Henri Cartier-Bresson – The Impassioned Eye (2003)

Regie: Heinz Bütler | 72 minuten | biografie, documentaire | Met: Henri Cartier-Bresson, Robert Delpire, Elliott Erwitt, Isabelle Huppert, Josef Koudelka, Arthur Miller, Ferdinando Scianna

“Taking pictures means holding your breath with all your faculties, concentrated on capturing a fleeting reality,” vertelt Henri Cartier-Bresson in de documentaire ‘The Impassioned Eye’ (2003). De Franse fotograaf, die overleed in 2004, wordt beschouwd als de grondlegger van de fotojournalistiek. Hedendaagse vakgenoten noemen hem de beste fotograaf van de twintigste eeuw. Cartier-Bresson werd in 1908 geboren in Marne bij Parijs. Hij was de zoon van een textielondernemer en groeide op in een bemiddeld gezin. Zijn ouders legden Henri niets in de weg toen hij liet blijken kunstenaar te willen worden. Henri Cartier-Bresson studeerde na de middelbare school bij de kubist André Lhote. In de jaren dertig begon Henri Cartier-Bresson te fotograferen. In die hoedanigheid reisde hij de hele wereld over. Samen met Robert Capa, George Rodger en David Seymour richtte hij in 1947 het wereldberoemde fotopersbureau Magnum op. De fotojournalistiek zou na die tijd nooit meer hetzelfde zijn.

‘The Impassioned Eye’ is, zoals zoveel documentaires over kunstenaars, meer een tour door een galerie met kunststukjes van Cartier-Bresson dan een diepgravende biografie. Wat bewoog deze man, wat raakte hem? In deze film krijg je er geen antwoord op. Wat wel bijzonder is, is dat de fotograaf bij hoge uitzondering een filmmaker toeliet tot zijn privéleven. De Zwitserse regisseur Heinz Bütler doet alleen veel te weinig met de unieke mogelijkheid die hem geboden wordt. Wat rest is een aangenaam gesprek met de aandoenlijke, 94-jarige Cartier-Bresson, die aan de hand van zijn immense collectie foto’s anekdotes verteld. Gedurende zijn leven reisde hij de hele wereld over en was hij present tijdens talloze historische gebeurtenissen. Zo legde hij de Maoïstische revolutie in China vast, evenals de bestuursoverdracht aan de lokale bevolking in Indonesië. Ook was hij de eerste fotograaf die vrij mocht fotograferen in de naoorlogse Sovjet-Unie. Daarnaast maakte hij boeiende portretten van vele beroemde figuren, onder wie een in zichzelf gekeerde Marilyn Monroe en een lachende (!) Coco Chanel. Legendarisch zijn de foto’s die hij in 1948 maakte van Mahatma Gandhi, slechts enkele uren voordat hij werd vermoord.

Maar interessanter nog dan wát hij fotografeerde, was de manier waarop hij zijn plaatjes schoot. Henri Cartier-Bresson hield niet van manipulaties. Hij fotografeerde wat hij zag en deed dat met zwart-wit foto’s, waarin de emotie gevangen werd in strakke bijna geometrische composities. Volgens Cartier-Bresson was fotograferen ‘het op dezelfde lijn zetten van het hoofd, het oog en het hart’. Die manier van werken heeft hem vele bewonderaars opgeleverd, waarvan er een aantal aan het woord komt in ‘The Impassioned Eye’. Zijn collega’s cq. leerlingen Josef Koudelka, Elliott Erwitt en Ferdinando Scianna spreken over zijn fascinatie met mensen die vechten voor een comfortabel plekje in een door kapitalisme en fascisme verdorven landschap, hun woorden worden ondersteund met foto’s die hij maakte tijdens de Spaanse burgeroorlog en het door de nazi’s bezette Frankrijk. Actrice Isabelle Huppert vertelt ons dat ze een heel nieuwe kant van zichzelf heeft ontdekt tijdens een fotosessie met Cartier-Bresson. En schrijver en goede vriend Arthur Miller (die net als de fotograaf niet lang na de release van de film zou komen te overlijden) legt uit waarom hij het werk van Cartier-Bresson zo bijzonder vindt.

Ondanks al die lovende woorden is ‘The Impassioned Eye’ een ironische titel als je bedenkt dat de fotograaf zelf keer op keer benadrukt weinig op te hebben met hetgeen hij op de gevoelige plaat vastlegt (op hun mogelijkheden om in zijn geometrische composities te passen na tenminste). Hij beweert tevens dat hij nooit iets heeft willen bewijzen met zijn werk. Hij somt zijn vak als volgt op: “You see, you feel and the surprised eye responds.” Gezien het feit dat Cartier-Bresson de hele wereld over is gereisd, naar plaatsen waar vol menselijk leed, is juist die afstandelijkheid waarmee hij zijn werk benaderde interessant. Hoe kon hij in een helse heksenketel als het India waar Gandhi net is vermoord zijn hoofd zo koel houden? En waarom pakte hij het juist op die manier aan? Allemaal prangende vragen waar ‘The Impassioned Eye’ geen antwoord op geeft. Gepassioneerd over zijn werk was hij absoluut, maar voor alle narigheid die hij fotografeerde leek hij haast immuun te zijn.

Natuurlijk is een overzicht van het prachtige oeuvre van deze legendarische fotograaf de moeite waard. Een documentaire is een uitgelezen mogelijkheid ook de onbekende kanten en de schaduwzijde van een befaamde persoon eens uit te kammen. Maar de excentrieke figuur Cartier-Bresson wordt in ‘The Impassioned Eye’ louter bejubeld en op een voetstuk gezet, waardoor de film erg eenzijdig wordt. Was Heinz Büttler wat kritischer en onbevooroordeeld geweest, dan had dat ongetwijfeld een interessantere documentaire opgeleverd. Want wie alleen maar plaatjes wil kijken, kan er ook een mooi fotoalbum van Henri Cartier-Bresson op naslaan. Mooie plaatjes zijn het absoluut, maar er had zo veel meer ingezeten…

Patricia Smagge