze bewuste gebeurtenis, zo vlak nadat Hanna de handdoek in de ring heeft gegooid en – letterlijk – zegt dat hij gaat slapen, veel betekenis heeft, lijkt daarom wel aannemelijk.

Het is knap hoezeer het perspectief en de sympathie die de kijker voor de personages voelt verdeeld worden over enerzijds ‘good guy’ Hanna, en anderzijds ‘bad guy’ McCauley en zijn bende. Beiden dwingen door hun professionaliteit respect af en beiden zijn tot op zekere hoogte sympathiek te noemen, met doelen en verlangens die je goed kunt begrijpen. Eigenlijk wil je ze uiteindelijk allebei zien slagen, wat des te interessanter is, omdat dit onmogelijk is. Ook wordt in ‘Heat’ effectief de dynamiek, cultuur en vele tinten grijs getoond van binnenin de criminele groep van McCauley, enigszins vergelijkbaar met films als ‘The Godfather’, ‘Goodfellas’ en bijvoorbeeld tv-serie “The Wire”.

Je zou het bijna vergeten, maar ‘Heat’ is ook nog eens ‘gewoon’ een opwindende actiethriller, met vooral de bankoverval en hiernavolgende achtervolging en lange, buitengewoon intense shootout midden op de straten van Los Angeles, als één van de hoogtepunten. En het acteerwerk is (natuurlijk) uitmuntend, met De Niro vaak gecalculeerd, ingetogen en Pacino wat losser en temperamentvoller. Maar in de iconische restaurantscène laten ze beiden een staaltje subtiel acteerwerk zien en de acteurs en hun personages op een ultieme manier samen lijken te vallen. Heel anders maar toch ook zoveel overeenkomsten. Prachtig hoe ze in de laatste seconden van het gesprek even lichtjes naar elkaar glimlachen, De Niro duidelijk en Pacino voornamelijk met zijn ogen. Deze twee hebben slechts aan een minieme twinkeling in de ogen – niet eens aan een half woord – genoeg om elkaar te begrijpen. Los Angeles is tenslotte een personage op zich, met unieke, grootse of juist desolate, locaties en prachtig spel met schaduwen, duisternis en licht, perfect passend bij de thema’s van de film. Thema’s die overigens niet ten koste gaan van het entertainmentgehalte. ‘Heat’ is bijna drie uur lang genieten van actie, spanning, intensiteit, prachtige beelden en, als je er voor openstaat, de nodige diepgang.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 15 februari 1996
DVD- en blu-ray-release: 23 februari 2017

Exclusieve extra’s op de blu-ray, ‘Heat: Director’s Definite Edition’:

Filmmakers panels (38 min + 63 min)

Het is zeer de moeite waard om het audiocommentaar van Michael Mann te beluisteren, ‘The Making of’ van de film te zien, om terug te gaan naar de oude locaties, om de gedachten over de belangrijke café-scène te horen, maar deze extra’s zaten allemaal op de oude blu-ray uitgave.

Exclusief voor deze nieuwe blu-ray, op basis van de onlangs gerestaureerde film, zijn twee live registraties van gesprekken met (onder andere) Michael Mann, Pacino en De Niro, na afloop van filmvertoningen van de restauratie; de ene op het Toronto International Film Festival van 2015 en de andere bij de Academy of Motion Picture Arts and Sciences in 2016.

Dit laatste vraaggesprek wordt geleid door Christopher Nolan – regisseur van onder andere ‘Memento’, ‘Insomnia’ (ook met Pacino), ‘The Dark Knight’, ‘Inception’ en ‘Interstellar’ – en bevat een slordige dozijn cast- en crewleden van de film. Het is erg mooi om hier de twee acteerlegendes De Niro en Pacino naast elkaar te zien zitten en herinneringen te zien ophalen. Maar tegelijkertijd ook meer dan een tikkeltje ongemakkelijk. Want het zijn natuurlijk inmiddels best oude mannen, voor wie het ook nog eens erg lang (21 jaar) geleden is dat ze de film maakten.

Dus duurt het soms even voordat er een reactie komt of blijft het hangen in algemeenheden als ‘Toen Michael me vroeg, wist ik dat het iets bijzonders zou worden.’ Het is maar goed dat veel van Nolans vragen voor Mann bedoeld zijn en ze snel versterking krijgen op het podium. Maar hoewel Pacino tegen het einde van het interview grapt dat het nu allemaal langzaam weer terugkomt en het eerste half uur nauwelijks wist over welke film het ging, leveren hij en De Niro wel degelijk waardevolle bijdragen, met verhalen over de acteerbenaderingen, en bijvoorbeeld een interessante onthulling over de reden voor het soms manische gedrag van Vincent Hanna.

We zien en horen ook Diane Venora (Justine, de vrouw van Hanna), Amy Brenneman en Val Kilmer nog aan het woord. Over ongemakkelijk gesproken: Kilmer praat heel moeilijk vanwege zijn – om onbekende reden – opgezwollen tong, maar opmerkelijk genoeg wel heel lang. Zijn enthousiasme is wel erg aanstekelijk en tegelijkertijd ontroerend; helemaal wanneer hij zegt dat hij die tijd zo mist.

Inhoudelijk het meest de moeite waard zijn – zoals je ook zou verwachten – echter de antwoorden en verhalen van Michael Mann (ook in het één-op-één interview in Toronto). Over hoe veel van de scènes met terugwerkende kracht tot stand zijn gekomen met de eindscène(s) in gedachten; grof gezegd: veel scènes hadden als doel de kijker zich net zo veel met Hanna als met McCauley verbonden te laten voelen. Of over het feit dat veel van de personages – waaronder de twee belangrijkste – gebaseerd zijn op echte figuren, die Mann ook vaak persoonlijk goed kende. Veel weetjes en achtergrondverhalen zorgen ervoor dat je de film meteen weer wilt gaan kijken. Niet dat je hier echt een excuus voor nodig hebt.